|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 In zijn dagen ging , koning van op en is voor hem een dienaar, drie jaren; en hij keert terug en hij kwam in opstand tegen hem.
2 En JAHWEH zond tegen hem benden van de Chaldeeën en benden van en benden van en benden van de zonen van , en Hij zond hen tegen om hem te vernietigen naar het woord van JAHWEH, dat Hij sprak door de hand van Zijn dienaren, de profeten.
3 Echter, op de mond van JAHWEH kwam het tegen , om het te doen weggaan van voor Zijn aangezicht, vanwege de zonden van , naar alles wat hij deed,
4 en ook het bloed van de onschuldige, dat hij vergoot, want hij vulde met onschuldig bloed. En JAHWEH wilde het niet vergeven.
5 En de rest van de zaken van en alles wat hij deed, zijn zij niet geschreven op de boekrol van de woorden van de dagen van de koningen van ?
6 En lag neer bij zijn vaders en , zijn zoon, regeerde in zijn plaats.
7 En de koning van ging niet verder door met uitgaan vanuit zijn land, want de koning van nam vanaf de wadi van tot aan de rivier van de , alles wat van de koning van was.
8 Een zoon van achttien jaren was toen hij koning werd en hij regeerde drie maanden in . En de naam van zijn moeder is , dochter van , uit .
9 En hij deed het kwade in de ogen van JAHWEH, naar al wat zijn vader deed.
10 In die tijd gingen de dienaren van , koning van , op tegen , en de stad kwam in belegering.
11 En kwam tegen de stad en zijn dienaren belegerden haar.
12 En , koning van , ging uit tegen de koning van , hij en zijn moeder en zijn dienaren en zijn oversten en zijn eunuchen. En de koning van nam hem in het achtste jaar van zijn regeren.
13 En hij deed van daar alle schatten van het huis van JAHWEH en de schatten van het huis van de koning uitgaan, en hij hakte alle voorwerpen van het goud weg, die , koning van , maakte in de tempel van JAHWEH, zoals JAHWEH sprak.
14 En hij deporteerde heel en alle oversten en alle machtige mannen van dapperheid (tien duizend werden gedeporteerd), en elke vakman en de metaalbewerker. Er bleef niemand over, uitgezonderd de arme van het volk van het land.
15 En hij deporteerde naar , en de moeder van de koning en de vrouwen van de koning en zijn eunuchen en de scheidsrechters van het land; hij deed hen gaan in deportatie van naar .
16 En alle dappere mannen, zeven duizend, en de vakman en de metaalbewerker, duizend, allen machtige mannen die oorlog doen en de koning van bracht hen in deportatie naar .
17 En de koning van maakte , zijn oom, koning in zijn plaats, en hij veranderde zijn naam in .
18 Een zoon van één en twintig jaren was toen hij koning werd, en hij regeerde elf jaren in . En de naam van zijn moeder was , dochter van , uit .
19 En hij deed het kwade in de ogen van JAHWEH, naar alles wat deed.
20 Want vanwege de boosheid van JAHWEH kwam het tegen en tegen , totdat Hij hen van voor Zijn aangezicht weggooide. En komt in opstand tegen de koning van .
Terug naar de indexpagina
Naar 2 Koningen 25
|
|