|
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst, ga met de muis op een groen woord staan, dan ziet u de betekenis)
1 Wee , , ommuurde stad waar zich legerde. Voeg jaar toe aan jaar. Feestvieringen hebben hun kringloop.
2 En Ik beklem en er zal een klacht zijn en geklaag, en zij zal voor Mij als zijn.
3 En Ik leger Mij als de bal tegen jou en Ik beleger jou - een garnizoen. En Ik richt tegen jou belegeringswerken op.
4 En jij bent laag en vanaf de aarde zal jij spreken en vanaf de losse aarde zal jouw gezegde neergebogen worden. En jouw stem is als een medium vanuit de aarde en vanuit de losse aarde zal jouw gezegde tjilpen.
5 En de schare van jouw onbekenden is als dunne stof en de schare van de verschrikkers als passerende rommel. En het zal zijn in een ogenblik, plotseling.
6 Jij zal gericht worden door JAHWEH van legermachten, met donder en met aardbeving en een groot geluid, met een wegvagende wervelwind en hevige storm en met de gloed van verslindend vuur.
7 En het is als de droom, een visioen van de nacht, de schare van al de naties die gestationeerd zijn tegen en al haar legers en haar bergvesting en die haar beklemmen.
8 En het zal zijn zoals de hongerige droomt, en aanschouw, hij eet. En hij ontwaakt en zijn ziel is leeg. En wanneer de dorstige droomt, en aanschouw, hij drinkt. En hij ontwaakt en aanschouw, hij is flauw van de dorst en zijn ziel is onbevredigd. Zo zal de schare van al de naties zijn die gestationeerd zijn tegen de berg .
9 Treuzelt en weest verbaasd, vertroetelt jezelf en verlustigt je. Zij zijn dronken, maar niet van wijn. Zij waggelen, maar niet van sterke drank.
10 Want JAHWEH bracht een drankoffer over jullie, een geest van verdoving en Hij verzegelde jullie ogen, de profeten. Hij bedekte de hoofden van jullie - de visioenzieners.
11 En het visioen van het alles zal voor jullie zijn zoals de woorden van de verzegelde boekrol, die zij geven aan hem die bekend is met schrift, zeggend: Lees dit, alstublieft! Dan zegt hij: Ik kan het niet, want hij is verzegeld.
12 En indien de boekrol wordt gegeven aan die niet bekend is met schrift, zeggend: Lees dit alstublieft!, dan zegt hij: Ik ben niet bekend met schrift.
13 En mijn Heer zegt: Omdat dit volk dichtbij komt met hun mond en zij Mij verheerlijken met hun lippen, maar hun hart ver van Mij houdt en hun vrezen voor Mij een instructie van stervelingen wordt dat onderwezen wordt,
14 daarom, kijk aanschouw Mij! Ik ga door wonderbaarlijk te doen met dit volk, om wonderbaarlijk te doen en een wonderbaarlijk ding. En de wijsheid van hun wijzen vergaat en het verstand van hun verstandigen zal zich verbergen.
15 Wee zij die diep maken vanaf JAHWEH om beraadslaging te verbergen, van wie hun daden in duisternis zijn. En zij zeggen: Wie ziet ons en wie weet van ons?
16 O, jullie eigenzinnigheid! Alsof de pottenbakker als klei wordt gerekend! Wat zal het maaksel tegen haar Maker zeggen? Hij maakte mij niet? En zegt het gevormde tegen zijn Vormgever: Hij begrijpt niet?
17 Is het niet nog een klein beetje dat terugkeert tot akkerland en het akkerland gerekend zal worden als het woud?
18 En de doven horen in die dag de woorden van een boekrol en vanaf somberheid en vanaf duisternis zullen de ogen van blinden zien.
19 En de nederigen zullen vreugde toevoegen in JAHWEH, en de behoeftigen van de mensheid zullen uitbundig jubelen in de Heilige van .
20 Want de verschrikker bereikt zijn limiet en de spotter zal aan zijn einde komen. En allen die waakzaam zijn op wetteloosheid zullen afgesneden worden,
21 die een mens zondig maken met een woord en die een valstrik leggen voor die corrigeert in de poort en die de rechtvaardige doen afbuigen in de chaos.
22 Daarom, zo zegt JAHWEH tot het huis van , Die vrijkocht: Niet nu zal beschaamd staan en niet nu zal zijn aangezicht verbleken.
23 Want wanneer hij in zijn midden zijn kinderen ziet, de daad van Mijn handen, zullen zij Mijn Naam heiligen. En zij heiligen de Heilige van en zij zullen diep ontzag hebben voor de Elohim van .
24 En zij die afdwalen in geest zullen weten en die zich beklagen zullen van betoog leren.
Terug naar de indexpagina
Naar Jesaja 30
|
|