|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 Een lied van de opgangen. Van .
Indien JAHWEH het huis niet bouwt, zwoegen de bouwers er van in vruchteloosheid. Indien JAHWEH de stad niet bewaakt, is de bewaker in vruchteloosheid waakzaam.
2 Vruchteloos is het voor jullie die vroeg zijn met opstaan en laat zijn met opblijven, het brood etend van de moeizame arbeid. Toch geeft Hij slaap aan Zijn geliefde.
3 Aanschouw!, zonen zijn een lotbezit van JAHWEH. Een beloning is de vrucht van de buik.
4 Als pijlen in de hand van een machtig man, zo zijn de zonen van de jeugdige ouders.
5 Gelukkig is de machtige man die zijn pijlkoker met hen vult. Zij zullen niet beschaamd staan, want zij spreken met vijanden in de poort.
Terug naar de indexpagina
Naar Psalm 128
|
|