|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 En ging verder met het aanheffen van zijn toespraak en hij zei:
2 "Wie zal mij geven als in vroegere maanden, als in de dagen toen Eloah mij bewaakte,
3 toen Hij Zijn lamp over mijn hoofd liet stralen. Bij Zijn licht ging ik door de duisternis,
4 zoals ik was in de dagen van mijn winter, toen het overleg van Eloah over mijn tent was,
5 toen Die toereikend verschaft *1) nog met mij was en mijn knapen rondom mij,
6 toen mijn gangen werden gewassen met dikke room en een rots voor mij beekjes van olie uitgoot,
7 bij mijn uitgaan naar de poort van de ommuurde stad. Op het plein bereidde ik mijn zetel voor;
8 zagen de knapen mij, dan verscholen zij zich en de bejaarden stonden op en zij staan.
9 De oversten beteugelden hun uitspraken en zij plaatsten hun handpalm over hun mond.
10 De stemmen van de bewindvoerders verscholen zich en hun tong kleefde aan hun gehemelte.
11 Want het oor hoorde en zij prezen mij gelukkig, en het oog zag en zij gaven van mij getuigenis.
12 Want ik deed de nederige ontsnappen die om hulp riep en de wees en die geen helper heeft.
13 De zegen van die omkomt komt op mij en het hart van de weduwe doe ik jubelen.
14 Ik doe rechtvaardigheid aan en het bekleedt mij. Mijn oordeel is als een staatsiegewaad en een tulband.
15 Ik ben ogen voor de blinde en ik ben voeten voor de verlamde.
16 Ik was vader voor de behoeftigen en ik kende geen rechtszaak; ik onderzocht het.
17 En ik verbrak de hoektanden van de onrechtvaardige en ik gooide de prooi van zijn tanden.
18 En ik zei: Met mijn nest zal ik overlijden en ik zal mijn dagen vermeerderen als zand.
19 Mijn wortel is geopend naar het water en de dauw overnacht in mijn oogsttak.
20 Mijn heerlijkheid was nieuw bij mij en de boog verjongde zich in mijn hand.
21 Men luisterde naar mij en men wachtte, en zij zijn stil voor mijn raadgeving.
22 Na mijn spreken wijzigden zij niet en mijn uitspraak druppelde op hen.
23 En zij wachtten voor mij als op de regen en hun mond sperden zij open als voor de late regen.
24 Ik vrolijkte hen op wanneer zij niet zeker waren en het licht van mijn aangezicht lieten zij niet vallen.
25 En ik koos voor hen de weg en ik zat aan het hoofd en ik verbleef als een koning tussen zijn troepen, zoals iemand die de treurenden troost."
1) - Die toereikend verschaft - El Shaddai
Terug naar de indexpagina
Naar Job 30
|
|