|
(Ga met de muis op een groene naam staan, dan ziet u de betekenis. Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst. Klik op "Commentaar" en u krijgt een stukje tekst dat slaat op dit vers)
1 En het gebeurde nu dat de schare voortdurend bij Hem aandringt en het woord van ° hoort. En Zelf was Hij staande bij het meer van .
[Commentaar]
2 En Hij nam, staande bij het meer, twee schepen waar. De vissers nu, er vanaf stappend*, spoelen* hun de netten af.
3 Nu instappend* in één van de schepen, dat van ° was, vraagt* Hij hem vanaf het land een weinig terug de zee op te gaan. Nu zijnde gaan zitten*, onderwees Hij de scharen vanuit het schip.
4 Als Hij nu ophoudt* met spreken, zei Hij tot °:: "Ga terug de zee op, naar het diepe en laat jullie °netten zakken voor een vangst."
[Commentaar]
5 En antwoordend zei ° tot Hem: "Meester, de hele nacht door zwoegend* namen wij niets, maar op Uw °uitspraak zal ik de netten laten zakken."
6 En dit doende* sluiten* zij een talrijke menigte van vissen samen in. Hun netten nu scheurden door.
7 En zij wenken* de partners in het andere °schip om, komend, samen met hen aan te pakken. En zij kwamen en zij vullen* beide °schepen, zodat zij ze doen wegzinken.
8 Nu waarnemend, valt* neer op de knieën voor , zeggend: "Ga weg van mij, want ik ben een man, een zondaar, Heer!"
[Commentaar]
9 Want ontzag omvatte hem, en allen die samen met hem waren, over de vangst van de vissen die zij tezamen grepen.
10 Evenzo nu ook verging het en , zonen van , die metgezellen waren van °. En ° zei tot °: "Vrees toch niet, vanaf °nu zal jij mensen levend vangen."
11 En de schepen naar beneden leidend, alles op het land loslatend, volgen* zij Hem.
[Commentaar]
12 En het gebeurde* als Hij in één van de steden is*, en neem waar, een man, vol van melaatsheid. Nu ° waarnemend, op zijn gezicht vallend, smeekte* hij Hem, zeggend: "Heer, in het geval U zou willen, kunt U mij reinigen*!"
[Commentaar]
[Commentaar]
13 En de hand uitstrekkend* raakt* Hij hem aan, zeggend: "Ik wil het, word gereinigd!" En onmiddellijk kwam de melaatsheid van hem weg.
14 En Hij geeft* hem opdracht tot niemand iets te zeggen, maar: "Weg komend, toon* jezelf aan de priester en bied aan aangaande jouw °reiniging, zoals gebiedt*, tot getuigenis voor hen."
- [Men leze Lev. 14:1-32]
15 Het woord aangaande Hem kwam* echter veeleer doorheen en vele scharen kwamen samen om te horen en om door Hem genezen te worden van hun °zwakheden.
[Commentaar]
16 Hij nu was terugtredende in de woestijnen en biddend.
17 En het gebeurde in één van de dagen en Hij was aan het onderwijzen, en de en de leraren van de wet waren gezeten, die gekomen waren vanuit elk dorp in ° en en . En er was macht van de Heer om hen gezond te maken.
[Commentaar]
[Commentaar]
18 En neem waar, mannen brengen op een ligbed een mens die verlamd was. En zij zochten hem binnen te brengen en hem in het zicht van Hem te plaatsen*.
[Commentaar]
19 En toch niet vindend hoe zij hem binnen zullen brengen, vanwege de schare, laten* zij, omhoog klimmend op het dakterras, hem door de daktegels neer, samen met het ligbedje, tot in het midden, vlak voor °.
20 En hun °geloof waarnemend, zei Hij tot hem: "Mens, de zonden van jou zijn aan jou losgelaten."
[Commentaar]
21 En de schriftgeleerden en de beginnen* te redeneren, zeggend: "Wie is deze, die lasteringen spreekt? Wie kan zonden laten gaan* dan toch alleen °?"
22 ° nu, hun °redeneringen beseffend, zei antwoordend tot hen: "Wat redeneren jullie in jullie °harten?
23 Wat is gemakkelijker te zeggen: 'Jouw °zonden zijn aan jou losgelaten' of te zeggen: 'Kom overeind en wandel'?
24 Nu, opdat jullie zullen waarnemen dat de Zoon van de mens autoriteit heeft op de aarde om zonden te laten gaan* (zei Hij tot de verlamde): 'Tot jou zeg Ik: Kom overeind en pak* jouw °ligbedje op en ga tot in jouw °huis.'"
[Commentaar]
25 En ogenblikkelijk in het zicht van hen opstaand*, oppakkend* waarop hij neerlag, kwam hij weg tot in zijn °huis, ° verheerlijkend.
26 En ontzetting nam allen in bezit en zij verheerlijkten °. En zij worden vervuld* van vrees, zeggend: "Wij namen vandaag bizarre dingen waar."
27 En na deze dingen kwam Hij uit en Hij slaat* een tol-incasseerder gade, genaamd , zittend in het tolkantoor. En Hij zei tot hem: "Volg Mij!"
[Commentaar]
[Commentaar]
28 En alles verlatend, opstaand*, volgt* hij Hem.
29 En maakt* een grote receptie voor Hem in zijn °woonhuis. En er was * talrijke schare van tol-incasseerders en van anderen die met hen neerliggend waren.
[Commentaar]
30 En de en hun °schriftgeleerden morden tegen Zijn °leerlingen, zeggend: "Waarom eten jullie en drinken jullie met de tol-incasseerders en zondaars?"
31 En antwoordend zei ° tot hen: "Die gezond zijn hebben geen behoefte aan een arts, maar die een kwaal hebben.
[Commentaar]
32 Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen*, maar zondaars tot bezinning."
33 Dezen nu zeiden tot Hem: "De leerlingen van vasten regelmatig, en zij doen smeekbeden, evenzo die van de , maar die met U zijn eten en drinken."
[Commentaar]
[Commentaar]
34 ° nu zei tot hen: "Jullie kunnen niet de zonen van het bruidsvertrek doen vasten* waarin de bruidegom met hen is.
35 Er zullen echter dagen komen wanneer ook maar de bruidegom van hen weggenomen zal worden. Dán, in die °dagen, zullen zij vasten."
36 Hij nu zei ook een parabel tot hen. "Niemand scheurt* een verstellap vanaf nieuwe bovenkleding en zet die op oude bovenkleding. In dat geval zal zeker het nieuwe scheuren en de oude verstellap zal niet overeenstemmen met die van het nieuwe.
[Commentaar]
37 En niemand werpt jonge wijn tot in oude leren zakken. Indien toch zal de jonge °wijn de leren zakken zeker doen barsten en ze zal verspild worden en de leren zakken zullen verloren gaan.
[Commentaar]
38 Maar jonge wijn wordt gestort tot in nieuwe leren zakken en beide worden goed bewaard.
39 En niemand die de oude drinkt wil onmiddellijk jonge, want hij zegt: 'De oude is milder.'"
Terug naar de index.
Naar Lucas 6
|
|