|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 Een inscriptie van .
Bewaar mij, El, want ik neem toevlucht in U.
2 Ik zei tot JAHWEH: "U bent mijn Heer, mijn goedheid reikt helemaal niet tot U."
3 Wat betreft de heiligen die in het land zijn, zij en de edelen, al mijn behagen is in hen.
4 Hun verdriet zal toenemen, die zich haasten achter een andere elohim. Ik zal van hun bloeddrankoffers helemaal geen drankoffer gieten. En ik zal helemaal geen van hun namen dragen op mijn lippen.
5 JAHWEH is het toegewezen deel van mijn portie en mijn beker. U houdt mijn lot hoog!
6 De touwlijnen vielen voor mij in de aangename plaatsen, ja het lotbezit is bekoorlijk voor mij.
7 Ik zal JAHWEH zegenen Die mij raad geeft, ja in de nachten vermanen mijn nieren mij.
8 Ik doe JAHWEH voortdurend vóór mij rusten, omdat Hij aan mijn rechterhand is zal ik helemaal niet uitglijden.
9 Daarom verheugt zich mijn hart en zal mijn heerlijkheid uitbundig jubelen. Ja, mijn vlees zal verblijven in vertrouwen.
10 Want U zal mijn ziel niet verlaten in het dodenrijk. U zal niet toestaan dat Uw getrouwe bederf zal zien.
11 U zal aan mij het pad van het leven bekend maken. Verzadiging van vreugden is voor Uw aangezicht. Aangename dingen zijn bestendig in Uw rechterhand.
Terug naar de indexpagina
Naar Psalm 17
|
|