|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En JAHWEH zei tot : "Tot wanneer rouw je om ? Want Ik, Ik verwierp hem om koning te zijn over . Vul je hoorn met olie en ga! Ik zend jou naar , de iet, want Ik zag onder zijn zonen voor Mij een koning."
2 En zei: "Hoe zal ik gaan? Want hoort het en hij doodt mij." En JAHWEH zei: "Jij zal een vaars van het grootvee in jouw hand nemen en jij zal zeggen: Ik kom om te offeren aan JAHWEH.
3 En jij nodigt uit voor het slachtoffer en Ik zal jou bekendmaken wat jij zal doen. En jij zalft voor Mij wie Ik jou zal zeggen."
4 En deed wat JAHWEH sprak en hij kwam in . En de oudsten van de stad beefden om hem te ontmoeten. En men zei: "Komt u met vrede?"
5 En hij zei: "Vrede! Ik kom om te offeren aan JAHWEH. Heiligt jezelf en komt met mij naar het slachtoffer." En hij heiligde en zijn zonen en hij nodigde hen uit voor het slachtoffer.
6 En het gebeurde bij hun binnenkomen dat hij zag en hij zei: "Zeker, tegenover JAHWEH is Zijn gezalfde."
7 En JAHWEH zei tot : "Het moet niet zo zijn dat jij kijkt naar zijn verschijning en naar de verhevenheid van zijn statuur, want Ik verwierp hem. Want het is niet wat de mens ziet, want de mens ziet met de ogen, maar JAHWEH ziet naar het hart."
8 En riep tot en hij deed hem passeren voor het aangezicht van . En hij zei: "Ook deze koos JAHWEH niet."
9 En deed passeren. En hij zei: "Ook deze koos JAHWEH niet."
10 En deed zeven van zijn zonen passeren voor het aangezicht van , en zei tot : "Dezen koos JAHWEH niet."
11 En zei tot : "Is dit het einde van de knapen?" En hij zei: "De kleine bleef nog over, maar aanschouw!, hij weidt het kleinvee." En zei tot : "Zend en neem hem! Want wij zullen niet rondom verzamelen tot hij hier komt."
12 En hij zond en hij deed hem komen. En hij was rossig met heel mooie ogen en hij was goed van aanblik. En JAHWEH zei: "Sta op, zalf hem, want deze is het."
13 En nam de hoorn van de olie en hij zalfde hem te midden van zijn broeders. En geest van JAHWEH is voorspoedig op vanaf die dag en verder. En stond op en hij ging in de richting van .
14 En de geest van JAHWEH trok zich terug van en een kwade geest vanaf JAHWEH joeg hem schrik aan.
15 En dienaren van zeiden tot hem: "Aanschouw!, alstublieft, een kwade geest van Elohim jaagt u schrik aan!
16 Onze heer zal alstublieft tot uw dienaren voor uw aangezicht zeggen dat zij een wetend man zullen zoeken, spelend op de harp. En het gebeurt wanneer de kwade geest van Elohim over u komt, dat hij speelt met zijn hand en het goed met u is."
17 En zei tot zijn dienaren: "Ziet, alstublieft, voor mij uit naar een man die goed muziek speelt en brengt hem bij mij."
18 En één van de knapen antwoordde en hij zei: "Aanschouw!, ik zag een zoon van , de iet, wetend hoe muziek te spelen en een machtig man van dapperheid en een man van oorlog en die verstand heeft van het woord en een man van voorkomen. En JAHWEH is met hem."
19 En zond boodschappers naar en hij zei: "Zend mij , jouw zoon, die bij het kleinvee is."
20 En nam een ezel, brood en een leren zak wijn en een geitenbokje en hij zond het door de hand van , zijn zoon, naar .
21 En kwam bij en hij stond voor zijn aangezicht en hij had hem uitermate lief. En hij werd voor hem drager van de wapens.
22 En zond naar , zeggend: " zal, alstublieft, voor mijn aangezicht staan, want hij heeft genade gevonden in mijn ogen."
23 En het gebeurde bij de komst van geest van Elohim op , dat de harp nam en hij speelde met zijn hand. En het luchtte op en het ging hem goed. En de geest van het kwaad trok zich van hem terug.
Terug naar de indexpagina
Naar 1Samuël 17
|
|