(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)

1 "De overval," DavidDavid = lieveling isch, die hij zong voor JAHWEH over de woorden van KushKush = zwart, zoon van een Jaminiet.
JAHWEH, mijn Elohim, tot U neem ik mijn toevlucht. Red mij van al mijn achtervolgers en red mij uit,
2 opdat zij niet, als een leeuw, mijn ziel in stukken scheuren, die afrukkend. En er is geen uitredder.
3 JAHWEH, mijn Elohim, indien ik dit deed en indien er onrechtvaardigheid in mijn handpalmen is,
4 indien ik die in vrede met mij is vergeld met kwaad en ik mijn benauwer buit zonder waarde afneem,
5 dan zal mijn vijand mijn ziel achtervolgen en die inhalen, en hij zal mijn leven in de aarde vertreden en mijn heerlijkheid doen verblijven in de losse aarde. Sela.
6 Sta op, JAHWEH, in Uw boosheid. Verhef Uzelf tegen de razernijen van mijn benauwers en wek voor mij het oordeel dat U heeft bepaald.
7 En een vergadering van volksstammen zal U omringen, en vanwege haar: keer terug naar de hoogte.
8 JAHWEH, Hij zal volken berechten. Beoordeel mij, JAHWEH, naar mijn rechtvaardigheid en naar mijn integriteit.
9 Alstublieft, laat het kwaad van de slechten een einde bereiken, dan zal U de rechtvaardige vestigen en harten en nieren testen, rechtvaardige Elohim! En haar kinderen zal Ik doden met de dood en al de ecclesias zullen weten dat Ik de nieren en harten doorzoekende ben. En Ik zal ieder van jullie geven naar jullie °werken (SW)[Openb. 2:23]
10 Mijn schild is bij Elohim, Die rechten van hart redt.
11 Elohim is de rechtvaardige Rechter; El is elke dag verontwaardigd.
12 Indien hij niet terugkeert zal Hij Zijn zwaard aanzetten, Zijn boog buigen en die gereed maken.
13 En voor hem maakte Hij instrumenten van de dood gereed. Hij fabriceert Zijn flakkerende pijlen.
14 Aanschouw!, hij heeft krampen van wetteloosheid en hij zal zwanger zijn van gezwoeg en hij verwekt onwaarheid.
15 Hij graaft een onderaards gewelf en hij diept dat uit. En hij valt in de groeve die hij fabriceerde. 27 Die een groeve graaft zal er in vallen, en die een steen rolt, ze zal naar hem terugkeren. (SW)[Spreuk. 26:27]
16 Zijn gezwoeg zal terugkeren op zijn hoofd, en op zijn schedel zal zijn onrecht neerdalen.
17 Ik zal JAHWEH toejuichen naar Zijn rechtvaardigheid en ik zal musiceren op de Naam van JAHWEH, de Allerhoogste.

Terug naar de indexpagina
Naar Psalm 8