|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 Een ische psalm. Om te doen gedenken.
JAHWEH, het moet niet zo zijn dat U mij in Uw drift corrigeert en U mij in Uw woede disciplineert.
2 Want Uw pijlen zetten zich diep in mij en Uw hand zet zich op mij neer.
3 Er is geen heelheid in mijn vlees vanwege Uw verontwaardiging, er is geen vrede in mijn botten vanwege mijn zonde.
4 Want mijn verdorvenheden passeren mijn hoofd; als een zware last zijn ze te zwaar voor mij.
5 Mijn striemen stinken, ze rotten vanwege mijn dwaasheid.
6 Ik ben verdorven. Ik buig tot het uiterste neer. Heel de dag ga ik somber rond.
7 Want mijn heupen zijn vol verzengende pijn en er is geen heelheid in mijn vlees.
8 Ik ben verstard en ik ben uitermate verpletterd. Ik brul vanwege de folterende angst van mijn hart.
9 Mijn Heer, vóór U is al mijn hunkering, en mijn zuchten is niet voor U verborgen.
10 Mijn hart bonst, mijn energie verlaat mij. En het licht van mijn ogen, zelfs dat is niet bij mij.
11 Die mij liefhebben en mijn naasten staan op een afstand van mijn besmetting en mijn nabijen staan ver van mij af.
12 En die mijn ziel zoeken spannen valstrikken en die mijn kwaad ernstig zoeken spreken van onheil. En de hele dag mompelen zij bedrog.
13 En ik ben als een dove man; ik hoor niet, en ik ben als een stomme die zijn mond niet opent.
14 En ik ben als een man die niet hoort, in wiens mond geen terechtwijzing is.
15 Want op U, JAHWEH, wacht ik. U, U zal antwoorden, mijn Heer, mijn Elohim.
16 Want ik zei: "Opdat zij zich over mij niet verheugen, wanneer mijn voet uitglijdt maken zij zichzelf groot over mij."
17 Want ik word voorbereid om kreupel te lopen en mijn pijn is voortdurend tegenover mij.
18 Want ik zal vertellen van mijn verdorvenheid. Ik ben ongerust vanwege mijn zonde.
19 En die mijn vijanden zijn, die leven, zijn aanzienlijk, en mijn haters vermeerderen in onwaarheid.
20 En die met kwaad in plaats van goed terugbetalen, zij zijn mijn tegenstanders omdat ik het goede najaag.
21 Het moet niet zo zijn dat U mij verlaat, JAHWEH, mijn Elohim. Het moet niet zo zijn dat U ver van mij af bent.
22 Spoed U tot mijn hulp, mijn Heer, mijn Redding!
Terug naar de indexpagina
Naar Psalm 39
|
|