|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 En antwoordde JAHWEH en hij zei:
2 "Ik weet dat U in staat bent alles te doen en niets van Uw beraming zal uitgesloten zijn.
3 Wie is dit die beraadslaging onduidelijk maakt zonder kennis? Daarom vertelde ik en begreep het niet. De dingen zijn te wonderlijk voor mij, want ik weet het niet.
4 Luister, alstublieft, dan zal ik spreken. Ik zal U vragen en U doet mij weten.
5 Met een horend oor hoorde ik U, en nu ziet mijn oog U.
6 Daarom herroep ik en heb ik spijt op losse aarde en as."
7 En het gebeurde nadat JAHWEH deze woorden tot sprak, dat JAHWEH zei tot , de Temaniet: "Mijn boosheid is heet tegen jou en tegen jouw twee naasten, want jullie spraken niet naar behoren over Mij, zoals Mijn dienaar deed.
8 En nu, neemt voor jullie zeven jonge stieren en zeven rammen en gam naar Mijn dienaar en offert een opstijgoffer voor jullie. En , Mijn dienaar, zal over jullie bidden, want alleen dan zal Ik zijn aangezicht opheffen, zodat jullie geen ongenade overkomt, want jullie spraken niet naar behoren tot Mij, zoals Mijn dienaar deed."
9 En , de Temaniet, en , de Suachiet, en , de Naämatiet, gaan en zij doen zoals JAHWEH tot hen sprak. En JAHWEH heft het aangezicht van op.
10 En JAHWEH keerde de krijgsgevangenschap van om toen hij bad aangaande zijn naasten en JAHWEH voegde aan alles wat had een dubbele portie toe.
11 En al zijn broeders en al zijn zusters en al zijn bekenden, kwamen tot hem en zij aten brood met hem in zijn huis. En zij toonden medeleven met hem en zij troostten hem over al het kwaad dat JAHWEH over hem bracht. En zij gaven hem per man één kesita*1) en per man één gouden hanger.
12 En JAHWEH zegende de latere jaren van meer dan vanaf zijn begin en hij verkrijgt een kudde van veertien duizend stuks kleinvee en zesduizend kamelen en duizend span ossen en duizend ezelinnen.
13 En hij krijgt zeven zonen en drie dochters.
14 En hij noemt de naam van de eerste en de naam van de tweede en de naam van de derde .
15 En er werden in heel het land geen mooiere vrouwen gevonden dan de dochters van . En hun vader gaf aan hen een lotbezit te midden van hun broeders.
16 En leeft hierna honderd en veertig jaren en hij ziet zijn zonen en de zonen van zijn zonen, vier generaties.
17 En sterft, oud en verzadigd van dagen.
*1) Kesita. Waarschijnlijk een geldstuk van een bepaald gewicht, gegoten in de vorm van een lam.
Terug naar de indexpagina
|
|