|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 En zij brachten de kist van de Elohim binnen en zij zetten hem neer in het midden van de tent die er voor spande. En zij brachten opstijgoffers en vredeoffers naderbij voor het aangezicht van de Elohim.
2 En beëindigde het doen opgaan van het opstijgoffer en de vredeoffers, en hij zegende het volk in de Naam van JAHWEH.
3 En hij deelde aan iedereen van uit, van man tot vrouw, aan elk een brood en een dadelkoek en een rozijnenkoek.
4 En hij stelde voor het aangezicht van de kist van JAHWEH van de Levieten aan die dienst verrichtten en die deden herinneren en om toe te juichen en om JAHWEH, Elohim van te lofprijzen:
5 , het hoofd, en zijn tweede, . en en en en en en en , met muziekinstrumenten: citers en harpen, en op de cimbalen, lieten zich horen,
6 en en , de priesters, met de trompetten, waren voortdurend voor het aangezicht van de kist van het verbond van de Elohim.
7 Toen, in die dag, gaf voor het eerst bevel om JAHWEH toe te juichen door de hand van en zijn broeders.
8 "Juicht tot JAHWEH! Roept Zijn Naam aan! Maakt aan de volkeren Zijn handelingen bekend.
9 Zingt voor Hem! Musiceert voor Hem een melodie! Mediteert over al Zijn wonderbaarlijke werken!
10 Roemt in de Naam van Zijn heiligheid! Laat het hart van die JAHWEH zoeken zich verheugen!
11 Raadpleegt JAHWEH en Zijn sterkte! Zoekt voortdurend Zijn aangezicht!
12 Gedenkt Zijn wonderbaarlijke werken die Hij deed, Zijn wonderen en de oordelen uit Zijn mond.
13 Zaad van , Zijn dienaren, zonen van , Zijn uitverkorenen,
14 Hij is JAHWEH, onze Elohim, Zijn oordelen zijn over heel de aarde.
15 Gedenkt Zijn verbond voor de aion, het woord dat ter instructie aan duizend generaties,
16 dat Hij sneed met , en Zijn eed aan .
17 Hij ratificeerde het aan als een statuut, aan , een aionisch verbond,
18 zeggend: Aan jou zal Ik het land geven, het gebied van jullie lotbezit.
19 Toen er van jullie volwassen mannen weinigen van getal waren, en jullie tijdelijk in haar verbleven,
20 gingen zij rond van natie tot natie en van het ene koninkrijk naar het andere volk.
21 Hij stond aan niemand toe hen uit te buiten en Hij berispte koningen vanwege hen.
22 Het moet niet zo zijn dat jullie Mijn gezalfden aanraken, en Mijn profeten, het moet niet zo zijn dat jullie hen kwaad doen.
23 Zingt tot JAHWEH, heel de aarde! Brengt van dag tot dag nieuws over Zijn redding!
24 Verhaalt onder de naties Zijn heerlijkheid, onder alle volken Zijn wonderbaarlijke werken.
25 Want JAHWEH is groot en uitermate te lofprijzen. En Hij is vreeswekkend boven alle elohim.
26 Want alle elohim van de volken zijn nutteloze afgoden. En JAHWEH? Hij maakte de hemelen.
27 Pracht en eer zijn vóór Hem, sterkte en extase in Zijn woonplaats.
28 Verleent aan JAHWEH, families van volken, verleent aan JAHWEH heerlijkheid en sterkte.
29 Verleent aan JAHWEH de heerlijkheid van Zijn Naam; draagt een erkenningsoffer en komt voor Zijn aangezicht. Aanbidt tot JAHWEH in eer van heiligheid.
30 Hebt barensweeën voor Zijn aangezicht, heel de aarde. Inderdaad, de wereld wordt gevestigd, ze zal helemaal niet uitglijden.
31 Laat de hemelen zich verheugen en de aarde uitbundig jubelen en onder de naties zullen zij zeggen: JAHWEH regeert!
32 Laat de zee en zijn volheid donderen en laat het veld blij zijn en al wat er in is.
33 Dan zullen de bomen van het woud jubelen voor het aangezicht van JAHWEH, want Hij komt om de aarde te beoordelen.
34 Juicht JAHWEH toe, want Hij is goed, Zijn vriendelijkheid is voor de aion.
35 En zegt: Red ons, Elohim van onze redding, en roep ons bijeen en red ons van de naties, om de Naam van Uw heiligheid toe te juichen, om te triomferen in Uw lofprijzing.
36 Wees gezegend, JAHWEH, Elohim van , van de aion en tot aan de aion." En heel het volk zei: "Amen!" en prees lof aan JAHWEH!
37 En hij liet daar, voor het aangezicht van de kist van het verbond van JAHWEH, aan en aan zijn broeders over om voortdurend dienst te verrichten voor het aangezicht van de kist naar de zaak van dag na dag,
38 en en zijn broeders, acht en zestig. En , zoon van , en , als poortwachters,
39 en , de priester, en zijn broeders, de priesters, voor het aangezicht van de verblijfplaats van JAHWEH, in de hoge plaats die in was,
40 om opstijgoffers aan JAHWEH te doen opgaan op het altaar van het voortdurend opstijgoffer, in de ochtend en in de avond, en voor al wat geschreven is in de wet van JAHWEH, die Hij als instructie gaf.
41 En met hen waren en en de overigen van die ideaal waren, die bij naam gespecificeerd werden om JAHWEH toe te juichen, want Zijn vriendelijkheid is voor de aion.
42 En met hen, en , waren trompetten en cimbalen om te doen horen en instrumenten voor het lied van de Elohim. En de zonen van waren bij de poort.
43 En heel het volk ging weg, ieder naar zijn huis. En keerde zich om zijn te zegenen.
Terug naar de indexpagina
Naar 1 Kronieken 17
|
|