|
(Ga met de muis op een versverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam dan ziet u de betekenis)
1 En het zal zijn in de latere van de dagen dat de berg van het huis van JAHWEH gevestigd zal worden op de top van de bergen, en hij zal verheven worden boven de heuvels en de volken stromen er naar toe.
2 En vele naties zullen gaan en zeggen: Gaat en wij zullen opgaan naar de berg van JAHWEH en naar het huis van de Elohim van . En Hij zal ons onderrichten over Zijn wegen en wij zullen op Zijn paden gaan, want van zal de wet uitgaan en het woord van JAHWEH vanaf Jeruzalem.
3 En Hij zal recht spreken tussen vele volken en Hij corrigeert aanzienlijke naties die ver af zijn. En zij zullen hun zwaarden kapot slaan tot houwelen en hun speren tot snoeimessen. Geen natie zal het zwaard opheffen tegen een andere natie en zij zullen geen oorlog meer leren.
4 En een ieder zal zitten onder zijn wijnstok en onder zijn vijgenboom, en er is niets dat doet beven, want de mond van JAHWEH van legermachten sprak.
5 Want alle volken zullen gaan, een ieder in de naam van zijn elohim. Maar wij, wij zullen gaan in de Naam van JAHWEH, onze Elohim, voor de aion en verder.
6 In die dag, zegt JAHWEH met nadruk, zal Ik de kreupel lopende verzamelen en de verdrevene zal Ik bijeenroepen en wie Ik kwaad doe.
7 En Ik zal de kreupel lopende tot overblijfsel plaatsen en de voorbij zijnde tot een robuuste natie. En JAHWEH regeert over hen op de berg van , van nu tot aan de aion.
8 En jij, toren van de bijeengedreven kudde, van de dochter van , bij jou zal het arriveren. En de vroegere heerschappij zal komen, het koninkrijk van de dochter van .
9 Nu, waarom schreeuw jij een luidkeels geschreeuw? Is er geen koning onder jou of kwam jouw raadgever om? Want barensnood hield jou vast als de barende vrouw.
10 Heb barensweeën en storm tevoorschijn, dochter van , als de barende vrouw, want nu zal jij uitgaan vanaf de ommuurde stad en zal jij in het veld verblijven. En jij zal tot komen; daar zal jij gered worden, daar zal JAHWEH jou verlossen uit de greep van jouw vijanden.
11 En nu zijn vele naties tegen jou verzameld, die zeggen: Zij zal verontreinigd worden en onze ogen zullen in waarnemen.
12 Maar zij, zij kennen de plannen van JAHWEH niet en zij begrijpen Zijn beraadslaging niet, want Hij roept hen bijeen als de schoof naar de dorsvloer.
13 Sta op en dors, dochter van , want jouw hoorn zal ik van ijzer plaatsen en jouw hoeven zal ik van koper plaatsen en jij zal vele volken verpulveren. En ik zal hun winst aan JAHWEH plaatsen en hun vermogen aan de Heer van heel de aarde.
Terug naar de indexpagina
Naar Micha 5
|
|