|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 Voor de toezichthouder. Met muzikale begeleidingen. Een overweging van .
Geef gehoor, Elohim, aan mijn gebed. En het moet niet zo zijn dat U Uzelf onduidelijk maakt voor mijn smeekbeden.
2 Sla acht op mij en antwoord mij. Ik ben terneergedrukt door mijn bezorgdheid en ik ben in verwarring gebracht,
3 door de stem van mijn vijand, vanwege de druk van de slechte. Want zij doen wetteloosheid op mij neerglijden, want in boosheid bestormen zij mij.
4 Mijn hart heeft barensweeën in mij en de angsten van de dood vielen op mij.
5 Vrees en huivering komen over mij en huivering bedekt mij.
6 En ik zeg: "Wie zal mij een vleugelpunt geven als van de duif, dan zal ik wegvliegen en zal ik verblijven.
7 Aanschouw!, ik zal ver fladderen, ik zal overnachten in de wildernis." .
8 Ik zal mij spoeden naar mijn ontkoming, weg van de rukwind, van de hevige storm.
9 Verzwelg, mijn Heer, benevel hun tong, want ik zie geweld en twist in de stad!
10 Overdag en in de nacht gaan ze om haar heen op haar muren en wetteloosheid en ellende zijn in haar midden.
11 In haar midden is onheil en zwendel en bedrog worden niet van haar plein verwijderd.
12 Want het is niet een vijand die mij smaad, want dan zou ik het verdragen. Het is niet mijn hater die zichzelf tegen mij groot maakt, want dan zou ik mij voor hem verbergen.
13 Maar jij bent het, sterveling van mijn rang, mijn mentor en mijn bekende,
14 wij die samen zoet overleg maken; in het huis van Elohim wandelen wij in de zich verzamelende menigte.
15 Mogen troosteloosheden op hen zijn; mogen zij levend neerdalen in het dodenrijk, want kwaden zijn in hun tijdelijk verblijf in hun midden.
16 Ik, ik roep tot Elohim en JAHWEH redt mij.
17 In de avond, ochtend en het middaguur val ik voortdurend lastig en maak ik rumoer en hoort Hij mijn stem.
18 Hij koopt mijn ziel vrij in vrede van de aanval tegen mij, want met velen zijn zij tegen mij.
19 El zal horen en Hij zal hen antwoorden, zelfs die vroeger woonde, , in wie geen veranderingen zijn, want zij vrezen Elohim niet.
20 Hij zendt zijn handen tegen die vrede met hem hebben. Hij ontwijdde zijn verbond.
21 Zijn mond is gladder dan dikke room, maar de aanval is in zijn hart. Zijn woorden zijn zachter dan olie, maar ze zijn getrokken zwaarden.
22 Gooi jouw verleende last op JAHWEH en Hij zal jou onderhouden. Hij zal de rechtvaardige niet toestaan uit te glijden voor de aion.
23 En U, Elohim, U zal hen doen afdalen naar de put van de groeve. De stervelingen van bloedvergieten en bedrog zullen niet de helft van hun dagen leven. En ik, ik vertrouw op U!
Terug naar de indexpagina
Naar Psalm 56
|
|