|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 En antwoordde en hij zei:
2 "Waarlijk, jullie zijn het volk en met jullie zal de wijsheid sterven!
3 Hoewel, ik heb een hart, net als jullie; ik val niet meer dan jullie. En bij wie is er geen kennis over dingen als deze?
4 Ik ben het vermaak van zijn naaste aan het worden, roepend tot Eloah, en Hij antwoordde hem; tot vermaak is hij, hoewel rechtvaardig en onberispelijk.
5 Verachting voor de fakkel is de overdenking van de zorgeloze, gereed zijnde voor die wankelen met hun voet.
6 De tenten van verwoesters zijn gerust en er is sereenheid voor hen die El verstoren, voor wie een eloah in hun hand brengen.
7 En daarentegen, alstublieft, vraag een van de beesten en het zal jou onderrichten, en de vogel van de hemelen, en ze zal het jou vertellen.
8 Of dring voortdurend aan bij de aarde en ze zal jou onderrichten en de vissen van de zee zullen het je vertellen.
9 Wie onder al dezen weet niet dat de hand van JAHWEH dit deed,
10 in Wiens hand de ziel van elke levende is en de geest van alle vlees van de mens?
11 Toetst het oor niet uitspraken, en proeft het gehemelte niet z'n voedsel?
12 Is in bejaarden wijsheid en in lengte van dagen verstand?
13 Bij Hem is wijsheid en macht, bij Hem is raadgeving en verstand.
14 Aanschouw! Hij sloopt en het zal niet herbouwd worden. Hij sluit een man op en hij zal niet geopend worden.
15 Aanschouw!, Hij beteugelt de wateren en ze drogen op; en Hij zendt ze heen en ze bedelven de aarde.
16 Bij Hem is sterkte en voorspoed. Van Hem is die zich vergist en die vergissingen veroorzaakt,
17 Die raadgevers uitgeplunderd doet gaan en de rechters doet Hij raaskallen.
18 Disciplinering door koningen maakt Hij los en Hij bindt een riem rond hun tailles.
19 Die priesters uitgeplunderd doet gaan en welgevestigden werpt Hij omver.
20 Hij trekt de welsprekendheid terug van hen die zeker zijn en Hij neemt de discretie van oudsten weg,
21 verachting uitgietend over vooraanstaanden; en Hij doet een cordon van onderdrukkers verslappen.
22 De diepe dingen van duisternis onthullend, brengt Hij de doodsschaduw aan het licht.
23 De naties groot makend, vernietigt Hij hen ook; de naties uitspreidend, geleidt Hij hen weg.
24 Het hart van de hoofden van het volk van de aarde terugtrekkend, doet Hij hen afdwalen in een onbewoonde wildernis. Er is geen weg!
25 Ze tasten rond in duisternis en er is geen licht, en Hij doet hen afdwalen als een dronkaard."
Terug naar de indexpagina
Naar Job 13
|
|