|
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam dan ziet u de betekenis)
1 En deze zijn de woorden van de boekrol die , de profeet, zond vanaf naar het restant van de oudsten van de deportatie en tot de priesters en tot de profeten en tot heel het volk dat vanaf naar deporteerde,
2 (nadat , de koning, en de meesteres en de hofdienaren en de oversten van en en de vakman en de metaalbewerker uitgegaan waren van )
3 door de hand van , zoon van , en , zoon van , die , koning van , naar zond, naar , koning van , zeggend:
4 Zo zegt JAHWEH van legermachten, Elohim van , tot heel de deportatie, die Ik deporteerde van naar .
5 Bouwt huizen en woont er in en plant tuinen en eet van hun vrucht.
6 Neemt vrouwen en verwekt zonen en dochters en neemt voor jullie zonen vrouwen en geeft jullie dochters aan mannen en zij zullen zonen en dochters baren. En vermeerdert daar, want het moet niet zo zijn dat jullie verminderen.
7 En zoekt ernstig het welzijn van de stad waarheen Ik jullie deporteerde en bidt aangaande haar tot JAHWEH, want in haar welzijn zullen jullie welzijn hebben.
8 Want zo zegt JAHWEH van legermachten, Elohim van : Het moet niet zo zijn dat jullie profeten jullie verleiden die in jullie midden zijn en jullie waarzeggers. En het moet niet zo zijn dat jullie luisteren naar jullie dromers, die jullie doen dromen,
9 want zij profeteren in onwaarheid tot jullie in Mijn Naam. Ik zond hen niet, zegt JAHWEH met nadruk.
10 Want zo zegt JAHWEH: Wanneer Mijn bevel voor zeventig jaren vervuld zal zijn, dan merk Ik jullie op en volbreng Ik mijn goede woord over jullie, om jullie te doen terugkeren naar deze plaats. -
11 Want Ik, Ik weet de plannen die Ik over jullie bedenk, zegt JAHWEH met nadruk, plannen van welzijn en niet ten kwade, om aan jullie een hierna te geven en hoop.
12 En jullie zullen Mij roepen en jullie gaan en jullie bidden tot Mij en Ik zal naar jullie luisteren.
13 En jullie zoeken Mij en jullie vinden, want jullie zullen Mij ernstig zoeken met heel jullie hart.
14 En Ik zal door jullie gevonden worden, zegt JAHWEH met nadruk. En Ik keer jullie krijgsgevangenschap om en Ik zal jullie bijeen roepen uit al de naties en uit alle plaatsen waarheen Ik jullie verdreef, zegt JAHWEH met nadruk. En Ik zal jullie doen terugkeren naar de plaats van waar Ik jullie deporteerde.
15 Omdat jullie zeggen: JAHWEH doet voor ons profeten opstaan in .
16 Want zo zegt JAHWEH tot de koning die zit op de troon van en tot heel het volk dat in deze stad woont, jullie broeders die niet met jullie uitgingen in de deportatie,
17 zo zegt JAHWEH van legermachten: Aanschouw, Ik zend onder hen het zwaard, de hongersnood en de pest en Ik geef hen als de walgelijke vijgen die vanwege hun ondeugdelijkheid niet gegeten worden.
18 En Ik achtervolg hen met het zwaard, met de hongersnood en met de pest, en Ik geef hen tot angstbeeld voor alle koninkrijken van de aarde, tot verwensing en tot ontzetting en tot gesis en tot smaad onder al de naties waarheen Ik hen verdreef,
19 omdat zij niet luisterden naar Mijn woorden, zegt JAHWEH met nadruk, die Ik tot hen zond via Mijn dienaren, de profeten, vroeg opstaand en zendend. Maar jullie luisterden niet, zegt JAHWEH met nadruk.
20 Maar jullie, hoort het woord van JAHWEH, heel de deportatie, die Ik zond van naar .
21 Zo zegt JAHWEH van legermachten, Elohim van , tot , zoon van , en tot , zoon van , die onwaarheid tot jullie profeteren in Mijn Naam, aanschouw, Ik geef hen in de hand van , koning van . En voor jullie ogen slaat hij hen neer.
22 En van hen wordt een vloekuitspreking genomen voor heel de deportatie van die in zijn, zeggend: JAHWEH zal jou plaatsen als en als , die de koning van roosterde in het vuur,
23 omdat zij ontaardheid deden in en zij echtbreuk pleegden met de vrouwen van hun naasten en zij een woord van onwaarheid spraken in Mijn Naam, waarvoor Ik hen geen instructie gaf. En Ik ben die het weet en getuige, zegt JAHWEH met nadruk.
24 En tot , de Nechemaliet, zal jij spreken, zeggend:
25 Zo zegt JAHWEH van legermachten, Elohim van , zeggend: Omdat jij in jouw naam boekrollen zond naar heel het volk dat in is en naar , zoon van , de priester, en tot al de priesters, zeggend:
26 JAHWEH gaf jou als priester in plaats van , de priester, om opzichter te zijn in het huis van JAHWEH over elke waanzinnige man en uit zichzelf profeterende en jij gaf hem aan de de houten strafwerktuigen en aan het halsijzer.
27 En nu, waarom berispte jij niet , de Anatotiet, die uit zichzelf tot jullie profeteert?
28 Want vanwege dit zond hij ons naar , zeggend: Het zal lang duren. Bouwt huizen en woont er in! Plant tuinen en eet van hun vrucht.
29 En , de priester, leest deze boekrol in de oren van , de profeet.
30 En het woord van JAHWEH kwam tot , zeggend:
31 Zend naar heel de deportatie, zeggend: Zo zegt JAHWEH over , de Nechemaliet: Omdat tot jullie profeteerde en Ik hem niet zond en hij jullie deed vertrouwen op onwaarheid,
32 daarom, zo zegt JAHWEH, aanschouw, Ik zal gericht brengen over , de Nechemaliet, en zijn zaad. Er zal voor hem geen man zijn die woont te midden van dit volk en hij zal het goede niet zien dat Ik zal doen voor Mijn volk, zegt JAHWEH met nadruk, want hij sprak koppigheid tegen JAHWEH.
Terug naar de indexpagina
Naar Jeremia 30
|
|