|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 En de zonen van: en , en , vier.
2 En de zonen van : en en en en en , hoofden van het huis van hun vaders, van , machtige mannen van dapperheid. Naar hun genealogische registraties was hun census in de dagen van twee en twintig duizend zeshonderd.
3 En de zonen van : , en de zonen van : en en , ; alle vijf waren zij hoofden.
4 Bij hen behoorden, naar hun genealogische registraties van het huis van hun vaders, zes en dertig duizend troepen van het leger van de oorlog, want zij hadden veel vrouwen en zonen.
5 En hun broeders in alle families van , machtige mannen van strijdmachten, zeven en tachtig duizend, allen van hen geregistreerd geworden.
6 De zonen van : en en , drie.
7 En de zonen van : en en en en , vijf hoofden van het huis van hun vaders, machtige mannen van strijdmachten; en hun geregistreerd worden telde twee en twintig duizend en vier en dertig.
8 En de zonen van : en en en en en en en en ; deze allen waren zonen van ;
9 zij waren geregistreerd geworden naar hun genealogische registraties als hoofden van het huis van hun vaders, twintig duizend tweehonderd machtige mannen van dapperheid.
10 En de zonen van : , en de zonen van : en en en en en en ;
11 deze allen waren zonen van , hoofden van de vaders, machtige mannen van strijdmachten: zeventien duizend tweehonderd, uitgaanden van het leger voor de strijd.
12 En en waren zonen van ; zoon van .
13 De zonen van : en en en , zonen van .
14 De zonen van : , die zijn Arameese bijvrouw baarde; zij baarde ook , vader van .
15 En nam een vrouw voor en voor ; en de naam van zijn zuster was . En de naam van de tweede was . En voor waren er dochters.
16 En , vrouw van , baarde een zoon en zij noemde zijn naam . En de naam van zijn broeder was , en zijn zonen waren en .
17 En de zoon van : . Dezen waren de zonen van , zoon van , zoon van .
18 Zijn zuster, , baarde en en .
19 En de zonen van waren: en en en .
20 En de zonen van : , zijn zoon , zijn zoon , zijn zoon , zijn zoon ,
21 zijn zoon , zijn zoon en en . En de mannen van doodden hen die in het land geboren waren, omdat zij afdaalden om hun veebezit te nemen.
22 En , hun vader, rouwde vele dagen, en zijn broeders kwamen om hem te troosten.
23 En hij kwam tot zijn vrouw en zij werd zwanger en zij baarde een zoon. En hij noemt zijn naam , omdat het kwaad in zijn huis was gekomen.
24 En zijn dochter was ; en zij bouwde Beneden- en Boven , en .
25 En was zijn zoon; zijn zoon en zijn zoon en zijn zoon ,
26 zijn zoon , zijn zoon , zijn zoon ,
27 zijn zoon , zijn zoon .
28 En hun grondbezit en hun woonplaatsen waren: met haar randgebieden, en naar het oosten en naar het westen met haar randgebieden, en met haar randgebieden, tot aan met haar randgebieden.
29 En aan de zijden van de zonen van : met haar randgebieden, met haar randgebieden, met haar randgebieden, met haar randgebieden. In deze woonden de zonen van , zoon van .
30 De zonen van : en en en en , hun zuster.
31 En de zonen van : en ; hij was de vader van .
32 En verwekte en en , en hun zuster .
33 En de zonen van : en en ; dezen waren zonen van .
34 En de zonen van : en en en .
35 En de zonen van zijn broeder : en en en .
36 De zonen van : en en en en ,
37 en en en en en .
38 En de zonen van : en en .
39 En de zonen van : en en .
40 Al dezen waren zonen van , hoofden van het huis van de vaders, de idealen, machtige mannen van de strijdmachten, hoofden van de vorsten; en geregistreerd geworden in het leger, voor de strijd; hun census was zes en twintig duizend mannen.
Terug naar de indexpagina
Naar 1 Kronieken 8
|
|