|
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis. Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 En na het ophouden* van het rumoer laat ° de leerlingen halen*. En bemoedigend* en groetend* kwam hij uit om tot in ° te gaan.
[Commentaar]
2 Nu doorheen die °delen komend en hen met vele woorden oproepend*, kwam hij tot in °Griekenland.
[Commentaar]
3 En na drie maanden te zijn gebleven*, gebeurde door de Joden ° aanslag tegen hem, toen hij op het punt stond weg te varen tot in °. Hij werd van mening om terug te keren door .
4 En het werd afgesproken dat hij in °Asia zou ontmoeten: van , een Bereër, maar van de Tessalonicenzen en , en , de Derbiėr, en ; en van de ten en .
5 Dezen nu, vooruit komend, bleven voor ons in .
6 Wij nu varen*, na de dagen van ongezuurde broden, uit vanaf en kwamen in vijf dagen tot hen in , waar ook wij zeven dagen vertoeven*.
[Commentaar]
7 In één van de sabbatten nu, verzameld zijnde om ons brood te breken*, argumenteerde ° met hen. Op het punt staande de volgende ochtend weg te zijn*, verlengde hij bovendien het woord tot aan middernacht.
[Commentaar]
8 Er waren nu aanzienlijk veel fakkels in het bovenvertrek waar wij waren, verzameld zijnde.
9 En er was een zekere jongeman met de naam , gezeten zijnde in het raam, overmand wordend door een diepe slaap tijdens het argumenteren van °. Nog meer overmand wordend de slaap valt* hij vanaf de derde verdieping naar beneden en werd als een dode opgepakt.
[Commentaar]
10 nu, afdalend*, valt* op hem. En hem omhelzend zei hij: "Maakt geen rumoer, want zijn °ziel is in hem."
11 Nu omhoog gaande* en het brood brekend* en proevend*, bovendien aanzienlijke tijd converserend* tot op het ochtendgloren, zo kwam hij uit.
12 Zij nu leidden de jongen levend weg en werden niet met mate bemoedigd*.
13 Wij nu, vooruit komend op het schip, voeren weg naar °, op het punt staand van daar ° op te nemen, want zo was het voorgeschreven, zelf op het punt staande te voet te gaan.
[Commentaar]
14 Als hij nu ons samen trof in °, kwamen wij, hem opnemend, tot in .
15 En van daar wegvarend* in de aansluitende dag, geraken* wij ter hoogte van , maar in de andere dag legden wij aan in , en in de daarna volgende dag kwamen wij tot in ,
16 want ° had geoordeeld voorbij ° te varen*, zodat het hem niet zal gebeuren dat hij in de provincie ° tijd zal slijten*, want hij haastte zich, zodat het voor hem mogelijk zou mogen zijn de dag van de in te zijn.
17 Vanaf ° nu, zendend* tot in , laat hij de oudsten van de ekklesia komen*.
18 Als zij nu bij hem aankwamen, zei hij tot hen: "Jullie zijn op de hoogte vanaf de eerste dag waarop op ik tot in de provincie ° opstapte, hoe ik alle °tijd met jullie doorbracht,
19 slaaf zijnde voor de Heer, met alle nederigheid en tranen en beproevingen die mij overkomen zijn door de aanslagen van de Joden.
20 Onder niets onttrek* ik mij van het aan jullie verkondigen* van de nuttig zijnde dingen en jullie publiekelijk en van huis tot huis te onderwijzen*,
21 betuigend aan Joden en bovendien aan Grieken de bezinning tot ° en geloof in onze °Heer, .
[Commentaar]
22 En nu, neem waar, ik, gebonden zijnde in de geest, ga tot in , niet waargenomen hebbend de dingen die mij in haar tegemoet komen,
[Commentaar]
23 behalve dat de heilige °geest stad na stad betuigt*, mij zeggend dat er voor mij boeien en verdrukkingen blijven.
24 Maar van niets heb ik een woord, noch maak ik de ziel kostbaar voor mijzelf, totdat ik mijn °loopbaan en de bediening tot volmaaktheid zou brengen, die ik in ontvangst nam bij de Heer , om het van de genade van ° te betuigen*.
-
25 En nu, neem waar, ik heb waargenomen dat jullie mijn °gezicht niet meer zullen zien, jullie allen bij wie ik doorheen kwam, het koninkrijk proclamerend,
26 omdat ik namelijk aan jullie getuigenis geef in deze dag, vandaag, dat ik rein ben het bloed van allen.
27 Want ik onttrek* mij niet van het aan jullie alle °raad van ° te verkondigen*.
[Commentaar]
28 Geeft acht op julliezelf en op heel het kuddetje, in welke de heilige °geest jullie als toezichthouders plaatste om de ekklesia van ° te hoeden, die Hij Zich verwerft* door het bloed van de Eigene.
[Commentaar]
29 Ik heb echter waargenomen dat, na mijn buiten °bereik zijn, zware wolven tot in jullie binnen zullen komen, het kuddetje niet sparend.
[Commentaar]
30 En vanuit jullie zelf zullen mannen opstaan, verdraaide zijnde dingen sprekend, om de leerlingen los te rukken, achter henzelf.
31 Daarom: waakt, herinnerend dat drie jaren, nacht en dag, ik niet ophoud*, met tranen een ieder attenderend.
[Commentaar]
32 En nu zet ik jullie voor aan ° en aan het woord van Zijn °genade, aan dat kan bouwen* en het lotbezit geven* in allen die geheiligd zijn.
[Commentaar]
33 Ik begeer* van niemand zilvergeld of bewerkt goud of kledij.
[Commentaar]
34 Jullie weten zelf dat in mijn °behoeften, en van die met mij zijn, deze °handen mij assisteren*.
35 Alles geef* ik aan jullie te kennen, dat, zo zwoegend, het bindend is de zwak zijnde te ondersteunen, zich bovendien de woorden van de Heer te herinneren, dat Hij Zelf zei: "Het is veeleer gelukkig te geven* dan in ontvangst te nemen."
36 En deze woorden zeggend, samen met hen allen zijn °knieën plaatsend, bidt* hij.
37 En er kwam een aanzienlijk huilen over allen. En vallend om de nek van °, kusten zij hem met genegenheid,
[Commentaar]
38 vooral pijn lijdend over het woord dat hij had uitgesproken, dat zij op het punt staan niet meer zijn °gezicht te aanschouwen. Zij nu zonden hem voort tot in het schip.
Terug naar de index.
Naar Handelingen 21
|
|