|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 En begon met het bouwen van het huis van JAHWEH in , op de berg , waar Hij verscheen aan , zijn vader, die voorbereidde op de plaats van de dorsvloer van , de Jebusiet.
2 En hij begon met bouwen in de tweede maand, in de tweede dag, in het vierde jaar van zijn regering.
3 En legde deze fundering om het huis van de Elohim te bouwen: de lengte in ellen naar de vroegere maat zestig ellen en de breedte was twintig ellen.
4 En de gewelfde voorhal die aan de voorzijde was in de lengte, naar de breedte van het huis: twintig ellen, en de hoogte was honderd en twintig. En hij overtrok hem aan de binnenkant met zuiver goud.
5 En het grote huis overdekte hij met hout van cypressen en hij overdekte hem met goed goud en hij zette daar palmbomen en gevlochten kettingen.
6 En hij overdekt het huis met kostbare steen voor schoonheid, en het goud was goud van
7 En hij overdekte het huis met goud: de dakspanten, de drempels en zijn zijmuren en zijn deuren, en hij graveerde cherubs op de zijmuren.
8 Binnen het huis maakte hij de heiligheid van de heiligheden. De lengte er van, op de voorzijde van de breedte van het huis, was twintig ellen, en de breedte er van was twintig ellen, en hij overdekte het met zeshonderd talenten goed goud.
9 En het gewicht van de spijkers was vijftig gouden shekels. En de bovendelen overdekte hij met goud.
10 En in het huis van de heiligheid van de heiligheden maakte hij twee cherubs, vakmanschap van beedhouwers, en hij overtrok ze met goud.
11 En de vleugels van de cherubs, hun lengte was twintig ellen; de ene vleugel van vijf ellen raakte de zijmuur van het huis aan en de andere vleugel, vijf ellen, raakte tot aan de vleugel van de andere cherub.
12 En de vleugel van de ene cherub, vijf ellen, raakte tot aan de zijmuur van het huis en de andere vleugel, vijf ellen, hield de vleugel van de andere cherub vast.
13 De vleugels van deze cherubs waren, uitgespreid, twintig ellen, en zij stonden op hun voeten en hun gezichten waren naar binnen gericht.
14 En hij maakte het gordijn van blauwe wol, purper en vermiljoen rood en fijn linnen en hij zette daarop cherubs.
15 En hij maakte vóór het huis twee kolommen, vijf en dertig ellen in lengte, en het kopstuk, dat op hun bovenkant was, was vijf ellen.
16 En hij maakte gevlochten kettingen in het binnenste heiligdom en hij gaf die ook op de bovenkant van de kolommen. En hij maakte honderd granaatappels en hij doet die in de gevlochten kettingen.
17 En hij richtte de kolommen op aan de voorzijde van de tempel, één aan de rechterkant en één aan de linkerkant. En hij noemde de naam van de rechter en de naam van de linker .
Terug naar de indexpagina
Naar 2 Kronieken 4
|
|