|
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis. Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 En een zeker man, genaamd, verkoopt*, samen met , zijn °vrouw, zijn verworvenheid
2 en hij ontvreemdt* (ook de vrouw zich er van bewust zijnde) vanaf de prijs. En een zeker deel brengend*, plaatst* hij het bij de voeten van de afgevaardigden.
3 Maar ° zei: ", waarom vervult* de jouw °hart, om jou te laten liegen* tegen de heilige °geest en iets vanaf de prijs van het stuk grond te ontvreemden*?
[Commentaar]
4 Bleef het niet blijvend van jou? En verhandeld wordend was het onder jouw autoriteit. Waarom plaatste je deze °zaak in jouw °hart? Jij liegt* niet tot mensen, maar tot °."
[Commentaar]
5 En °, deze °woorden horend, gaat* vallend ter ziele. En er kwam grote vrees op allen, deze dingen horend.
6 En opstaande* leggen* de jongeren hem af en uitdragend* begraven* zij hem.
7 En het gebeurde na een tussentijd van ongeveer drie uren, dat zijn °vrouw binnen kwam, het gebeurd zijnde niet waargenomen hebbend.
8 En antwoordde haar: "Zeg mij of je zoveel betaling van het stuk grond nam". En zij zei: "Ja, van zoveel."
9 En ° zei tot haar: "Waarom is het dat jullie overeengestemd hebben de geest van de Heer te beproeven*? Neem waar, de voeten van die jouw °man begraven* zijn aan de deur en zij zullen jou uitdragen."
10 Zij nu valt* ogenblikkelijk voor zijn °voeten en zij gaat* ter ziele. En de jongeren, binnen komend, vonden haar dood. En uitdragend* begraven* zij haar bij haar °man.
11 En grote vrees kwam op geheel de en op allen die deze dingen hoorden.
[Commentaar]
12 En door de handen van de afgevaardigden gebeurden vele tekenen en wonderen onder het volk, en zij waren allen eensgezind in de zuilengalerij van .
-
13 En van de overigen durfde niemand zich bij hen te voegen. Maar het volk maakt* hen groot.
[Commentaar]
14 En veeleer werden gelovigen in de Heer toegevoegd*, menigten van mannen en bovendien van vrouwen,
[Commentaar]
15 zodat ook tot in pleinen de zwakken werden uitgedragen en geplaatst* op draagbedjes en ligmatten, opdat indien ook bij de komst van zijn °schaduw iemand van hen zou overschaduwen.
16 En ook de menigte van de steden rondom kwam samen, zwakken en door onreine geesten gemolesteerden brengend, die allen werden genezen.
17 Maar de hogepriester stond* op en al degenen samen met hem van de groepering van de . Zij worden vervuld* van jaloezie,
-
[Commentaar]
18 en zij wierpen de handen op de afgevaardigden en plaatsten hen in publieke bewaring.
[Commentaar]
19 Maar een boodschapper van de Heer opent* in de nacht de deuren van de cel. Bovendien zei hij, hen uitleidend:
20 "Gaat en spreekt, staande in de gewijde plaats, tot het volk al de °uitspraken van dit °leven."
[Commentaar]
21 En dit horend* kwamen zij in de ochtenschemering binnen tot in de gewijde plaats en onderwezen. En de hogepriester was aangekomen, en die samen met hem waren, roepen* het bijeen en heel de senaat van de zonen van , en zij vaardigen* hen af tot in de gevangenis geleid* te worden.
[Commentaar]
22 Maar daar aankomend vonden de assistenten hen niet in de cel. En wederkerend* berichten* zij,
23 zeggend: "Wij vonden de gevangenis in alle zekerheid gesloten zijnde en de bewakers staande bij de deuren. Maar openend* vonden wij niemand binnen."
24 Als zij nu deze °woorden horen*, waren zowel de officier van de gewijde plaats als de hogepriesters verbijsterd aangaande hen. Wat mag hiervan ook maar worden?
25 Maar iemand, aankomend, bericht* aan hen: "Neem waar, de mannen die jullie in de cel plaatsten zijn in de gewijde plaats, staande en het volk onderwijzend."
[Commentaar]
26 Dan, wegkomend, leidt de officier, samen met de assistenten, hen weg, niet met geweld (want zij vreesden* het volk), opdat zij niet gestenigd zouden worden.
[Commentaar]
27 En hen leidend staan* zij in het en de hogepriester stelt* hen een vraag,
28 zeggend: "Geven* wij jullie niet opdracht met de opdracht niet te onderwijzen in deze °naam? En neem waar, jullie hebben ° vervuld van jullie °onderwijs en jullie zijn van plan het bloed van deze °mens op ons te brengen."
-
29 Maar en de afgevaardigden, antwoordend, zeggen*: "Het is bindend veeleer aan toe te geven dan aan mensen.
[Commentaar]
30 De nu van onze °vaders wekt* op, aan Wie jullie de hand slaan*, Hem hangend* op een hout.
-
31 Deze Initiatiefnemer en Redder verhoogt* ° aan Zijn °rechterhand, om aan bezinning te geven* en het laten gaan van zonden.
-
-
32 En wij zijn getuigen van deze °uitspraken en de heilige °geest, die ° geeft* aan die aan Hem toegeven."
-
33 En die horen* werden pijnlijk getroffen en zij waren van plan hen uit de weg te ruimen.
[Commentaar]
34 Maar een zekere in het , genaamd , een leraar van de wet, bij al het volk in ere, staat* op en hij beveelt* de mensen een beetje buiten te doen*.
-
[Commentaar]
35 Bovendien zei hij tot hen: Mannen! ieten! Geeft acht op julliezelf in verband met deze °mensen, wat jullie op punt staan te verrichten.
36 Want vóór deze dagen stond op, zeggend zelf iemand te zijn*, bij wie het getal van vierhonderd mannen zich aansloten, die uit de weg werd geruimd*. En allen, zovelen als door hem overreed werden, vielen uiteen en werden tot niets.
[Commentaar]
37 Na deze stond* op, de Galileeër, in de dagen van de registratie en trok volk achter hem. En ook die kwam om en allen, zovelen als door hem overreed werden, worden uiteen gestrooid*.
[Commentaar]
38 En nu zeg ik tot jullie: Neemt afstand vanaf deze °mensen en laat hen begaan, want in het geval dat deze °raad of dit °werk vanuit mensen zal zijn zal het gesloopt worden,
[Commentaar]
39 maar indien het vanuit is, zullen jullie hen niet kunnen slopen*, opdat jullie niet ook vechters tegen gevonden zullen worden."
40 En zij worden door hem overreed*. En hen tot zich roepend*, de afgevaardigden ranselend*, geven* zij opdracht niet te spreken over de naam van °. En zij laten* hen vrij.
41 Dezen gingen dan inderdaad weg vanaf het zicht van het , zich verheugend dat zij waardig werden gekeurd onteerd* te worden ten behoeve van de naam.
42 Bovendien hielden zij niet op elke dag in de gewijde plaats en van huis tot huis te onderwijzen en het van ° te brengen.
-
Terug naar de index.
Naar Handelingen 6
|
|