Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
De tweede brief van Paulus aan de Korinthiërs
2 Korinthe
Hoofdstuk 11

   
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis.
Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst.
Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)


1 Ach, dat jullie een klein beetje onverstand van mij verdroegen*, maar verdraagm ook mij, [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

1

Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine wilde niet dat de Korinthiërs hun aanhankelijkheid verdeelden over een aantal mensen, of het aan een ander overdroegen dan ChristusGezalfde. Wanneer een maagd verloofd is, is ze niet langer vrij om andere mannen te volgen, maar zou zich voor haar verloofde apart moeten houden. Zo is het ook met ons. Laten we niet mensen volgen, maar alleen voor ChristusGezalfde zijn. Het punt in dit beeld is beperkt tot de beperking en zuiverheid van de beloofde maagd. Het moet niet uitgerekt worden tot een bewering over de huwelijkse staat. De trouwen in Israelstrijder van God zijn de bruid van het Lammetje. Israelstrijder van God was JAHWEHs vrouw, maar was gescheiden vanwege haar ontrouw. JohannesJAH is genadig de Doper stelde de bruid voor aan de Bruidegom. Zijn discipelen verlieten hem voor zijn Heer. Het nieuwe Jeruzalemstad van (de god) Salem - vredestichter zal op aarde zijn, het thuis van de twaalf stammen van Israelstrijder van God. Voor ons is er een hemels lotdeel.


2 want ik ben jaloers op jullie in een jaloezie van Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker. Want ik verbind* jullie met één man, om jullie als een zuivere maagd te presenteren* aan °ChristusGezalfde. Opdat Hij haar Zichzelven heerlijk zou voorstellen, een Gemeente, die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergelijks, maar dat zij zou heilig zijn en onberispelijk. (SV)[Efe. 5:27]
3 Maar ik vrees dat, zoals de slang die op de een of andere manier met zijn °sluwheid Evalevende misleidde*, de gedachten van jullie zouden verdorven worden van de eenvoud en het zuiver zijn die in °ChristusGezalfde is. En de HEERE God zeide tot de vrouw: Wat is dit, dat gij gedaan hebt? En de vrouw zeide: De slang heeft mij bedrogen, en ik heb gegeten. (SV)[Gen. 3:13]
4 Want indien die komt inderdaad een andere JezusJAH redt proclameert, die wij niet proclameren*, of jullie nemen een andere geest in ontvangst, die jullie niet in ontvangst namen, of een andersoortig evangeliegoede bericht, dat jullie niet ontvangen* hebben, jullie verdragen hem op goede wijze. Daar er geen ander is; maar er zijn sommigen, die u ontroeren, en het evangelie van Christus willen verkeren. 8 Doch al ware het ook, dat wij, of een engel uit den hemel u een evangelie verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt. (SV)[Gal. 1:7,8] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

4

De nieuwkomers in Korintheverzadigd hadden niets méér te verkondingen dan Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine al aan hen bekend had gemaakt. Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine’ spreken mag dan eenvoudig zijn geweest, maar zijn kennis was zeer zeker niet ontoereikend. Hierin, meer dan iets anders, was hij veel verder dan enig ander apostel. Hij wist alles wat de Besnijdenis te verkondigen had, ze konden hem niets vertellen dat hij niet reeds volledig begreep. Zij, daarentegen, moesten van hem leren over zijn opdracht en de waarheid die hij onderwees. Petrusrots, de grootste van hen, vond een paar van de dingen in zijn brieven moeilijk te begrijpen (2Pet. 3:16). We kunnen heel wel verder gaan dan zijn eigen woorden en erkennen dat hij torende boven de rest, in het bijzonder in die latere onthullingen die, ten tijde dat deze brief werd geschreven, nog niet bekend gemaakt waren.


5 Want ik reken in niets tekort geschoten te hebben, meer dan de hoogste afgevaardigden. En van degenen, die geacht waren, wat te zijn, hoedanigen zij eertijds waren, verschilt mij niet; God neemt den persoon des mensen niet aan; want die geacht waren, hebben mij niets toegebracht. 9 En als Jakobus, en Cefas, en Johannes, die geacht waren pilaren te zijn, de genade, die mij gegeven was, bekenden, gaven zij mij en Barnabas de rechter hand der gemeenschap, opdat wij tot de heidenen, en zij tot de besnijdenis zouden gaan; (SV)[Gal. 2:6,9]
6 Maar ook al ben ik een gewoon mens in het woord, toch ben ik het niet in kennis, maar in alles openbaar gemaakt wordend in alle dingen, tot jullie. Laat zo iemand dit bedenken: dat wij zijn zoals het spreken in onze brieven, afwezig zijnde, zo ook, aanwezig zijnde, door de daden. (SW)[2Kor. 10:10] - Waaraan gij, dit lezende, kunt bemerken mijn wetenschap, in deze verborgenheid van Christus), (SV)[Efe. 3:4]
7 Of doe* ik zonde, mijzelf vernederend, opdat jullie verhoogd zullen worden, dat ik jullie om niet het evangeliegoede bericht van °Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker evangeliseer*? Wat dan is mijn °loon? Dat ik het evangelie brengende*, het om niet zou plaatsen, zo geen gebruik makend* van mijn °recht in het evangelie. (SW)[1Kor. 9:18] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

