|
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst, ga met de muis op een groen woord staan, dan ziet u de betekenis)
1 Luistert naar Mij, najagers van rechtvaardigheid, zoekers van JAHWEH! Kijkt naar de rots waarvan jullie zijn afgehouwen en naar de steengroeve van een onderaards gewelf waarvan jullie zijn uitgestoken.
2 Kijkt naar , jullie vader, en naar , die barensweeën van jullie had. Want hij was één toen Ik hem riep. En Ik zegende hem en Ik vermeerderde hem.
3 Want JAHWEH troost, Hij troost al haar verlaten plaatsen en Hij zal haar wildernis plaatsen als en haar rotswoestijn als de tuin van JAHWEH. Opgetogenheid en vreugde zal in haar gevonden worden, toejuiching en het geluid van een melodie.
4 Weest aandachtig tot Mij, Mijn volk, en Mijn volkstam, geeft Mij gehoor, want een wet zal van Mij uitgaan en Mijn oordeel tot licht van volken. Ik zal het brengen, in een moment.
5 Nabij is Mijn rechtvaardigheid, Mijn redding gaat uit, en Mijn armen zullen volken recht spreken. Op Mij zullen de kustlanden hopen en op Mijn arm zullen zij wachten.
6 Heft jullie ogen op naar de hemelen en kijkt naar de aarde beneden, want de hemelen zullen verwaaien als rook en de aarde zal verslijten als de mantel. En haar inwoners zullen sterven als de luis. En Mijn redding zal zijn voor de aion en Mijn rechtvaardigheid zal niet ongedaan gemaakt worden.
7 Luistert naar Mij, kenners van rechtvaardigheid, volk met Mijn wet in hun hart. Het moet niet zo zijn dat jullie vrezen voor de smaad van een sterveling en het moet niet zo zijn dat jullie ontsteld zijn door hun beschimpingen.
8 Want de mot zal hem verslinden als een mantel en de kakkerlak zal hem eten als de wol, maar Mijn rechtvaardigheid zal zijn voor de aion en Mijn redding voor de generatie van generaties.
9 Word wakker, word wakker! Bekleed je met energie, arm van JAHWEH! Wordt wakker als in dagen van vroeger, generaties van de aionen. Bent U het niet de Vermetele neerhouwde, Die een monster verwondde?
10 Bent U het niet Die de zee drooglegt, de wateren van de immense waterdiepte, Die de diepten van de zee plaatst tot een weg om over te steken door wiens schuld ingelost is?
11 En de vrijgekochten van JAHWEH, zij zullen terugkeren. En zij zullen binnen komen met gejubel en met aionische vreugde op hun hoofd. Opgetogenheid en vreugde zullen hen inhalen, kwelling en zuchten zullen vluchten.
12 Ik, Ik ben Hij, jullie Trooster. Wie zijn jullie dat jullie vrezen voor een sterveling? Hij sterft! En voor de zoon van een mens? Hij wordt tot gras gemaakt!
13 Maar jij vergeet JAHWEH, jouw Maker, Die de hemelen uitstrekt en Die de aarde fundeert. En jij bent voortdurend bang, heel de dag, vanwege het aangezicht van de woede van de beklemmer, wanneer hij voorbereidt om te ruïneren. Maar waar is de woede van de beklemmer?
14 Die nonchalant ligt haast zich om losgemaakt te worden en hij zal niet sterven in de groeve en hem zal geen brood ontbreken.
15 En Ik ben JAHWEH, jouw Elohim, Die de zee splijt, zodat zijn golven rumoer maken. JAHWEH van legermachten is Zijn Naam.
16 Ik zal Mijn woorden plaatsen in jouw mond en met de schaduw van Mijn hand zal Ik jou bedekken, de hemelen plantend en de aarde funderend en tot zeggend: Jij bent Mijn volk.
17 Wek jezelf op, wek jezelf op, , jij die de beker van Zijn woede dronk uit de hand van JAHWEH. Het bezinksel uit de beker van tremoren, die jij dronk, heb jij leeggedronken.
18 Er is niemand die haar dirigeert van alle zonen die zij baarde. En er is geen die haar hand vasthoudt van alle zonen die zij groot bracht.
19 Deze twee gebeuren jou (wie zal jou medeleven betuigen?): de verwoesting en de gebrokenheid, en de hongersnood en het zwaard. Wie zal jou troosten?
20 Jouw zonen bezwijmden. Zij liggen aan het hoofd van alle straten, zoals een antilope in een strop. Zij zijn vol van de woede van JAHWEH, de berisping van jouw Elohim.
21 Daarom, hoor dit, alstublieft, vernederde en dronken zijnde, maar niet van wijn.
22 Zo zegt jouw Heer, JAHWEH, en jouw Elohim, Die met Zijn volk een rechtszaak voert. Aanschouw, Ik neem vanaf jouw hand de beker van de tremoren, het bezinksel van de beker van Mijn woede. Jij zal niet voortgaan haar verder te drinken.
23 En Ik plaats haar in de hand van die jou kwellen, die tot jouw ziel zeggen: Buig je neer, dan zullen wij oversteken. En jij zal jouw lichaam plaatsen als de aarde en als de straat voor die oversteken.
Terug naar de indexpagina
Naar Jesaja 52
|
|