|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 Mijn zoon, het moet niet zo zijn dat jij mijn wet vergeet en jouw hart zal mijn instructies bewaren,
2 want lengte van dagen en jaren van leven en welzijn zullen zij aan jou toevoegen.
3 Getrouwheid en waarheid, het moet niet zo zijn dat zij jou verlaten. Bind ze vast op jouw keel, schrijf ze op de plaat*1) van jouw hart,
4 en vind genade en goede intelligentie in de ogen van Elohim en mens.
5 Vertrouw op JAHWEH met heel jouw hart en het moet niet zo zijn dat jij op jouw verstand leunt.
6 Erken Hem in al jouw wegen en Hij zal jouw paden recht maken.
7 Het moet niet zo zijn dat jij wijs bent in jouw ogen. Vrees JAHWEH en trek je terug vanaf het kwade;
8 het zal gezondheid zijn voor jouw navel en drank voor jouw botten.
9 Verheerlijk JAHWEH vanaf jouw weelde en vanaf het eerste van al jouw inkomen.
10 Dan zullen jouw bergplaatsen gevuld worden met overvloed en jouw wijnvaten zullen doorbreken van druivensap.
11 De vermaning van JAHWEH, mijn zoon, het moet niet zo zijn dat jij die verwerpt, en het moet niet zo zijn dat jij door Zijn terechtwijzing geïrriteerd wordt.
12 Want die JAHWEH liefheeft, die corrigeert Hij en als Vader heeft Hij welgevallen in de zoon.
13 Gelukkig is de mens die wijsheid vindt en de mens die begrip bemachtigt.
14 Want haar koopwaar is beter dan koopwaar van zilver en en haar opbrengst is beter dan fijn goud.
15 Zij is kostbaarder dan robijnen en al jouw verlangens zijn niet gelijk in haar.
16 Lengte van dagen zijn in haar rechterhand; in haar linkerhand zijn rijkdom en heerlijkheid.
17 Haar wegen zijn wegen van aangenaamheid en al haar sporen zijn vrede.
18 Zij is een boom van leven voor die aan haar vasthouden en die haar hoog houden worden gelukkig geprezen.
19 JAHWEH, in wijsheid, fundeerde de aarde; Hij vestigde de hemelen door begrip.
20 Door Zijn kennis werden de waterdiepten opengereten en druipen de luchten dauw.
21 Mijn zoon, het moet niet zo zijn dat zij afwijken vanaf jouw ogen. Bewaar scherpzinnigheid en bedachtzaamheid,
22 en zij zullen leven zijn voor jouw ziel en gratie voor jouw keel.
23 Dan zal jij vertrouwend jouw weg gaan en jouw voet zal niet struikelen.
24 Indien jij neerligt zul jij niet bang zijn. Wanneer jij neerligt zal jouw slaap beminnelijk zijn.
25 Het moet niet zo zijn dat jij vreest voor plotselinge bangheid of voor de ruïnering van de slechten, dat zij komt.
26 Want JAHWEH zal jouw toeverlaat zijn en Hij bewaart jouw voet voor gegrepen worden.
27 Het moet niet zo zijn dat jij het goede onthoudt aan zijn bezitters, wanneer het tot jouw beschikking van jouw handen is om te doen.
28 Het moet niet zo zijn dat jij tot jouw naaste zegt: "Ga en keer terug, en morgen zal ik geven!," wanneer er met jou is.
29 Het moet niet zo zijn dat jij je kwaad bezig houdt tegen jouw naaste, terwijl hij in vertrouwen met jou woont.
30 Het moet niet zo zijn dat jij met een mens zonder reden een rechtszaak voert, wanneer hij jou niet vergold met kwaad.
31 Het moet niet zo zijn dat jij jaloers bent op een man van geweld en het moet niet zo zijn dat jij enige van zijn wegen kiest.
32 Want een afwijkende man is een afschuw voor JAHWEH, maar met de oprechten is Zijn overleg.
33 De vloek van JAHWEH is in het huis van de slechte, maar Hij zegent de hoeve van de rechtvaardigen.
34 Indien tot de spotters, Hij spot en aan de nederigen geeft Hij genade.
35 De wijzen zullen heerlijkheid ontvangen als lotbezit, maar de dommen worden opgeheven tot oneer.
1. Plaat. Denk hier aan de kleitabletten waarop vroeger berichten werden geschreven.
Terug naar de indexpagina
Naar Spreuken 4
|
|