7

De enige aanklacht die ze tegen hem staande konden houden was dat hij het evangeliegoede bericht aan hen verkondigd had zonder iets van hen aan te nemen, zelfs niet genoeg om zijn weinige verlangens te bekostigen. Het arme Macedoniëprovincie in noord Griekenland hielp zijn behoeften aan te vullen in het rijke Korintheverzadigd. Hier is een uitstekend voorbeeld voor onze moderne evangelisatie. Waar zijn vandaag de evangelisten die kunnen zeggen: "Ik heb het evangeliegoede bericht om niet gepredikt?" Volgden deze tegenstanders van Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine in Korintheverzadigd in dit opzicht in zijn voetstappen? Hun baatzuchtige motieven zouden hen zonder twijfel naar een heel ander uiterste leiden.


8 Andere ekklesias beroof ik, rantsoen in ontvangst nemend, voor jullie °bediening.
9 En bij jullie aanwezig zijnd en niet tekort hebbend, val* ik niemand lastig, want mijn °tekort vullen* de broeders, komend uit Macedoniëstreek in het noorden van Griekenland, verder aan, en ik bewaar* mijzelf in alles jullie niet te bezwaren en ik zal bewaren.
10 Het is waarheid van ChristusGezalfde in mij, dat dit °beroemen in mij niet versperd zal worden in de streken van °Achajenarigheid. Maar ik heb niets van dit gebruikt. Maar ik schrijf* dit niet dat het zo in mij zou gaan*, want voor mij is het beter te sterven*, dan dat iemand mijn °roem leeg zal maken. (SW)[1Kor. 9:15]
11 Waarom? Omdat ik jullie niet liefheb? °Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker heeft het waargenomen!
12 Maar wat ik doe zal ik blijven doen, opdat ik het aangrijpingspunt zou afkappen van die een aangrijpingspunt willen, opdat waarin zij zich beroemen, zij gevonden zullen worden, zoals ook wij.
13 Want de zulken zijn pseudo-afgevaardigden, frauduleuze werkers, een ander aanzien gegeven wordend als afgevaardigden van ChristusGezalfde. Ziet op de honden, ziet op de kwade arbeiders, ziet op de versnijding. (SV)[Filip. 3:2] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

13

SatanTegenstander verandert zijn tactieken om te passen bij Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikkers bedieningen. Soms misleidt hij, dan weer vernietigt hij. Petrusrots spreekt over hem als een brullende leeuw, zoekend wie hij kan verslinden (1Petr. 5:8). Dat zal zijn koers zijn in de oordeelstijd, die volgt op de huidige bedeling van genade, wanneer de brieven van Petrusrots hun vervulling zullen krijgen. Nu is SatanTegenstander omgevormd in een engel van licht. Hij is niet afschuwelijk, maar mooi. Zijn dienaren staan voor rechtvaardigheid en doen zich voor als apostelen van ChristusGezalfde. Zijn wereld is niet te vinden in poelen van ongerechtigheid, maar in de inspanningen om de mensheid op te voeden en om te vormen buiten het bloed van ChristusGezalfde om. Hij misleidt door juist die rol aan te nemen die men algemeen aanneemt dat hij tegen staat.


