|
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst, ga met de muis op een groen woord staan, dan ziet u de betekenis)
1 Aanschouw, naar gerechtigheid zal een koning regeren, en wat oversten betreft, naar het oordeel zullen zij besturen.
2 En elke man van hen zal zijn als een schuilplaats tegen de wind en een verbergplaats tegen de storm, als waterbeekjes in een dorre plaats, als schaduw van een steile, massieve rots in een flauwvallend land.
3 En de ogen van die zien zullen de blik niet afwenden en de oren van die horen zullen aandachtig zijn.
4 En het hart van haastigen zal kennis begrijpen en de tong van de stotteraars zal zich haasten om vloeidende woorden te spreken.
5 Niet zal tot de ontaarde nog "vooraanstaande" geroepen worden en tot de vrek zal niet "redder" gezegd worden.
6 Want de ontaarde spreekt ontaardheid en zijn hart doet wetteloosheid, om verontreiniging te doen en om dwaling te spreken tot JAHWEH, om de ziel van de hongerige leeg te maken en om het de dorstige te doen ontbreken aan drinken.
7 En de vrek? Zijn instrumenten zijn kwaad. Hij maakt beramingen, hij beraadslaagt om de nederigen te schaden met gezegden van onwaarheid en bij het spreken van oordeel voor de behoeftige.
8 En de vooraanstaande beraadslaagt bereidwilligheden en hij staat vast op bereidwilligheid.
9 Zorgeloze vrouwen, staat op, hoort Mijn stem. Vertrouwende dochters, geeft gehoor aan Mijn gezegde!
10 In dagen over een jaar zullen jullie, die vertrouwen, verstoord worden. Want de wijnoogst zal falen. Er zal geen inzameling komen.
11 Beeft, zorgelozen! Weest verontrust, die vertrouwen! Ontbloot je en omgord op je lendenen,
12 op de rouwklagende borsten. Over de velden van begeerte, over de vruchtbare wijnstok;
13 over de grond van mijn volk gaan doorn en doornheester op, ja over alle huizen van opgetogenheid in de ommuurde, vrolijke stad.
14 Want de burcht is in de steek gelaten, het rumoer van de stad wordt verlaten. Fort en uitkijktoren worden rondom tot grotten tot aan de aion, een opgetogenheid van wilde ezels, een weideplaats van bijeengedreven kudden,
15 totdat over ons vanaf hoogte geest leeggegoten zal worden en de wildernis akkerland zal zijn en het akkerland tot woud gerekend zal worden.
16 Dan verblijft het oordeel in de wildernis en de rechtvaardigheid zal wonen in het akkerland.
17 En de daad van de rechtvaardigheid zal vrede zijn en de dienst van de rechtvaardigheid rustgeven en vertrouwen, tot aan de aion.
18 En Mijn volk woont in een hoeve van vrede en in verblijfplaatsen van vertrouwen en in rustplaatsen van zorgelozen.
19 Maar het zal hagelen in het neerdalen van het woud en de stad zal in de lage plaats laag zijn.
20 Gelukkig zijn jullie die zaaien aan alle wateren, die de voet van de stier en de ezel zenden.
Terug naar de indexpagina
Naar Jesaja 33
|
|