Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Jesaja
Hoofdstuk 46

Jesaja trad op van ca. 750 tot ca. 700 v.C.

   
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
ga met de muis op een groen woord staan, dan ziet u de betekenis)


1 BelBel = heer (vgl. Baäl) buigt zich; NeboNebo = hoog zijn bukt voorover. Hun afgodsbeelden zijn voor het dier en voor het beest, dingen die door jullie gedragen worden, dingen die opgeladen worden, een last voor die flauwvalt.
2 Zij bukken voorover, tezamen buigen zij zich; zij kunnen niet aan de last ontsnappen en hun ziel gaat in krijgsgevangenschap.
3 Luistert naar Mij, huis van JakobJakob = hielenlichter, en heel het overblijfsel van het huis van IsraëlIsraël = strijder van God, die beladen zijn vanaf de buik, die gedragen zijn vanaf de baarmoeder.
4 Want tot aan ouderdom ben Ik het en tot aan de grijsharige leeftijd zal Ik Zelf de last dragen. Ik, Ik doe en Ik, Ik draag en Ik, Ik draag de last en Ik, Ik zal doen ontsnappen.
5 Met wie zullen jullie Mij vergelijken en zullen jullie Mij gelijk stellen en zullen jullie Mij vergelijken dat wij gelijkend zijn?
6 Die goud verbrassen vanaf de geldbuidel en zilver wegen in de rietschaal, zij huren een edelsmid en hij maakt hem tot een el. Zij vallen neer, inderdaad, zij aanbidden.
7 Zij heffen hem op de schouder, zij dragen zijn last en zij laten hem achter in zijn plaats. En hij staat op zijn plaats en hij zal zich niet verwijderen. Inderdaad, men zal tot hem schreeuwen en hij zal niet antwoorden. Vanaf zijn benauwdheid zal men hem niet redden.
8 Gedenkt dit en weest in vuur en vlam! Doet terugkeren, overtreders, naar het hart!
9 Gedenkt de vroegere dingen vanaf de aion, want Ik ben El en er is verder geen Elohim en er is niemand zoals Ik!
10 Die wat hierna komt vertelt vanaf het begin en vanaf vroeger wat nog niet gedaan werd, Die zegt: Mijn beraadslaging zal bevestigd worden en al Mijn verlangen zal Ik doen.
11 Die vanaf de zonsopgang de roofvogel roept, vanaf een land van veraf, een man van Mijn beraadslaging. inderdaad, Ik sprak. Inderdaad, Ik doe haar komen. Ik gaf het vorm, inderdaad, Ik zal het doen.
12 Luistert naar Mij, stoeren van hart, die ver zijn vanaf rechtvaardigheid.
13 Ik breng Mijn rechtvaardigheid naderbij, zij is niet ver weg. En Mijn redding zal niet op zich laten wachten. En Ik geef in SionSion = ruïne - verdorde plaats - een verschroeide plaats - verheven redding voor IsraëlIsraël = strijder van God, Mijn schoonheid.

Terug naar de indexpagina
Naar Jesaja 47
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.