|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 "Wanneer JAHWEH, jouw Elohim, jou zal brengen naar het land waarin jij binnen zal gaan om het te pachten en Hij Zich ontdoet van vele naties voor jouw aangezicht: de en en de en en de en en de ieten en de en en de en en de en, zeven talrijkere en robuustere naties dan jij,
2 wanneer JAHWEH, jouw Elohim, hen voor jouw aangezicht geeft en jij hen neerslaat. Jij zal hen verdoemen, ja verdoemen. Jij zal met hen geen verbond snijden en jij zal hen niet genadig zijn.
3 En jij zal niet met hen verzwageren. Jouw dochter zal jij niet geven aan zijn zoon en zijn dochter zal jij niet nemen voor jouw zoon.
4 Want ze doet jouw zoon terugtrekken van achter Mij en zij dienen andere elohim. Dan is de boosheid van JAHWEH tegen jullie groot en roeit Hij jou vlug uit.
5 Maar veeleer zullen jullie zó met hen doen: hun altaren zullen jullie afbreken en hun monumenten zullen jullie verbreken en hun Asjerapalen zullen jullie omhakken en hun beeldsnijwerken zullen jullie verbranden in het vuur.
6 Want jullie zijn een heilig volk voor JAHWEH, jouw Elohim. JAHWEH, jouw Elohim, koos jou om van Hem te zijn, tot een volk van speciaal bezit uit alle volken die op de oppervlakte van de grond zijn.
7 Het was niet vanwege de veelheid van jullie boven alle volken dat JAHWEH met jullie werd gehecht en Hij jullie koos, want jullie zijn het kleinste van alle volken,
8 maar vanwege het liefhebben van JAHWEH van jullie en vanwege het in acht nemen van Zijn eed die Hij zwoer aan jullie vaders, dat JAHWEH jullie met standvastige hand deed uitgaan en Hij jullie vrijkocht uit het huis van dienaren, uit de hand van , koning van .
9 En jij weet dat JAHWEH, jouw Elohim, de Elohim is, de El Die trouw is, het verbond en de vriendelijkheid in acht nemend voor die Hem liefhebben en voor hen die Zijn instructies in acht nemen tot in duizend generaties.
10 en Die Zijn haters terugbetaalt door hen voor Zijn aangezicht te doen omkomen. Hij vertraagt niet voor hen die Hem in Zijn aangezicht haten; Hij zal hen terugbetalen.
11 En jij neemt de instructie in acht en de statuten en de verordeningen waar die ik jou vandaag instructie geef te doen.
12 En het zal zijn, als gevolg van jullie luisteren naar deze verordeningen en jullie ze in acht nemen en jullie ze doen, dat JAHWEH, jouw Elohim, met jou het verbond en de vriendelijkheid, die Hij zwoer aan jouw vaders, in acht neemt.
13 En Hij heeft jou lief en Hij zegent jou en Hij vermeerdert jou en Hij zegent de vrucht van jouw buik en de vrucht van jouw grond, van jouw graan en van jouw druivensap en van jouw helder gemaakte olie, het werpen van jouw huisdieren en de aanwas van jouw kleinvee op de grond die Hij zwoer aan jouw vaders aan jou te geven.
14 Jij zal gezegend worden boven alle volken. Er zal in jou geen onvruchtbare man en onvruchtbare vrouw zijn, noch onder jouw beesten.
15 En JAHWEH neemt elke ziekte van jou weg en alle kwade kwalen van die jij kent. Hij zal ze niet in jou plaatsen en Hij geeft ze aan al jouw haters.
16 En jij verslindt al de volken die JAHWEH, jouw Elohim, aan jou geeft. Jouw oog zal met hen geen medelijden hebben en jij zal hun elohim niet dienen, want dat is voor jou een valstrik.
17 Al zeg jij in jouw hart: Deze naties zijn talrijker dan ik, hoe kan ik hen verdrijven,
18 jij zal voor hen niet vrezen. Jij zal gedenken wat JAHWEH, jouw Elohim, deed met en met heel ,
19 de grote beproevingen die jouw ogen zagen en de tekenen en de wonderen en de standvastige hand en de uitgestrekte arm waarmee JAHWEH, jouw Elohim, jou deed uitgaan. Zo zal JAHWEH, jouw Elohim, doen met alle volken voor wier aangezichten jij vreest.
20 En bovendien zal JAHWEH, jouw Elohim, de horzel onder hen zenden, totdat die overblijven en die zich verbergen voor jouw aangezicht vergaan.
21 En jij zal niet verschrikt worden voor hun aangezichten, want JAHWEH, jouw Elohim, is in jouw midden, El, groot en vreeswekkend.
22 En JAHWEH, jouw Elohim, ontdoet Zich van deze naties van voor jouw aangezicht, beetje na beetje. Jij kunt niet vlug een einde aan hen maken, opdat het dier van het veld niet tegen jou vermeerdert.
23 En JAHWEH, jouw Elohim, geeft hen voor jouw aangezicht en Hij brengt hen in verwarring met een grote verwarring, totdat ze zijn uitgeroeid.
24 En Hij geeft hun koningen in jouw hand en jij vernietigt hun naam van onder de hemelen. Niemand zal zich opstellen voor jouw aangezicht, totdat jij hem hebt uitgeroeid.
25 Jullie zullen de beeldsnijwerken van hun elohim verbranden in het vuur. Jij zal het zilver en goud op hen niet begeren of voor jezelf nemen, anders zal jij er door verstrikt worden, want het is een verafschuwing voor JAHWEH, jouw Elohim.
26 En jij zal geen afschuwelijkheid naar jouw huis brengen, anders ben jij een gedoemde, zoals hij. Jij zal van hem gruwen, ja gruwen en jij zal hem verafschuwen, ja verafschuwen, want hij is gedoemd."
Terug naar de indexpagina
Naar Deuteronomium 8
|
|