|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 Voor de toezichthouder. Voor de zonen van . Een psalm.
U heeft welgevallen in Uw land, JAHWEH. U keerde de krijgsgevangenschap van om.
2 U verdroeg de verdorvenheid van Uw volk. U bedekte elke van hun zonden. .
3 U bracht al Uw razernij ten einde. U wendde U af van de hitte van Uw boosheid.
4 Breng ons terug, Elohim van onze redding, en doe Uw getergdheid tegen ons teniet.
5 Zal U voor de aion boos zijn tegen ons? Zal U Uw boosheid rekken van generatie tot generatie?
6 Zal U niet terugkeren, zal U ons niet levend maken, opdat Uw volk zich in U zal verheugen?
7 Toon ons, JAHWEH, Uw vriendelijkheid, dan zal U ons Uw redding geven.
8 Zal ik horen wat de El, JAHWEH, spreekt? Want Hij zal welzijn spreken tot Zijn volk en tot Zijn getrouwen. En het moet niet zo zijn dat zij terugkeren naar domheid.
9 Ja, nabij is Zijn redding voor die Hem vrezen, opdat heerlijkheid zal verblijven in ons land.
10 Getrouwheid en waarheid komen elkaar tegen. Rechtvaardigheid en vrede, zij kussen.
11 Waarheid zal vanaf de aarde ontspruiten en rechtvaardigheid staart vanaf de hemelen.
12 Ook zal JAHWEH het goede geven en ons land zal haar gewas geven.
13 Rechtvaardigheid zal voor Zijn aangezicht gaan en Hij plaatst Zijn voetstappen tot een weg.
Terug naar de indexpagina
Naar Psalm 86
|
|