|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 Voor de toezichthouder. Op: De hinde van de dageraad. Een ische psalm.
Mijn El, mijn El, waarom heeft U mij verlaten, ver van mijn redding, de woorden van mijn gebrul?
2 Mijn Elohim, ik roep overdag en U antwoordt niet, en bij nacht, want er is voor mij geen stilte.
3 En U bent heilige, wonend te midden van de lofprijzingen van .
4 Op U vertrouwden onze vaders. Zij vertrouwden en U verloste hen.
5 Tot U schreeuwden zij het uit en zij ontsnapten. Zij vertrouwden en zij stonden niet beschaamd.
6 En ik ben een worm en niet een man, een smaad van de mens en veracht door het volk.
7 Allen die mij zien hoonlachen tot mij; zij openen hun lip, zij bewegen het hoofd heen en weer.
8 Rol naar JAHWEH! Hij zal hem verlossen! Hij zal hem uitredden, want Hij schept behagen in hem.
9 U bent het Die mij tevoorschijn deed stormen uit de buik, Die mij deed vertrouwen op de borsten van mijn moeder.
10 Ik werd op U gegooid vanuit de baarmoeder. Vanuit de buik van mijn moeder werd U mijn El.
11 Het moet niet zo zijn dat U ver van mij bent, want benauwdheid is dichtbij, want er is niemand die helpt.
12 Vele jonge stieren omringen mij; stoeren van omgeven mij.
13 Zij openen hun mond wijd tegen mij, als een leeuw die in stukken verscheurt en brult.
14 Ik word uitgegoten als water en al mijn botten zijn uit elkaar gegaan. Mijn hart is als was; het is gesmolten in het midden van mijn inwendige delen.
15 Mijn energie is opgedroogd als aardewerk en mijn tong kleeft aan mijn kaken, en op de losse aarde van de dood zet U mij op de haardstenen.
16 Want honden omringen mij, een menigte van kwaaddoeners omgeeft mij. Zij graven in mijn handen en voeten.
17 Ik nummer al mijn botten. Ze kijken, zij zien naar mij.
18 Zij delen mijn kleren op voor henzelf en over mijn kleding werpen zij het lot.
19 En U, JAHWEH, het moet niet zo zijn dat U ver weg bent, mijn Geestkracht, spoed U tot mijn hulp!
20 Red mijn ziel van het zwaard, van de poot van de hond. Er is slechts één van mij.
21 Red mij uit de mond van de leeuw en van de horens van wilde stieren. U antwoordde mij!
22 Ik zal Uw Naam verhalen aan mijn broeders. In het midden van de vergadering zal ik U lofprijzen.
23 Zij die JAHWEH vrezen, lofprijst Hem! Al het zaad van , verheerlijkt Hem! En hebt eerbied voor Hem, al het zaad van !
24 Want Hij verachtte niet en Hij gruwde niet bij de vernedering van de nederige en Hij verborg Zijn aangezicht niet voor hem, maar toen hij tot Hem om hulp riep, luisterde Hij.
25 Van bij U komt mijn lofprijzing in de immense samenkomst. Mijn plechtige beloften zal ik voldoen tegenover die Hem vrezen.
26 De nederigen zullen eten en zij zullen verzadigd worden. Die ernstig naar Hem zoeken zullen JAHWEH lofprijzen. Jullie hart zal leven voor de toekomst.
27 Alle limieten van de aarde zullen gedenken en zij zullen terugkeren tot JAHWEH, en alle families van de aarde zullen aanbidden voor Uw aangezicht.
28 Want voor JAHWEH is het koninkrijk, en Hij is het Die heerst onder de naties.
29 Alle ge-olieden van de aarde zullen zich voor Zijn aangezicht neerbuigen. Allen die afdalen in de losse aarde en hun ziel niet in leven behouden, zullen zich krommen.
30 Zijn zaad zal Hem dienen. Er zal van mijn Heer verhaald worden tot in de generatie.
31 En zij zullen komen en zij zullen vertellen van Zijn rechtvaardigheid, aan een volk dat geboren werd, dat Hij het deed.
Terug naar de indexpagina
Naar Psalm 23
|
|