14 En geen wonder! Want de SatanTegenstander zelf wordt een ander aanzien gegeven tot in een boodschapper van licht!
15 Het is dan ook niet opmerkelijk indien ook zijn °bedienden een ander aanzien wordt gegeven als dienaren van rechtvaardigheid, van wie het einde zal zijn overeenkomstig hun °werken.
16 Weer zeg ik: niemand zou menen dat ik onverstandig ben; maar indien toch, ontvang*m mij dan als onverstandige, opdat ook ik mij een klein beetje zou kunnen beroemen! Want zo ik roemen wil, ik zal niet onwijs zijn, want ik zal de waarheid zeggen; maar ik houde daarvan af, opdat niemand van mij denke boven hetgeen hij ziet, dat ik ben, of dat hij uit mij hoort. (SV)[2Kor. 12:6]
17 Wat ik spreek niet naar de Heer, maar ik spreek als in onverstand, in deze aanname van het beroemen.
18 Omdat velen zich beroemen overeenkomstig het vlees, zal ook ik mij beroemen.
19 Want jullie verdragen graag, verstandig zijnde, de onverstandigen, Wij zijn dwazen vanwege Christus, maar jullie zijn verstandingen in Christus. Wij zijn zwak, maar jullie zijn sterk, jullie zijn in aanzien, maar wij zijn onteerd. (SW)[1Kor. 4:10]
20 want jullie verdragen het indien iemand jullie tot slaaf degradeert, indien iemand jullie opeet, indien iemand neemt, indien iemand omhoog geheven wordt, indien iemand jullie in het gezicht ranselt. [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

20

Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine’ geduldige en verdraagzame gedrag onder hen was in opvallend contrast met de koers van zijn kwaadsprekers. Zij behandelden de Korinthiërs als slaven, terwijl Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine hen diende als slaaf. Zij verslonden hun bezit. Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine voorzag voor zichzelf door zijn eigen werk of door gaven van andere ekklesias. Zij namen wat ze konden krijgen. Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine weigerde iets van hen aan te nemen. Ze stelden zichzelf hoog boven de Korinthiërs. Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine hield zichzelf nederig onder hen. Ze behandelden hen zelfs met persoonlijke onwaardigheden. Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine belijdt ironisch dat hij te zwak was om hen op deze wijze te intimideren. En toch tolereerden ze niet alleen dit soort behandeling, ze genoten er van!


21 Overeenkomstig oneer zeg ik dat wij zwak zijn geweest. Wanneer nu iemand iets durft (ik zeg dit in onverstand), dan durf ik ook!
22 Zijn zij Hebreeën? Ik ook! Zijn zij Israelstrijder van Godieten? Ik ook! Zijn zij zaad van Abrahamvader van vele volken? Ik ook! Ik ben een Joods man, en te Tarsen in Cilicie geboren, opgevoed in deze stad, aan de voeten van Gamaliel onderwezen naar de bescheidenste wijze der vaderlijke wet, zijnde een ijveraar Gods, gelijkerwijs gij allen heden zijt; (SV)[Hand. 22:3] [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

22

"Hebreeën" slaat niet alleen op Israelstrijder van Godieten, maar op dat deel van de natie dat vurig was voor de wet en de tradities, in tegenstelling tot de Hellenisten, die doorspekt waren met Griekse cultuur. Zie Handelingen 6:1).

Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine echter, in zijn veronderstelde onvoorzichtigheid, vergelijkt zichzelf met hen. Wat betreft lichamelijke afstamming kan hij zich met hen op ieder punt meten. Maar wanneer het aankomt op zijn dienstbetoon, vindt hij geen gelijke en is hij onbenaderbaar. Hier hebben we een man die zeer zeker niet sterk was, vaak lijdend onder de een of ander vorm van lichamelijke zwakte, een leven lijdend van onophoudelijk gevaar, volhardend en alles durvend ten behoeve van het evangeliegoede bericht. Het verslag in Handelingen schijnt vol van zijn lijden, maar het is duidelijk dat het verslag in Handelingen zeker niet volledig is. Er is geen verslag van de vijf Joodse geselingen. Slechts één van de Romekrachtinse slagen, die in Filippi (stad van) Filippus - paardenvriend, naar de vader van Alexander de Grote, wordt elders genoemd. De steniging was in Lystravrijkoping (Hand. 14:19). Niet een van de schipbreuken is in het verslag van Handelingen te vinden, want de ene daar werd lang daarna opgetekend.


