|
(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst, of op een groene naam, dan ziet u de betekenis)
1 "En in die tijd zal opstaan, de grote overste die staat over de zonen van jouw volk. En het zal een tijd van benauwdheid zijn die niet is geweest vanaf het zijn van een natie tot aan deze tijd. En in deze tijd zal jouw volk ontsnappen, elk die gevonden wordt geschreven te zijn in de boekrol.
2 En velen van die slapen in de losse aarde van de grond zullen ontwaken, dezen tot leven van de aion en dezen tot de smaad voor afstotelijkheid van de aion.
3 En de intelligenten zullen waarschuwen als de waarschuwing van de atmosfeer en zij die leiden tot rechtvaardigheid van de velen zullen zijn als de sterren voor de aion en verder.
4 En jij, , stop de woorden dicht en verzegel de boekrol tot aan de tijd van het einde. En velen zullen zwenken en de kennis zal vermeerderen."
5 En ik, , zag en aanschouw, twee anderen staan er; één hier aan de oever van de waterweg en één daar aan de oever van de waterweg.
6 En hij zei tot de man die gekleed was in het linnen, die boven de wateren van de waterweg was: "Tot aan wanneer is het einde van de wonderlijke dingen?"
7 En ik hoorde de man die gekleed was in het linnen, die boven de wateren van de waterweg was, en hij hief zijn rechterhand en zijn linkerhand op naar de hemelen en hij zwoer bij de Levende van de aion, dat het is voor een afgesproken tijd, afgesproken tijden en een halve. En als het verbrijzelen van de hand van het volk van heiligheid beëindigd zal worden zullen al deze dingen beëindigd worden.
8 En ik hoorde en ik begreep niet. En ik zei: "Mijn heer, wat is er na deze dingen?"
9 En hij zei: "Ga, , want de woorden zijn dichtgestopt en verzegeld tot aan het einde van de tijd.
10 Velen zullen zichzelf zuiveren en zij zullen zichzelf wit maken en zij zullen gelouterd worden, en de slechten zullen slecht handelen. Niemand van de bozen zal het begrijpen, maar de intelligenten, zij zullen begrijpen.
11 En vanaf de tijd wanneer het voortdurende wordt weggenomen en tot het geven van een troosteloze gruwel, zijn duizend tweehonderd en negentig dagen.
12 Gelukkig is de talmende en hij zal tot aan duizend driehonderd vijf en dertig dagen bereiken.
13 En jij, ga tot het einde en jij zal rusten. En jij zal opstaan voor jouw lot aan het einde van de dagen.
Terug naar de indexpagina
|
|