|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
DE STRUCTUUR VAN 1 EN 2 KRONIEKEN
1Kron.1:1-9:1. | |
Op naar de gevangenschap | ----- Genealogie ---- |
1Kron.9:2-44. | | Na de terugkeer. |
1Kron.10:1-2Kron.36:21. | |
Op naar de gevangenschap | ----- De geschiedenis ---- |
2Kron.36:22,23. | | Na de terugkeer. |
1 , zoon van , betoonde zich standvastig over zijn koninkrijk en JAHWEH, zijn Elohim, was met hem en Hij maakte hem buitengewoon groot.
2 En sprak tot heel en tot de oversten van de duizenden en de honderden en tot de rechters en tot elke vorst, tot heel , hoofden van de vaders.
3 En , en heel de samenkomst met hem, ging naar de hoge plaats die in was, want daar was de tent van de afspraak van de Elohim, die , dienaar van JAHWEH, maakte in de wildernis.
4 Niettemin deed de kist van de Elohim opgaan van naar een plaats die er voor bereid had, want hij spande er een tent voor op in .
5 En het koperen altaar dat , zoon van , zoon van , maakte, plaatste hij voor het aangezicht van de verblijfplaats van JAHWEH. En en de samenkomst zochten hem ernstig.
6 En ging daarheen op, naar het koperen altaar, voor het aangezicht van JAHWEH, dat was bij de tent van de afspraak en hij deed er duizend opstijgoffers op opgaan.
7 In die nacht verscheen Elohim aan en Hij zei tot hem: "Vraag! Wat zal Ik jou geven?"
8 En zei tot Elohim: "U deed aan , mijn vader, grote vriendelijkheid en U maakte mij koning in zijn plaats.
9 Nu, JAHWEH Elohim, Uw woord met , mijn vader, zal bewaarheid worden, want U maakte mij koning over een volk zo talrijk als de losse aarde van de aarde.
10 Geef mij nu wijsheid en kennis, dan zal ik uit gaan voor het aangezicht van dit volk en in komen, want wie zal dit grote volk van U rechtspreken?"
11 En Elohim zei tot : "Omdat dit in jouw hart was en jij niet vroeg om rijkdom, middelen en heerlijkheid en de ziel van die jou haten en jij ook niet vroeg om vele dagen, en jij voor jouzelf vroeg om wijsheid en kennis, zodat jij recht spreekt over Mijn volk over wie Ik jou koning maakte,
12 de wijsheid en de kennis worden aan jou gegeven, en rijkdom en middelen en heerlijkheid geef Ik aan jou, zoals de koningen die voor jou waren niet hadden en die na jou komen niet zo zullen hebben."
13 En kwam van de hoge plaats in terug in Jeruzalem, van voor het aangezicht van de tent van de afspraak, en hij regeerde over .
14 En verzamelde strijdwagens en strijdrossen, en hij verkreeg duizend en vier honderd strijdwagens en twaalf duizend strijdrossen, en hij liet ze achter in de steden van de strijdwagens en bij de koning in .
15 En de koning gaf het zilver en het goud in als stenen en hij gaf de ceders als de moerbeibomen, die er in veelheid zijn in het lage voorgebergte.
16 En de import van de paarden die had was uit en uit . En de kooplieden van de koning nemen ze mee uit tegen een koopprijs.
17 En zij deden een strijdwagen uit uitgaan voor zeshonderd zilverstukken en een paard voor honderd en vijftig. En zo deden zij ze door hun hand uitgaan naar alle koningen van de Hethieten en de koningen van .
Terug naar de indexpagina
Naar 2 Kronieken 2
|
|