Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
2 Kronieken
Hoofdstuk 1

   
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)


DE STRUCTUUR VAN 1 EN 2 KRONIEKEN
1Kron.1:1-9:1.   Op naar de gevangenschap-----
Genealogie
----
1Kron.9:2-44.     Na de terugkeer.
1Kron.10:1-2Kron.36:21.   Op naar de gevangenschap-----
De geschiedenis
----
2Kron.36:22,23.     Na de terugkeer.

1 SalomoSalomo = man van vrede, zoon van DavidDavid = lieveling, betoonde zich standvastig over zijn koninkrijk en JAHWEH, zijn Elohim, was met hem en Hij maakte hem buitengewoon groot.
2 En SalomoSalomo = man van vrede sprak tot heel IsraëlIsraël = strijder van God en tot de oversten van de duizenden en de honderden en tot de rechters en tot elke vorst, tot heel IsraëlIsraël = strijder van God, hoofden van de vaders.
3 En SalomoSalomo = man van vrede, en heel de samenkomst met hem, ging naar de hoge plaats die in GibeonGibeon = hoogte was, want daar was de tent van de afspraak van de Elohim, die MozesMozes = doen vergeten, getrokken, uit het water halen, dienaar van JAHWEH, maakte in de wildernis.
4 Niettemin deed DavidDavid = lieveling de kist van de Elohim opgaan van Kirjat-JearimKirjat-Jearim = stad van de bossen naar een plaats die DavidDavid = lieveling er voor bereid had, want hij spande er een tent voor op in JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredestichter.
5 En het koperen altaar dat BesaleëlBesaleël = in de schaduw van God, zoon van UriUri = mijn licht is Jah, zoon van ChurChur = vrij, edel, maakte, plaatste hij voor het aangezicht van de verblijfplaats van JAHWEH. En SalomoSalomo = man van vrede en de samenkomst zochten hem ernstig.
6 En SalomoSalomo = man van vrede ging daarheen op, naar het koperen altaar, voor het aangezicht van JAHWEH, dat was bij de tent van de afspraak en hij deed er duizend opstijgoffers op opgaan.
7 In die nacht verscheen Elohim aan SalomoSalomo = man van vrede en Hij zei tot hem: "Vraag! Wat zal Ik jou geven?"
8 En SalomoSalomo = man van vrede zei tot Elohim: "U deed aan DavidDavid = lieveling, mijn vader, grote vriendelijkheid en U maakte mij koning in zijn plaats.
9 Nu, JAHWEH Elohim, Uw woord met DavidDavid = lieveling, mijn vader, zal bewaarheid worden, want U maakte mij koning over een volk zo talrijk als de losse aarde van de aarde. En Ik vestig jouw zaad als de grond van het land. Indien een man in staat is de grond van het land te tellen, zal hij bovendien jouw zaad geteld hebben. (SW)[Gen. 13:16]
10 Geef mij nu wijsheid en kennis, dan zal ik uit gaan voor het aangezicht van dit volk en in komen, want wie zal dit grote volk van U rechtspreken?"
11 En Elohim zei tot SalomoSalomo = man van vrede: "Omdat dit in jouw hart was en jij niet vroeg om rijkdom, middelen en heerlijkheid en de ziel van die jou haten en jij ook niet vroeg om vele dagen, en jij voor jouzelf vroeg om wijsheid en kennis, zodat jij recht spreekt over Mijn volk over wie Ik jou koning maakte,
12 de wijsheid en de kennis worden aan jou gegeven, en rijkdom en middelen en heerlijkheid geef Ik aan jou, zoals de koningen die voor jou waren niet hadden en die na jou komen niet zo zullen hebben." 16 Ik sprak met mijn hart, zeggend: "Ik, aanschouw!, ik ben groot geworden en ik voegde wijsheid toe boven allen die vóór mij over Jeruzalem waren. En mijn hart zag veel wijsheid en kennis." (SW)[Pred. 1.16]
13 En SalomoSalomo = man van vrede kwam van de hoge plaats in GibeonGibeon = hoogte terug in Jeruzalem, van voor het aangezicht van de tent van de afspraak, en hij regeerde over IsraëlIsraël = strijder van God.
14 En SalomoSalomo = man van vrede verzamelde strijdwagens en strijdrossen, en hij verkreeg duizend en vier honderd strijdwagens en twaalf duizend strijdrossen, en hij liet ze achter in de steden van de strijdwagens en bij de koning in JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredestichter. En Salomo krijgt veertigduizend paardenstallen voor zijn strijdwagens en twaalfduizend ruiters (SW)[1Kon. 4:26]
15 En de koning gaf het zilver en het goud in JeruzalemJeruzalem = stad van (de god) Salem - vredestichter als stenen en hij gaf de ceders als de moerbeibomen, die er in veelheid zijn in het lage voorgebergte. En hij zal voor zich geen vrouwen doen toenemen en hij zal zijn hart niet afwenden, en zilver en goud zal hij voor zichzelf niet buitengewoon doen toenemen. (SW)[Deut. 17:17]
16 En de import van de paarden die SalomoSalomo = man van vrede had was uit EgypteEgypte = (egyptisch)huis van (de god) Ptah - (koptisch) het zwarte land (tov. de witte woestijn) en uit KeweKewe = doen uitrekken naar. En de kooplieden van de koning nemen ze mee uit KeweKewe = doen uitrekken naar tegen een koopprijs.
17 En zij deden een strijdwagen uit EgypteEgypte = (egyptisch)huis van (de god) Ptah - (koptisch) het zwarte land (tov. de witte woestijn) uitgaan voor zeshonderd zilverstukken en een paard voor honderd en vijftig. En zo deden zij ze door hun hand uitgaan naar alle koningen van de Hethieten en de koningen van AramAram = hoog.

Terug naar de indexpagina
Naar 2 Kronieken 2
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.