Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Spreuken 8

   
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst,
of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)


1 Roept wijsheid niet en geeft begrip haar stem?
2 Op de top van hoogten, op de weg, in het huis van de sporen, staat ze opgesteld.
3 Aan de kant van de poorten, aan de rand van de ommuurde stad, bij de ingang van de portalen doet zij een dringend beroep. 20 Wijsheid jubelt in de straten, op het plein laat zij haar stem horen.
21 Aan het hoofd van hen die roepen roept zij. In de portalen van de poorten van de stad spreekt zij haar woorden (SW)
[Spreuk. 1:20,21]

4 Tot jullie, mannen, roep ik en mijn stem is gericht tot de zonen van de mens.
5 Begrijpt, eenvoudigen, schranderheid; en de dommen: begrijpt het hart!
6 Luistert, bewindvoerders, want ik spreek en het openen van mijn lippen onthult rechte dingen.
7 Want mijn gehemelte prevelt waarheid en slechtheid is een afschuw voor mijn lippen.
8 In rechtvaardigheid zijn alle gezegden van mijn mond; in hen is er geen gekronkelde of verdraaide.
9 Allen van hen zijn correct voor de begrijpende en recht voor die kennis vinden.
10 Neemt mijn vermaning aan en het moet niet zijn dat zilver de voorkeur heeft. En kennis is beter dan uitgekozen fijn goud.
11 Want wijsheid is beter dan robijnen en alle verlangens zijn niet aan haar gelijk.
12 Ik, wijsheid, verblijf in schranderheid en ik vind kennis van bedachtzaamheid.
13 De vrees van JAHWEH betekent haten van het kwade. Ik haat trots en praal en de weg van het kwaad en een mond van dubbelhartigheid.
14 Voor mij zijn raadgeving en scherpzinnigheid. Ik heb verstand. Voor mij is macht.
15 Door mij regeren koningen en maken hoogwaardigheidsbekleders statuten van rechtvaardigheid.
16 Door mij besturen oversten en zijn vooraanstaanden alle rechters van rechtvaardigheid.
17 Ik heb lief die mij liefhebben en die mij vroeg zoeken die vinden mij.
18 Rijkdom en heerlijkheid zijn met mij, grenzeloze weelde en rechtvaardigheid.
19 Mijn vrucht is beter dan stofgoud en dan schitterend goud en mijn opbrengst is meer dan uitgekozen zilver.
20 Ik ga op het pad van rechtvaardigheid, te midden van de sporen van oordeel,
21 om voorspoed als lotbezit te geven aan die mij liefhebben en ik vul hun schatkamers.
22 JAHWEH, Hij verwierf mij bij het begin van Zijn weg, voorafgaand aan Zijn tot stand brengingen, vanaf toen. En schrijf aan de boodschapper van de ecclesia in Laodicea: Dit nu zegt de Amen, de trouwe en ware Getuige, het Begin van de schepping van God (SW)[Openb. 3:14]
23 Vanaf de aion werd ik ingehuldigd, vanaf het begin van het voorafgaande van de aarde;
24 toen er geen waterdiepten waren werd ik verwekt in barensweeën, toen er geen springbronnen waren die zwaar waren van water.
25 Voordat de bergen verzonken werden, vóór de heuvels, werd ik verwekt in barensweeën.
26 Tot aan Hij de aarde en de open vlakten nog niet had gemaakt en een begin van de losse aarde van de wereld,
27 bij Zijn vestigen van de hemelen was ik daar, bij Zijn tekenen van een cirkel op het aangezicht van de waterdiepte,
28 bij Zijn vanaf boven resoluut maken van de luchten, bij Zijn versterken van de bronnen van de waterdiepte,
29 bij Zijn plaatsen van zijn statutaire limiet voor de zee, zodat de wateren niet Zijn mond passeerden, bij Zijn afbakenen van de fundamenten van de aarde,
30 toen was ik naast Hem, als Zijn pleegkind, en was ik vol verrukkingen, dag na dag, iemand die plezier maakte voor Zijn aangezicht, altijd;
31 iemand die plezier maakte in de wereld van Zijn aarde, en mijn verrukkingen waren met de zonen van de mens.
32 En nu, zonen, luistert naar mij! En gelukkig, zij nemen mijn wegen in acht.
33 Luistert naar de vermaning en weest wijs! Het moet niet zo zijn dat jullie je er van distantiëren.
34 Gelukkig is de mens die naar mij luistert, om waakzaam te zijn bij mijn deuren, dag na dag, om de deurposten van mijn portalen te bewaken.
35 Want die mij vindt, die vindt leven en hij bemachtigt welgevallen van JAHWEH. Want de wijsheid is tot een schaduw, en het geld is tot een schaduw; maar de uitnemendheid der wetenschap is, dat de wijsheid haar bezitters het leven geeft. (SW) [Pred. 7:12]
36 En die mij mist doet zijn ziel geweld aan. Al mijn haters hebben de dood lief.

Terug naar de indexpagina
Naar Spreuken 9
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinde zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.