|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 Voor de toezichthouder. Een ische psalm. Een lied.
Voor U is de stilte, de lofprijzing, Elohim, in en aan U zal een plechtige belofte betaald worden.
2 Hoorder van gebed, tot U zal alle vlees komen.
3 Zaken van verdorvenheden hebben macht over mij. Voor onze overtredingen zal U een beschutting maken.
4 Gelukkig is die U kiest en die U doet naderen. Hij zal verblijven in Uw hoven. Wij zullen verzadigd worden met de goedheid van Uw huis, het heilige van Uw tempel.
5 Door vreeswekkende daden zal U ons in rechtvaardigheid antwoorden, Elohim van onze redding, Vertrouwen van alle einden van de aarde en de verten van de zee,
6 Die bergen vestigt door Zijn energie, aangesnoerd zijnde in macht,
7 Die het tumult van de zeeën stil maakt, het tumult van hun golven en het rumoer van de volkstammen.
8 En de inwoners van de einden zullen vrezen voor Uw tekenen; het tevoorschijn komen van de ochtend en de avond zal U doen jubelen.
9 U merkt het land op en U zal het doen bloeien. U zal het zeer verrijken. Het beekje van Elohim is vol water. U zal hun graan bereiden, want zo zal U het bereiden,
10 door haar voren te doordrenken, haar gapende snijwonden te doen neerzetten; met regenbuien zal U haar ontbinden. U zal haar ontspruiting zegenen.
11 U zal het jaar van Uw goedheid kronen en Uw rondgangen zullen druipen van rijkheid.
12 De oases van de wildernis zullen druipen en de heuvels zullen zich omgorden met uitbundig gejubel.
13 De weidgronden zullen bekleed zijn met het kleinvee en de valleien zullen bezwijken onder het koren. Zij zullen juichen, inderdaad, zij zullen zingen!
Terug naar de indexpagina
Naar Psalm 66
|
|