|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 Een psalm van , toen hij in de wildernis van was.
Elohim, U bent mijn El! Ik zoek U vroeg, mijn ziel dorst naar U, mijn vlees verlangt vurig naar U in een land van dorheid en flauwvallend zonder water.
2 Daarom nam ik U waar in de heilige plaats om te zien naar Uw sterkte en Uw heerlijkheid.
3 Want Uw getrouwheid is beter dan het leven. Mijn lippen zullen U prijzen.
4 Daarom zal ik U zegenen tijdens mijn leven. In Uw Naam zal ik mijn handpalmen opheffen.
5 Als met vetheid en rijkheid zal mijn ziel verzadigd worden en met gejubel van lippen zal mijn mond lofprijzen.
6 Wanneer ik U gedenk op mijn slaapplaatsen zal ik in nachtwaken over U een alleenspraak houden.
7 Want U werd voor mij een Hulp en in de schaduw van Uw vleugels zal ik jubelen.
8 Mijn ziel kleeft achter U aan. Uw rechterhand houdt mij hoog.
9 En zij die mijn ziel zoeken tot ruïnering, zij zullen komen in de onderste delen van de aarde.
10 Zij zullen zich tegen hem keren door handen van het zwaard. Zij zullen een toegewezen portie van vossen worden.
11 En de koning? Hij verheugt zich in Elohim. Een ieder die bij Hem zweert zal zich beroemen, want de mond van die onwaarheid spreken zal in bedwang gehouden worden.
Terug naar de indexpagina
Naar Psalm 64
|
|