|
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst, ga met de muis op een groen woord staan, dan ziet u de betekenis)
1 Zo zegt JAHWEH tot Zijn gezalfde, tot , die Ik vasthoud aan zijn rechterhand, die heerst over naties die voor zijn aangezicht zijn: De tailles van koningen zal Ik losmaken om voor zijn aangezicht dubbele deuren te openen, en de poorten zullen niet gesloten worden.
2 Ik, Ik zal voor jouw aangezicht gaan en die geëerd zijn zal Ik effen maken. Koperen deuren zal Ik verbreken en ijzeren vergrendelingen zal Ik in stukken hakken.
3 En Ik geef aan jou schatten van duisternis en begraven goederen van verborgen plaatsen, opdat jij zal weten dat Ik JAHWEH ben Die jou bij jouw naam roept, Elohim van .
4 Omwille van Mijn dienaar en , Mijn uitverkorene, roep Ik jou bij jouw naam. Ik betitel jou, maar jij kent Mij niet.
5 Ik ben JAHWEH en er is verder geen; uitgezonderd Mij is geen Elohim. Ik snoer jou aan, maar jij kent Mij niet.
6 Opdat zij zullen weten, vanaf de opgang van de zon en vanaf westwaarts, dat er, afgezien van Mij, nul is. Ik ben JAHWEH en er is verder geen.
7 Vormgever van licht en scheppend de duisternis, Maker van welzijn en scheppend het kwaad, Ik, JAHWEH, doe al deze dingen.
8 Druipt, hemelen, vanaf boven en de luchten zullen rechtvaardigheid vloeien. De aarde zal openen en redding en rechtvaardigheid zullen vruchtbaar zijn; ze zullen tezamen ontspruiten. Ik, JAHWEH, Ik schiep ze.
9 Wee die twist met zijn Vormgever! Twist aardewerk met potscherven van de grond? Zal klei tot zijn pottenbakker zeggen: Wat maak je? En tot jouw tot stand brenging: Hij heeft geen handen?
10 Wie die zegt tot een vader: Wat verwek jij? En tot een vrouw: Waarom heb je barensweeën?
11 Zo zegt JAHWEH, de Heilige van en zijn Vormgever: De aankomende dingen, vraagt Mij er naar! Over Mijn zonen en over tot stand brenging van Mijn handen, geven jullie Mij daarover instructie?
12 Ik, Ik maakte de aarde en Ik schiep de mens op haar. Ik strekte met Mijn handen de hemelen uit en Ik gaf instructie aan heel hun leger.
13 Ik, Ik wek hem op in rechtvaardigheid en al zijn wegen zal Ik recht maken. Hij, hij zal Mijn stad bouwen en Mijn deportatie zal hij laten gaan. Niet voor een koopprijs en niet voor een omkoopgeschenk, zegt JAHWEH van legermachten.
14 Zo zegt JAHWEH: De arbeid van en de koopwaar van en de Sabeërs, mannen van afmeting, zullen jou passeren en zij zullen voor jou zijn. Achter jou zullen zij gaan, in handboeien zullen zij passeren, en voor jou zullen zij zich neerbuigen en tot jou zullen zij eerbiedig belijden; ja, met jou is El. En er is verder geen, nul Elohim.
15 Zeker, U bent El, Die Zichzelf verbergt, Elohim van , Redder.
16 Zij staan beschaamd en ook worden zij rood van schaamte, allen van hen. Tezamen gaan zij in het schaamrood, deze vakmannen van gedaanten.
17 werd gered door JAHWEH, een redding van aionen. Jullie zullen niet beschaamd staan en jullie zullen niet rood van schaamte zijn voor de toekomstige aionen.
18 Want zo zegt JAHWEH, Schepper van de hemelen; Hij is de Elohim, de Vormgever van de aarde en haar Maker. Hij, Hij vestigde haar, niet als chaos schiep Hij haar, om te bewonen gaf Hij haar vorm. Ik ben JAHWEH en er is verder geen.
19 Ik sprak niet in het verborgene, in een duistere plaats van de aarde. Ik zei niet tot het zaad van : Zoekm Mij in chaos! Ik, JAHWEH, ben het Die rechtvaardigheid spreekt, Die rechte dingen vertelt.
20 Wordt bijeen geroepen en komt, komt dichtbij, tezamen, ontkomenen van de naties. Zij die het hout van hun beeldsnijwerk dragen weten niet en die bidden tot een el die niet redt.
21 Vertelt en komt dichtbij. Inderdaad, zij zullen tezamen beraadslagen. Wie kondigde dit vanaf vroeger aan, vertelde haar vanaf toen? Was Ik het niet, JAHWEH? En er is verder geen Elohim, afgezien van Mij. Een rechtvaardige El en Redder is er geen, uitgezonderd Mij.
22 Wendt je om tot Mij en wordt gered, alle limieten van de aarde. Want Ik ben El en er is verder geen.
23 Bij Mijzelf heb Ik gezworen, vanaf Mijn mond ging rechtvaardigheid uit, een woord, en het zal niet terugkeren, want voor Mij zal elke knie buigen, elke tong zal zweren.
24 Ja, in JAHWEH, zo zegt men tot Mij, zijn rechtvaardigheden en sterkte. Tot Hem zal men komen en allen die tegen Hem verhit zijn zullen beschaamd staan.
25 In JAHWEH zullen zij gerechtvaardigd worden en heel het zaad van zal lofprijzen.
Terug naar de indexpagina
Naar Jesaja 46
|
|