|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 Voor de toezichthouder. Een ische psalm.
De hemelen verhalen de heerlijkheid van El en de atmosfeer vertelt de daad van Zijn handen.
2 Dag na dag uit een gezegde en nacht na nacht onthult kennis.
3 Er is geen gezegde en er zijn geen woorden, hun stem wordt niet gehoord.
4 In heel de aarde gaat hun principe uit en aan het einde van de wereld hun uitspraken. Voor de zon plaatste Hij in hen een tent,
5 en hij gaat uit als een bruidegom uit zijn baldakijn. Hij is opgetogen als een machtige man, om het pad te rennen.
6 Vanaf het einde van de hemelen is zijn uitgaan en zijn rondgang gaat door tot hun einden. En er is niets dat verborgen blijft voor zijn warmte.
7 De wet van JAHWEH is onberispelijk, de ziel herstellend. Het getuigenis van JAHWEH, Die betrouwaar is, geeft een eenvoudige wijsheid.
8 De voorschriften van JAHWEH zijn recht, doen het hart verheugen. De instructie van JAHWEH is zuiver en verlicht de ogen.
9 De vrees van JAHWEH is rein, staand tot de toekomst. De verordeningen van JAHWEH zijn waarheid, ze zijn volkomen rechtvaardig,
10 meer begeerd wordend dan goud en dan veel schitterend goud, en zoeter dan honing en druppelende honing uit de raat.
11 Bovendien werd Uw dienaar door hen gewaarschuwd; ze bewaren heeft veel gevolg.
12 Vergissingen, wie begrijpt ze? Hou mij onschuldig voor die verborgen zijn.
13 Hou bovendien Uw dienaar terug van arrogante daden. Het moet niet zo zijn dat zij in mij heersen. Dan ben ik onberispelijk en ben ik onschuldig aan veel overtreding.
14 De gezegden van mijn mond zijn tot welgevallen en de alleenspraak van mijn hart zijn tot vóór U, JAHWEH, mijn Rots en mijn schuld inlossende Verwant.
Terug naar de indexpagina
Naar Psalm 20
|
|