|
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis. Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 De afgevaardigden en de broeders nu, die van zijn, horen* dat ook de natiën het woord van ° ontvangen*.
2 Toen nu omhoog ging tot in , stonden degenen vanuit de besnijdenis in tweestrijd tegen hem,
3 zeggend: "Jij kwam binnen bij mannen die een voorhuid hebben en jij at samen met hen."
4 En , beginnend*, zette achtereenvolgens aan hen uiteen, zeggend:
[Commentaar]
5 "Ik was in de stad , biddend, en ik nam in extase een visioen waar: een zeker voorwerp, neerdalend als een groot laken, aan vier beginpunten neergelaten wordend vanuit de hemel en het kwam tot op mij,
6 waarin ik, aandachtig kijkend*, beschouwde. En ik nam de viervoeters van de aarde waar en de wilde dieren en de kruipende dieren en de vliegende schepsels van de hemel.
7 En ik hoor* ook een stem, tot mij zeggend: "Sta* op, ! Slacht en eet!"
8 Maar ik zei: "Het zij verre van mij, Heer! Want nooit kwam het ongewijde of onreine tot in mijn °mond binnen!"
9 Maar de stem antwoordde voor de tweede keer vanuit de hemel: "De dingen die ° reinigt* ontwijd jij toch niet!"
10 Dit nu gebeurde drie maal en alles wordt weer omhoog getrokken* tot in de hemel.
11 En neem waar, direct staan* drie mannen bij het huis waarin wij waren, naar mij toe afgevaardigd zijnde vanaf ea.
12 De geest nu zei tot mij met hen mee te komen, in niets in tweestrijd staande*. En ook deze zes °broeders kwamen samen met mij en wij kwamen binnen tot in het huis van de man.
13 Hij nu bericht aan ons hoe hij de boodschapper in zijn °huis waarnam, staande en zeggend: "Vaardig af naar en laat , bijgenaamd , halen.
14 Die zal uitspraken tot jou spreken in welke jij gered zal worden, jij en heel jouw °huis."
15 En als ik begin* te spreken valt* de heilige °geest op hen, net zoals in het begin ook op ons.
16 Ik nu wordt herinnerd* aan de uitspraak van de Heer, hoe Hij zei: ' doopt* inderdaad in water, maar jullie zullen in heilige geest gedoopt worden.'
[Commentaar]
17 Indien dan ° aan hen het gelijke geschenk geeft*, zoals ook aan ons, gelovend* op de Heer , wie was ik? Was ik in staat om ° te verhinderen*?"
[Commentaar]
18 Deze dingen nu horend* houden* zij zich rustig en zij verheerlijken* °, zeggend: "Dus ° geeft* ook aan de natiën de bezinning tot leven."
19 Dezen dan, inderdaad verstrooid wordend vanaf de verdrukking die over kwam, kwamen doorheen tot en en , tot niemand het woord sprekend dan alleen tot Joden.
[Commentaar]
20 En enigen vanuit hen waren Cypriotische en Cyreneïsche mannen, die, komend tot in , ook tot de Hellenisten1) spraken, de Heer evangeliserend.
21 En de hand van de Heer was met hen. Bovendien keert* een talrijk getal, het gelovend*, om op de Heer.
22 Het woord nu aangaande hen wordt gehoord* tot in de oren van de ekklesia die in was, en zij delegeren* naar ,
[Commentaar]
23 die, aankomend, de genade van ° waarnemend, zich verheugde*. En hij riep allen op om naar het voornemen van het hart in de Heer te blijven,
24 want hij was een goed man en vol van heilige geest en van geloof. En een aanzienlijke schare werd toegevoegd aan de Heer.
-
25 Hij nu kwam uit tot in , om us op te zoeken*.
[Commentaar]
26 En hem vindend, leidde hij hem tot in . Het gebeurde nu ook aan hen dat zij een hele jaargang in huis genomen* worden, in de ekklesia, en de aanzienlijke schare onderwijzen*. Bovendien, in worden de leerlingen voor het eerst als Christenen betiteld.
[Commentaar]
27 In deze °dagen nu kwamen profeten omlaag vanaf tot in .
-
[Commentaar]
28 Eén vanuit hen, genaamd , opstaande*, duidt* door de geest de grote hongersnood aan die op het punt staat te zullen zijn op heel de bewoonde wereld. Deze gebeurde onder .
29 Aangezien enige van de leerlingen welvarend waren, bepalen* zij ieder van hen iets te zenden aan broeders die in ° wonen,
[Commentaar]
30 wat zij ook doen*, afvaardigend* naar de oudsten door de hand van en van .
1) Hellenisten: Joden die de Griekse levensstijl aanhingen.
Terug naar de index.
Naar Handelingen 12
|
|