Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
2 Korinthe
Hoofdstuk 11
|
|
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis. Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 Ach, dat jullie een klein beetje onverstand van mij verdroegen*, maar verdraagm ook mij,
[Commentaar]
2 want ik ben jaloers op jullie in een jaloezie van . Want ik verbind* jullie met één man, om jullie als een zuivere maagd te presenteren* aan °.
3 Maar ik vrees dat, zoals de slang die op de een of andere manier met zijn °sluwheid misleidde*, de gedachten van jullie zouden verdorven worden van de eenvoud en het zuiver zijn die in ° is.
4 Want indien die komt inderdaad een andere proclameert, die wij niet proclameren*, of jullie nemen een andere geest in ontvangst, die jullie niet in ontvangst namen, of een andersoortig , dat jullie niet ontvangen* hebben, jullie verdragen hem op goede wijze.
[Commentaar]
5 Want ik reken in niets tekort geschoten te hebben, meer dan de hoogste afgevaardigden.
6 Maar ook al ben ik een gewoon mens in het woord, toch ben ik het niet in kennis, maar in alles openbaar gemaakt wordend in alle dingen, tot jullie.
-
7 Of doe* ik zonde, mijzelf vernederend, opdat jullie verhoogd zullen worden, dat ik jullie om niet het van ° evangeliseer*?
[Commentaar]
8 Andere ekklesias beroof ik, rantsoen in ontvangst nemend, voor jullie °bediening.
9 En bij jullie aanwezig zijnd en niet tekort hebbend, val* ik niemand lastig, want mijn °tekort vullen* de broeders, komend uit , verder aan, en ik bewaar* mijzelf in alles jullie niet te bezwaren en ik zal bewaren.
10 Het is waarheid van in mij, dat dit °beroemen in mij niet versperd zal worden in de streken van °.
11 Waarom? Omdat ik jullie niet liefheb? ° heeft het waargenomen!
12 Maar wat ik doe zal ik blijven doen, opdat ik het aangrijpingspunt zou afkappen van die een aangrijpingspunt willen, opdat waarin zij zich beroemen, zij gevonden zullen worden, zoals ook wij.
13 Want de zulken zijn pseudo-afgevaardigden, frauduleuze werkers, een ander aanzien gegeven wordend als afgevaardigden van .
[Commentaar]
14 En geen wonder! Want de zelf wordt een ander aanzien gegeven tot in een boodschapper van licht!
15 Het is dan ook niet opmerkelijk indien ook zijn °bedienden een ander aanzien wordt gegeven als dienaren van rechtvaardigheid, van wie het einde zal zijn overeenkomstig hun °werken.
16 Weer zeg ik: niemand zou menen dat ik onverstandig ben; maar indien toch, ontvang*m mij dan als onverstandige, opdat ook ik mij een klein beetje zou kunnen beroemen!
17 Wat ik spreek niet naar de Heer, maar ik spreek als in onverstand, in deze aanname van het beroemen.
18 Omdat velen zich beroemen overeenkomstig het vlees, zal ook ik mij beroemen.
19 Want jullie verdragen graag, verstandig zijnde, de onverstandigen,
20 want jullie verdragen het indien iemand jullie tot slaaf degradeert, indien iemand jullie opeet, indien iemand neemt, indien iemand omhoog geheven wordt, indien iemand jullie in het gezicht ranselt.
[Commentaar]
21 Overeenkomstig oneer zeg ik dat wij zwak zijn geweest. Wanneer nu iemand iets durft (ik zeg dit in onverstand), dan durf ik ook!
22 Zijn zij Hebreeën? Ik ook! Zijn zij ieten? Ik ook! Zijn zij zaad van ? Ik ook!
[Commentaar]
23 Zijn zij bedienden van ? Ik spreek krankzinnig zijnde. Ik ben boven hen in des te bovenmatiger zwoegen, des te bovenmatiger in cellen, buitensporig in slagen, vele malen in doodsgevaar.
-
24 Van Joden nam ik vijf maal de veertig min één slagen in ontvangst,
25 drie maal werd ik met de roede geslagen, één maal werd ik gestenigd, drie maal heb ik schipbreuk geleden, een nacht en een dag heb ik in een moeras doorgebracht,
26 bij het over de weg gaan vele malen in gevaren van rivieren, in gevaren van rovers, in gevaren vanuit mijn ras, in gevaren vanuit natiën, in gevaren in een stad, in gevaren in een eenzame streek, in gevaren op zee, in gevaren onder pseudo-broeders,
[Commentaar]
27 in moeite en inspanning, in slapeloze nachten, vele malen in honger en dorst, in vele malen vasten, in kou en in naaktheid,
28 en afgezien van wat daar °buiten is, mijn dagelijkse beslommering, de bezorgdheid over al de ekklesias.
29 Wie is zwak? En ben ik niet zwak? Wie wordt verstrikt en ik sta niet in vuurgloed?
30 Indien het bindend is zich te beroemen, dan zal ik mij beroemen over de dingen van mijn °zwakheid.
31 De en Vader van de Heer , Die is gezegend tot in de aionen, heeft waargenomen dat ik niet lieg.
32 In bewaakte de landvoogd van koning de stad van de Damaskenen verzekerd om mij te willen pakken,
[Commentaar]
33 en door een raam door de muur werd ik in een gevlochten mand omlaag gebracht, en ik ontsnapte aan zijn °handen.
Terug naar de index.
Naar 2 Korinthe 12
|
|
© www.schriftwoord.nl U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.
|