|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 En , de Suachiet, antwoordde en hij zei:
2 "Tot wanneer plaatsen jullie een einde aan deze uitspraken? Jullie zullen begrijpen en daarna zullen wij spreken.
3 Om welke reden worden wij gerekend als het beest? Zijn wij onrein in jullie ogen?
4 Zijn ziel scheurt in stukken in zijn boosheid. Omwille van jou zal de aarde verlaten worden en wordt de rots verplaatst van zijn plaats.
5 Ook zal het licht van de slechten uitgeblust worden en de opflakkering van zijn vuur verheldert niet.
6 Het licht in zijn tent wordt donker en zijn lamp boven hem zal uitgeblust worden.
7 De stappen van zijn viriliteit zullen benauwd worden en zijn beraadslaging zal hem neergooien.
8 Want door zijn eigen voeten wordt hij in een net gezonden en hij zal op het vlechtwerk wandelen.
9 Een strik zal hem bij zijn hiel vasthouden. Dorst zal over hem zijn.
10 De touwlijn is voor hem begraven in de aarde en het grijpmiddel voor hem is op zijn spoor.
11 Ontaarde dingen rondom jagen hem schrik aan en zij jagen hem na op zijn voetstappen.
12 Zijn viriliteit is hongerig en een ramp staat gereed tegen zijn voortplantingsorgaan.
13 Hij zal onderdelen van zijn huid eten; de eerstgeborene van de dood zal zijn onderdelen eten.
14 Zijn vertrouwen zal weggerukt worden uit zijn tent en het doet hem marcheren naar de koning van de ontaarde dingen.
15 Het zal verblijven in zijn tent, die niet langer van hem is. Zwavel zal gewand worden over zijn hoeve.
16 Vanaf beneden drogen zijn wortels op en vanaf boven wordt zijn oogst afgeknipt.
17 De herinnering aan hem vergaat van de aarde, en er is voor hem geen naam op de oppervlakte van open vlakten.
18 Zij zullen hem wegstoten van het licht naar de duisternis en zij zullen hem wegjagen van de wereld.
19 Er zal geen nakomeling voor hem zijn en geen nageslacht onder zijn volk; en er is geen overlevende in de plaatsen van zijn tijdelijk verblijf.
20 Over zijn dag zullen de lateren ontzet zijn. En de vroegeren houden zich in afgrijzen terug.
21 Ja, deze zijn de verblijfplaatsen van een onrechtvaardige man, en dit is een plaats van iemand die El niet kende."
Terug naar de indexpagina
Naar Job 19
|
|