|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En het woord van kwam tot heel . En ging uit om de Filistijnen te ontmoeten voor de strijd en zij legerden zich bij en de Filistijnen legerden zich bij .
2 En de Filistijnen stelden zich in slagorde op om te ontmoeten. En de strijd waaierde uit en werd verslagen voor het aangezicht van de Filistijnen. En zij sloegen in slagorde in het veld ongeveer vierduizend mannen neer.
3 En het volk kwam naar de legerplaats en de oudsten van zeiden: "Waarom versloeg JAHWEH ons vandaag voor de aangezichten van de Filistijnen? Wij zullen voor ons uit de kist van het verbond van JAHWEH nemen en die zal in ons midden komen en Hij zal ons redden uit de handpalm van onze vijanden!"
4 En het volk zond mannen naar en zij droegen vanaf daar de kist van het verbond van JAHWEH van legermachten, waar de cherubs wonen. En daar waren twee zonen van , met de kist van het verbond van de Elohim, en .
5 En het gebeurde toen de kist van het verbond van JAHWEH naar de legerplaats kwam, dat heel juichte, een groot gejuich; en de aarde dreunde.
6 En de Filistijnen hoorden het geluid van het gejuich en zij zeiden: "Wat is het geluid van dit grote gejuich in de legerplaats van de Hebreeën?" En zij worden geïnformeerd dat de kist van JAHWEH naar de legerplaats kwam.
7 En de Filistijnen vreesden, want zij zeiden: "Elohim kwam naar de legerplaats!" En zij zeiden: "Wee ons, want zoals dit gebeurde niet gisteren of eergisteren.
8 Wee ons, wie zal ons redden uit de hand van deze edele elohim? Deze zijn de elohim die de Egyptenaren in elke slag neersloegen in de wildernis.
9 Toont jezelf standvastig en weest mannen, Filistijnen, opdat jullie niet de Hebreeën dienen zoals zij jullie dienden. En jullie zijn tot mannen en jullie vechten."
10 En de Filistijnen vochten en werd verslagen en de mannen vluchtten naar hun tenten; en de slag was uitermate groot. En er vielen van dertigduizend voetmannen.
11 En de kist van Elohim werd genomen en de twee zonen van , en , stierven.
12 En een man van rende uit de slagorde en hij kwam in , in die dag. En zijn jassen waren gescheurd en er was grond op zijn hoofd.
13 En hij kwam en aanschouw!, zat op de zetel aan de kant van de weg, uitkijkend, want zijn hart beefde vanwege de kist van de Elohim. En de man kwam in de stad om te vertellen en heel de stad schreeuwde het uit.
14 En hoorde het geluid van het rumoer en hij zei: "Wat is de reden van het geluid van dit rumoer?" En de man haaste zich en hij kwam en hij vertelde het aan .
15 En was een zoon van achtennegentig jaren, en zijn ogen waren onbeweeglijk en hij was niet in staat om te zien.
16 En de man zei tot : "Ik ben die komt van de slagorde, en ik, ik vluchtte vandaag uit de slagorde." En hij zei: "Wat is het woord, mijn zoon?"
17 En de nieuwsbrenger antwoordde en hij zei: " vluchtte voor de aangezichten van de Filistijnen en er was ook een grote slag onder het volk; en ook stierven uw twee zonen, en . En de kist van de Elohim werd genomen."
18 En het gebeurde bij het vermelden van de kist van de Elohim, dat hij van de zetel viel, achterover, bij de kant van de poort, en zijn ruggegraat werd gebroken. En hij stierf, want de man was oud en zwaar. En hij sprak recht in , veertig jaren.
19 En zijn schoondochter, de vrouw van , was zwanger om te baren; en zij hoorde het bericht dat de kist van de Elohim genomen werd, en dat haar schoonvader en haar man stierven. En zij kromde zich en zij baarde, want haar weeën keerden zich tegen haar.
20 En op het moment van haar sterven, toen de vrouwen die bij haar stonden spraken: "Het moet niet zo zijn dat jij vreest, want jij hebt een zoon gebaard," antwoordde zij niet en zij zette haar hart er niet op.
21 En zij noemt de knaap , zeggend: "De heerlijkheid van is weggerold", omdat de kist van de Elohim werd genomen en vanwege haar schoonvader en haar man.
22 En zij zei: "De heerlijkheid van rolde weg, want de kist van de Elohim werd genomen."
Terug naar de indexpagina
Naar 1Samuël 5
|
|