|
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst, ga met de muis op een groen woord staan, dan ziet u de betekenis)
1 De last over . Aanschouw, JAHWEH rijdt op een snelle, dichte wolk en Hij komt in . En de nutteloze afgoden van bewegen heen en weer voor Zijn aangezicht. En het hart van smelt binnenin hen.
2 En Ik schermde af tegen en zij vechten, een man tegen zijn broeder en een man tegen zijn naaste, stad tegen stad, koninkrijk tegen koninkrijk.
3 En de geest van zal leeggemaakt worden in zijn binnenste. En zijn beraadslaging zal Ik verzwelgen en zij zullen de nutteloze afgoden raadplegen en de buiksprekers en de mediums en de helderzienden.
4 En Ik zal in bedwang houden door de hand van hardvochtige heren en een sterke koning zal over hen heersen, zo zegt de Heer, JAHWEH van legermachten, met nadruk.
5 En de wateren van de zee zullen geabsorbeerd worden en de rivier zal drooggelegd worden en droog zijn.
6 En de stromen verdampen. En de waterwegen van beneden- verarmen en worden drooggelegd; riet en rietgras zullen verwelken.
7 Naakte plaatsen zijn er aan de en aan de mond van de en al het gezaaide aan de zal opdrogen; het wordt weggewaaid en niet meer zijn.
8 En de vissers klagen; allen die de vishaak in de gooien treuren en die het sleepnet uitspreiden over de oppervlakte van de wateren, zullen krachteloos gemaakt worden.
9 En die in gekamd vlas dienen zullen beschaamd staan en de wevers van gebleekt katoen.
10 En haar gevestigden zullen verpletterd zijn, allen die het doen voor loon; moerassig is hun ziel.
11 Ja, de oversten van zijn dwazen, de wijzen, de raadgevers van , geven irrationele raadgeving. Hoe zullen jullie tot zeggen: Ik ben een zoon van wijzen, ik ben een zoon van koningen van vroeger?
12 Ja, waar zijn zij, jouw wijzen? Laat hen het, alstublieft, aan jou vertellen, opdat zij weten wat JAHWEH van legermachten beraadslaagde over .
13 De oversten van zijn dwaas. De oversten van worden verleid; zij deden afdwalen, de hoeksteen van hun stammen.
14 JAHWEH mengt in haar midden een geest van verdorvenheden. En zij doen afdwalen in al zijn daden, zoals een dronkaard afdwaalt in zijn braaksel.
15 En er zal voor geen werkzaamheid zijn dat hoofd en staart, varengebladerte en bies kan doen.
16 In die dag zal zijn als de vrouwen en het beeft en het is bang voor het aangezicht van het wuiven van de hand van JAHWEH van legermachten, welke Hij over hen doet wuiven.
17 En de grond van zal tot lichtzinnigheid worden voor . Elk die het vermeldt zal bang zijn voor het aangezicht van de beraadslaging van JAHWEH van legermachten, die Hij over hen beraadslaagt.
18 In die dag zullen er vijf steden zijn in het land van die de taal van spreken en die zweren tot JAHWEH van legermachten. Één zal "Stad van het slopen" genoemd worden.
19 In die dag zal er een altaar zijn voor JAHWEH, in het midden van het land van en een monument naast haar grens, voor JAHWEH.
20 En het is tot teken en tot getuigenis voor JAHWEH van legermachten in het land van , want zij zullen schreeuwen tot JAHWEH van voor het aangezicht van de verdrukkers. En Hij zal hen een Redder en Bevelhebber zenden en Hij redt hen uit.
21 En JAHWEH maakt Zich bekend aan en de Egyptenaren kennen JAHWEH in die dag. En zij dienen een slachtoffer en een erkenningsoffer. En zij beloven plechtig een plechtige belofte aan JAHWEH en zij betalen.
22 En JAHWEH treft , om te treffen en te genezen, en zij keren terug tot JAHWEH. En Hij wordt door hen dringend verzocht en Hij geneest hen.
23 In die dag zal er een hoofdweg zijn van naar , en komt in en in , en dient met .
24 In die dag zal een derde worden met en met , een zegen in het midden van de aarde,
25 want JAHWEH van legermachten zegent hen, zeggend: Wees gezegend, Mijn volk en , de daad van Mijn handen, en Mijn lotbezit .
Terug naar de indexpagina
Naar Jesaja 20
|
|