|
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis. Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 En na deze dingen wandelde ° in °, want Hij wilde niet in ° wandelen, omdat de Joden zochten Hem te doden*.
2 Het feest van de Joden, de , nu was nabij.
[Commentaar]
3 Zijn °broeders dan zeiden tot Hem: "Ga verder,hiervandaan, en ga heen tot in °, opdat ook jouw °leerlingen jouw °werken die jij doet zouden aanschouwen.
4 Want niemand doet iets in het verborgene en hij zoekt zelf in vrijmoedigheid te zijn*. Indien jij deze dingen doet, maak jezelf openbaar aan de wereld!"
5 Want zelfs Zijn °broeders geloofden niet in Hem.
6 ° dan zegt tot hen: "Mijn °periode is nog niet aanwezig, maar jullie °periode is altijd aanwezig, gereed.
[Commentaar]
7 De wereld kan jullie niet haten, maar Mij haat ze, omdat Ik getuigenis geef aangaande haar, dat haar °werken boosaardig zijn.
-
8 Jullie, gaat omhoog tot in dit °feest! Ik ga niet omhoog tot in dit °feest, want Mijn periode is nog niet vervuld."
9 Deze dingen nu tot hen zeggend, blijft* Hij in °.
10 Als nu Zijn °broers omhoog gingen naar het feest, dįn ging ook Hij Zelf omhoog, niet openlijk, maar als in het verborgene.
11 De Joden dan zochten Hem in het feest en zeiden: "Waar is hij?"
12 En er was veel gemor aangaande Hem onder de scharen. Dezen zeiden inderdaad dat Hij goed is, maar anderen zeiden: "Nee, maar hij doet de schare dwalen!"
13 Niettemin sprak niemand met vrijmoedigheid over Hem, vanwege de vrees van de Joden.
14 Toen nu het feest reeds halverwege was ging omhoog tot in de gewijde plaats en onderwees.
15 De Joden dan verwonderden zich, zeggend: "Hoe heeft deze de documenten waargenomen, toch niet geleerd hebbend?"
16 ° dan antwoordde* hen en zei: "Mijn °onderwijs is niet van Mij, maar van Die Mij zendt*.
[Commentaar]
17 In het geval dat iemand zal willen Zijn °wil te doen, zal hij weten aangaande het onderwijs, of het vanuit ° is of dat Ik vanuit Mijzelf spreek.
18 Hij die spreekt vanaf zichzelf zoekt de eigen °heerlijkheid, maar Die de heerlijkheid zoekt van Die Hem zendt*, Deze is waar en in Hem is geen onrechtvaardigheid.
19 Heeft niet aan jullie de wet gegeven? En niemand van jullie doet de wet! Waarom zoeken jullie Mij te doden*?"
-
[Commentaar]
20 De schare antwoordde*: "Jij hebt een demon! Wie zoekt jou te doden*?"
21 antwoordde en zei tot hen: "Ik doe* één werk en jullie allen verwonderen je?
22 Vanwege dit heeft aan jullie de besnijdenis gegeven (niet dat die vanuit is, maar vanuit de vaders) en in een sabbat besnijden jullie een mens.
-
[Commentaar]
23 Indien een mens de besnijdenis in ontvangst neemt in een sabbat, opdat toch niet de wet van ° ontbonden zal worden, zijn jullie tot Mij chagrijnig omdat Ik een hele mens gezond maak* in de sabbat?
24 Oordeelt toch niet overeenkomstig het gelaat, maar oordeelt de rechtvaardige beoordeling." -
25 Sommigen vanuit de mers zeiden: "Is deze niet degene die zij zoeken te doden*?
26 En neem waar, hij spreekt met vrijmoedigheid! En zij zeggen niets tot hem? Of waarlijk, weten* de oversten niet dat deze de is?
27 Maar deze hebben wij waargenomen van waar hij is; maar de , wanneer Hij ook maar zal komen, niemand weet van waar Hij is?"
