|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 Een uit elkaar gaande zoekt naar hunkering, tegen alle scherpzinnigheid barst hij los.
2 De domme schept geen behagen in begrip, maar veeleer in het onthullen van zijn hart.
3 Met het komen van slechtheid komt ook verachting en met oneer komt smaad.
4 De woorden van een man zijn diepe wateren, de fontein van wijsheid een opborrelende waterloop.
5 Respecteren van het aangezicht van de slechte is niet goed, of om de rechtvaardige te doen afbuigen in het oordeel.
6 De lippen van een domme komen met twist en zijn mond roept om een pak slaag.
7 De mond van een domme maakt ongedaan en zijn lippen zijn de valstrik van zijn ziel.
8 De woorden van een roddelaar zijn als versnaperingen; en zij dalen af in de kamers van de buik.
9 Ook is die slap is in zijn werk een broeder voor een bezitter van verderf.
10 De Naam van JAHWEH is een toren van sterkte; daarin rent de rechtvaardige en hij wordt onneembaar gemaakt.
11 De weelde van een rijke man is de ommuurde stad van zijn sterkte, in zijn verbeelding als een onneembare muur.
12 Vóór een verbreking is het hart van een man hoogmoedig, maar nederigheid komt voor heerlijkheid.
13 Die antwoordt op een woord voordat hij gehoord heeft, het is dwaasheid voor hem en schaamrood.
14 De geest van een man onderhoudt hem in zijn ziekte, maar een moedeloze geest, wie zal die dragen?
15 Het hart van een begrijpende verwerft kennis en het oor van wijzen zoekt kennis.
16 Een geschenk van een mens maakt ruimte voor hem en het gidst hem voor het aangezicht van de groten.
17 Die de eerste is met zijn twist lijkt rechtvaardig, tot zijn naaste komt en hem onderzoekt.
18 Het lot doet ruzies ophouden en het houdt aanzienlijken apart.
19 Een broeder tegen wie overtreden wordt is als de sterkte van een ommuurde stad, en ruzies zijn als de vergrendeling van een burcht.
20 Door de vrucht van de mond van een man wordt zijn buik verzadigd; door de opbrengst van zijn lippen wordt hij verzadigd.
21 Dood en leven zijn in de hand van de tong en die ze liefhebben zullen eten van haar vrucht.
22 Die een vrouw vindt, vindt het goede en hij bemachtigt het welgevallen van JAHWEH.
23 De berooide spreekt smeekbeden, maar de rijke antwoordt met sterke woorden.
24 Een man van naasten zal geneigd zijn tot kwaad en er is een liefhebber die loyaler is dan een broeder.
Terug naar de indexpagina
Naar Spreuken 19
|
|