|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 En , de Temaniet, antwoordde en hij zei:
2 "Kan een woord jou beproeven? Je zou vermoeid zijn! En wie kan uitspraken beteugelen?
3 Aanschouw!, jij vermaande velen en slappe handen heb jij versterkt.
4 Jouw uitspraken richtten op die struikelden en knieën die bogen maakte jij resoluut.
5 Maar nu kwam het naar jou en ben je vermoeid; het raakte tot aan jou en jij bent geagiteerd.
6 Is jouw vrees niet jouw toeverlaat en de onberispelijkheid van jouw wegen niet jouw hoop?
7 Gedenk, alstublieft, hij die onschuldig is komt om! En waar worden de oprechten onderdrukt?
8 Zoals ik zag: de ploegers van wetteloosheid en de zaaiers van gezwoeg, zij oogsten het.
9 Door de adem van Eloah vergaan zij, en door de geest uit Zijn neusgaten komen zij aan hun einde.
10 Het gebrul van een leeuw en het geluid van een zwarte leeuw en de tanden van beschutte leeuwen worden uitgebroken.
11 Een leeuw met lange manen komt om door gebrek aan prooi en zonen van de ouder-leeuw gaan uit elkaar.
12 En tot mij kwam een woord dat steels werd gebracht en mijn oor nam het zoemen er van op.
13 In onrustige gedachten uit visioenen van de nacht, in de verdoving die op stervelingen valt,
14 overkwam mij bangheid en huivering, en een veelheid aan botten maakte mij bang.
15 En een wind ging voorbij aan mijn gezicht; zij deed het haar van mijn vlees knisteren.
16 Hij stond en ik herkende zijn verschijning niet. Een representatie was tegenover mijn ogen. En er was stilte en ik hoorde een stem.
17 Is een sterveling rechtvaardig voor Eloah, of is een machtig man rein voor zijn Maker?
18 Aanschouw!, Hij plaatste geen vertrouwen in Zijn dienaren en in Zijn boodschappers plaatste Hij onzinnigheid.
19 Des te meer die verblijven in huizen van klei, die hun fundament hebben in de losse aarde; zij verpletteren hen voor het aangezicht van een mot.
20 Van de ochtend tot de avond worden zij kapotgeslagen. Zonder opgemerkt te worden vergaan zij blijvend.
21 Werd hun tentkoord niet van hen opgebroken? Zij sterven, maar niet in wijsheid.
Terug naar de indexpagina
Naar Job 5
|
|