23 Zijn zij bedienden van ChristusGezalfde? Ik spreek krankzinnig zijnde. Ik ben boven hen in des te bovenmatiger zwoegen, des te bovenmatiger in cellen, buitensporig in slagen, vele malen in doodsgevaar. Maar in de genade van God ben ik wat ik ben, en Zijn °genade, die in mij is, is niet tevergeefs geworden*, want ik werk* meer overvloedig dan zij allen. Maar niet ik, maar de genade van God, die samen met mij is. (SW)[1Kor. 15:10] - Waarom zijn ook wij ieder uur in gevaar? 31 Ik sterf elke dag door jullie °roem, broeders, die ik heb in Christus Jezus, onze °Heer. 32 Indien ik naar de mens vecht* met wilde beesten in Efeze, wat is voor mij het voordeel als doden niet worden opgewekt? Laten wij eten en drinken, want morgen sterven wij! (SW)[1Kor. 15:30-32]
24 Van Joden nam ik vijf maal de veertig min één slagen in ontvangst, Met veertig slagen zal hij hem doen slaan, hij zal er niet toedoen; opdat niet misschien zo hij voortvoere hem daarboven met meer slagen te doen slaan, uw broeder dan voor uw ogen verachtelijk gehouden worde. (SV)[Deut. 25:3]
25 drie maal werd ik met de roede geslagen, één maal werd ik gestenigd, drie maal heb ik schipbreuk geleden, een nacht en een dag heb ik in een moeras doorgebracht, En de schare stond gezamenlijk tegen hen op; en de hoofdmannen, hun de klederen afgescheurd hebbende, bevalen hen te geselen. (SV)[Hand. 16:22]
26 bij het over de weg gaan vele malen in gevaren van rivieren, in gevaren van rovers, in gevaren vanuit mijn ras, in gevaren vanuit natiën, in gevaren in een stad, in gevaren in een eenzame streek, in gevaren op zee, in gevaren onder pseudo-broeders, [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

26

In Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine’ tijd ging reizen gepaard met veel gevaar, zeker omdat hij zonder begeleiding en ongewapend op pad ging. Maar gevaarlijker dan de rovers die de wegen onveilig maakten, was het voortdurende plannen maken door de Joden om hem te doden, en de tegenstand aan alle zijden tegen zijn evangeliegoede bericht, dat vaak botste met het vooroordeel en materiële belangen van de natiën.


27 in moeite en inspanning, in slapeloze nachten, vele malen in honger en dorst, in vele malen vasten, in kou en in naaktheid, Maar in alles onszelf aanbevelend als dienaren van God, in volharding, in veel verdrukkingen, in noden, in benauwdheden, 5 in klappen, in gevangenissen, in oproeren, in zwoegen, in waken, in vasten (SW)[2Kor. 6:4,5]
28 en afgezien van wat daar °buiten is, mijn dagelijkse beslommering, de bezorgdheid over al de ekklesias.
29 Wie is zwak? En ben ik niet zwak? Wie wordt verstrikt en ik sta niet in vuurgloed? Ik werd* zwak voor de zwakken, opdat ik de zwakken zou winnen. Voor allen ben ik alles geworden, opdat ik ongetwijfeld enigen zou winnen (SW)[1Kor. 9:22]
30 Indien het bindend is zich te beroemen, dan zal ik mij beroemen over de dingen van mijn °zwakheid. Van den zodanige zal ik roemen, doch van mijzelven zal ik niet roemen, dan in mijn zwakheden. .... 9 En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone. (SV)[2Kor. 12:5,9]
31 De Godgrieks: Theos - Plaatser of Onderschikker en Vader van de Heer JezusJAH redt, Die is gezegend tot in de aionen, heeft waargenomen dat ik niet lieg. Waartoe ik gesteld ben een prediker en apostel (ik zeg de waarheid in Christus, ik lieg niet), een leraar der heidenen, in geloof en waarheid. (SV)[1Tim. 2:7]
32 In Damascusvergoten bloed, of: bedrijvig bewaakte de landvoogd van koning Aretasgraver de stad van de Damaskenen verzekerd om mij te willen pakken, [Commentaar]
Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch

32

Toen Pauluspauze, tussentijd - latijn: de kleine naar Damascusvergoten bloed, of: bedrijvig terugkeerde uit Arabiësteppeland, en vrijmoedig predikte in de naam van JezusJAH redt, verwarde hij de Joden die in Damascusvergoten bloed, of: bedrijvig woonden, bewijzend dat hij de MessiasGezalfde verkondigde. Hier was iets voor hem om over te roemen! Maar nee, hij roemt alleen over zijn zwakheid. Hij had niet de kracht om de Joden te weerstaan die probeerden hem te doden. Zij hadden het hele garnizoen van de stad klaar staan om hem te arresteren. Daarom roemt hij over zijn vernederende ontsnapping, omlaag gelaten vanaf de muur, mogelijk vanuit een overhangend raam, in een gevlochten mand!


33 en door een raam door de muur werd ik in een gevlochten mand omlaag gebracht, en ik ontsnapte aan zijn °handen. Maar hun lage werd Saulus bekend; en zij bewaarden de poorten, beide des daags en des nachts, opdat zij hem doden mochten. 25 Doch de discipelen namen hem des nachts, en lieten hem neder door den muur, hem aflatende in een mand. (SV)[Hand. 9:24,25]



Terug naar de index.
Naar 2 Korinthe 12
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.