[Commentaar]
28 ° dan, onderwijzend in de gewijde plaats, schreeuwt* en zegt: "Jullie hebben Mij ook waargenomen en jullie hebben waargenomen waarvandaan Ik ben? En Ik ben niet vanaf Mijzelf gekomen, maar Die Mij zendt* is waarachtig, Die jullie niet hebben waargenomen.
29 Maar Ik heb Hem waargenomen, omdat Ik van bij Hem ben, en Deze heeft Mij afgevaardigd."
30 Zij dan zochten Hem te pakken*. En niemand wierp de hand op Hem, want Zijn °uur was nog niet gekomen.
-
31 Vanuit de schare nu geloven* velen in Hem en zij zeiden: "De , wanneer Hij ook maar zal komen, zal niet meer tekenen doen dan welke Deze doet*!"
32 De nu horen* het morren van de schare aangaande Hem betreffende deze dingen. En de hogepriesters en de vaardigen* assistenten af, opdat zij Hem zouden pakken.
33 ° dan zei: "Ik ben nog kleine tijd met jullie en Ik ga heen naar Die Mij zendt*.
[Commentaar]
34 Jullie zullen Mij zoeken en jullie zullen Mij niet vinden. En waar ook Ik ben, daar kunnen jullie niet komen."
-
[Commentaar]
35 De Joden dan zeiden tot zichzelf: "Waar staat deze op het punt heen te gaan, dat wij hem niet zullen vinden? Hij staat toch niet op het punt tot in de verstrooiing van de Grieken te gaan en de Grieken te onderwijzen?
[Commentaar]
36 Wat is dit °woord dat hij zei: 'Jullie zullen Mij zoeken en jullie zullen Mij niet vinden'. En: 'Waar ook ik ben kunnen jullie niet komen'?"
37 In de laatste dag nu, de grote van het feest, stond ° en schreeuwt*, zeggend: "In het geval dat iemand dorst zal hebben, laat hem naar Mij toe komen en laat hem drinken.
-
[Commentaar]
38 Die in Mij gelooft, vanuit zijn °buikholte zullen, zoals het Geschrift zei, rivieren van levend water stromen."
39 Dit nu zei Hij aangaande de geest, die degenen die in Hem geloven* op het punt stonden in ontvangst te nemen. Want heilige geest was nog niet gegeven, omdat nog niet wordt verheerlijkt*.
40 Vanuit de schare dan zeiden die deze °woorden horen*: "Deze is waarlijk de profeet!"
41 Anderen zeiden: "Deze is de !" Maar dezen zeiden: "Toch niet! Want komt de vanuit °?
[Commentaar]
42 Zei het Geschrift niet dat vanuit het zaad van en vanaf , het dorp waar ook was, de komt?"
-
43 Dan kwam er scheuring in de schare, vanwege Hem.
44 Sommigen echter vanuit hen wilden Hem pakken*, maar niemand wierp de handen op Hem.
45 De assistenten dan kwamen naar de hogepriesters en de toe en dezen zeiden tot hen: "Vanwege wat leidden jullie hem niet?"
46 De assistenten nu antwoordden: "Nooit spreekt* een mens zo!"
[Commentaar]
47 De dan antwoordden hen: "Jullie zijn toch ook niet verdwaald?
48 Niemand vanuit de oversten of vanuit de gelooft* in Hem.
49 Maar deze °schare, die de wet niet kent, zij zijn verwenst!"
50 , die naar Hem toe kwam, vroeger één vanuit hen zijnde, zegt tot hen:
[Commentaar]
51 "Onze °wet oordeelt de mens toch niet, in het geval dat men die niet eerst er van zou horen en zal weten wat hij doet."
52 Zij antwoordden en zeggen* tot hem: "Ben jij niet ook vanuit °? Doorzoek en neem waar dat vanuit ° geen profeet oprijst."
53 En zij gingen, ieder tot in zijn °huis.
[Commentaar]
Terug naar de index.
Naar Johannes 8
|
|