|
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam dan ziet u de betekenis)
1 Ik zie mijn Heer opgesteld staande op het altaar en Hij zegt: Sla het bolkapiteel en de drempels zullen schudden en knip hen af bij het hoofd, allemaal! En hun achterste zal Ik doden met het zwaard en die vlucht zal niet wegvluchten en die ontkoming zoekt zal naar hen niet ontsnappen.
2 Indien zij inbreken in het dodenrijk, van daar zal Mijn hand hen nemen, en indien zij opgaan naar de hemelen, van daar zal Ik hen neerwaarts brengen.
3 En indien zij zich verschuilen op de top van de , vanaf daar zal Ik doorzoeken en hen nemen. En indien zij zich verbergen tegenover Mijn ogen in de vloer van de zee, vanaf daar zal Ik de slang instructie geven en hij zal hen bijten.
4 En indien zij in krijgsgevangenschap gaan voor het aangezicht van hun vijanden, vanaf daar zal Ik het zwaard instructie geven en het zal hen doden. En Ik plaats Mijn oog op hen ten kwade en niet ten goede.
5 En mijn Heer, JAHWEH van de legermachten, is het Die het land aanraakt en het ontbindt. En alle inwoners in haar treuren. En het gaat op, alles van haar, als de , en het zinkt weg als de van .
6 Die Zijn opgangen bouwt in de hemelen en Zijn bouwwerk op de aarde fundeert, Die tot de wateren van de zee roept en ze uitgiet over de oppervlakte van de aarde, JAHWEH is Zijn Naam.
7 Zijn jullie niet voor Mij als de zonen van de ieten, zonen van , zegt JAHWEH met nadruk. Deed Ik niet opgaan vanaf het land van en Filistijnen van en vanaf ?
8 Aanschouw, de ogen van mijn Heer JAHWEH zijn op het zondige koninkrijk en Ik roei haar uit vanaf de oppervlakte van de grond. Alleen zal Ik niet het huis van uitroeien, ja uitroeien, zegt JAHWEH met nadruk.
9 Want aanschouw, Ik geef instructie en Ik zal het huis van heen en weer bewegen onder alle naties, zoals het heen en weer bewogen wordt in een zeef, maar geen kiezelsteen zal op de aarde vallen.
10 Door het zwaard zullen zij sterven, alle zondaars van Mijn volk, die zeggen: Het kwaad zal niet dichtbij komen, noch aangaande ons confronteren.
11 In die dag zal Ik de gevallen hut van oprichten en Ik zal hun bressen ommuren en hun gesloopte plaatsen zal Ik oprichten en Ik bouw haar als in de dagen van de aion,
12 opdat zij het overblijfsel van zullen pachten en alle naties over wie Mijn Naam geroepen wordt, zegt JAHWEH met nadruk, Die dit doet.
13 Aanschouw, de dagen komen, zegt JAHWEH met nadruk, dat de ploegende dicht bij de oogstende komt en die druiven treedt bij die het zaad uit de zak trekt. En de bergen druppelen nieuwe wijn en alle heuvels zullen rimpelen.
14 En Ik zal de krijgsgevangenschap van Mijn volk omkeren en zij zullen troosteloos geworden steden herbouwen en zij zullen in hen wonen. En zij zullen wijngaarden planten en zij zullen drinken van hun wijn. En zij zullen tuinen maken en zij zullen eten van hun vrucht.
15 En Ik zal hen op hun grond planten en zij zullen niet meer uitgeplukt worden van hun grond die Ik aan hen geef, zegt JAHWEH, jouw Elohim.
Terug naar de indexpagina
|
|