|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 Mijn zoon, geef acht op mijn wijsheid, strek jouw oor uit naar mijn begrip,
2 om bedachtzaamheid te bewaken. Want jouw lippen zullen kennis bewaren.
3 Want de lippen van een onbekende vrouw druppelen van honingdrup en haar gehemelte is gladder dan olie.
4 Maar haar laatste is bitter als alsem, scherp als de snijranden van een zwaard.
5 Haar voeten dalen af naar de dood, haar stappen houden het dodenrijk stevig vast.
6 Opdat zij het pad van het leven niet in balans houdt dolen haar routes rond, maar zij weet het niet.
7 En nu, zonen, luistert naar mij, want het moet niet zo zijn dat jullie je terugtrekken van de gezegden van mijn mond.
8 Houd jouw weg ver van haar en het moet niet zo zijn dat jij naderbij komt tot het portaal van haar huis,
9 opdat jij jouw pracht niet geeft aan anderen en jouw jaren aan de wrede,
10 opdat niet onbekenden zich verzadigen aan jouw energie en jouw moeizame arbeid komt in het huis van de uitheemse;
11 en jij gromt in de latere van jouw dagen, wanneer jouw vlees en jouw lijf uitgeput zijn.
12 En jij zegt: Hoe haatte ik vermaning en versmaadde mijn hart terechtwijzing.
13 En ik luisterde niet naar de stem van mijn onderrichters en naar mijn onderwijzers strekte ik mijn oor niet uit.
14 Spoedig kwam ik in elk kwaad, midden in de samenkomst en de vergadering.
15 Drink water uit jouw waterreservoir en van wat midden uit jouw put vloeit.
16 Jouw springbronnen verstrooien zich naar de straat, als waterbeekjes naar de pleinen.
17 Zij zullen voor jou zijn, alleen voor jou en er is geen voor de buitenstaanders met jou.
18 Jouw fontein zal gezegend worden en verheug je vanwege de vrouw van jouw jeugd!
19 Een hinde van liefde is zij en een steenbok van gratie; haar tepels zullen jou oververzadigen in alle tijd, in haar liefde zal jij voortdurend dronken worden.
20 En waarom, mijn zoon, zal jij dronken worden bij een onbekende vrouw en zal jij de boezem van een uitheemse vrouw omhelzen?
21 Want tegenover de ogen van JAHWEH zijn de wegen van een man en al zijn routes houdt Hij in balans.
22 De slechte, zijn verdorvenheden zullen hem grijpen en met de kabels van zijn zonde zal hij stevig vastgehouden worden.
23 Hij, hij sterft, omdat er geen discipline is, en door de veelheid van zijn dwaasheid zal hij dronken worden.
Terug naar de indexpagina
Naar Spreuken 6
|
|