Dit is een eigen SchriftWoord vertaling van
Exodus
Hoofdstuk 21

   
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)


1 "En deze zijn de verordeningen die jij voor hun gezichten plaatst:
2 Wanneer jij een Hebreeuwse dienaar koopt, zal hij zes jaren dienen, en in het zevende jaar zal hij om niet vrij uitgaan. 39 En wanneer jouw broeder, die bij jou is, verarmt en hij verkoopt zichzelf aan jou, dan zal jij hem niet de dienst van een dienaar doen dienen. 40 Als huurling, als gast, zal hij bij jou zijn; tot het jaar van het jubeljaar zal hij bij jou dienen. 41 Dan gaat hij uit van bij jou, hij en zijn zonen met hem, en hij keert terug naar zijn familie; en naar het grondbezit van zijn vaders zal hij terugkeren. 42 Want zij zijn Mijn dienaren, die Ik deed uitgaan uit het land van Egypte. Zij worden niet verkocht zoals de verkoop van een dienaar. 43 Jij zal niet met hardheid over hem heersen. En jij vreest jouw Elohim. 44 En jouw dienaar en jouw dienstmeisje die van jou worden uit de naties die rondom jullie zijn, uit hen zullen jullie een dienaar en een dienstmeisje kopen, 45 en ook van de zonen van de gasten die tijdelijk bij jullie verblijven, van hen zullen jullie kopen en van hun familie die bij jullie is, van die zij verwekken in jullie land. En zij worden jullie tot bezit. (SW)[Lev. 25:39-45]
3 Indien hij alleenstaand komt, gaat hij alleenstaand uit. Indien hij de bezitter is van een vrouw, dan gaat zijn vrouw uit met hem.
4 Indien zijn heermv hem een vrouw geeft en zij baart voor hem zonen of dochters, dan zal de vrouw en haar kinderen van haar heermv worden en hij zal alleenstaand uitgaan.
5 En indien de dienaar zal zeggen, ja zeggen: 'Ik heb mijn heer en mijn vrouw en mijn zonen lief, ik zal niet vrij weggaan,'
6 dan doet zijn heermv hem tot de elohim en doet hij hem dichtbij de deur of bij de deurpost komen, en zijn heermv doorboort zijn oor met de priem. En hij dient hem voor de aion.
7 En wanneer een man zijn dochter verkoopt als dienstmeisje, zal zij niet uitgaan zoals de dienaren uitgaan.
8 Indien zij kwaad is in de ogen van haar heermv, en hij haar voor zichzelf bestemd heeft, doet hij haar vrijgekocht worden. Hij zal niet beslissen haar aan een uitheems volk te verkopen, omdat hij verraderlijk tegen haar was.
9 En indien hij haar voor zijn zoon bestemt, zal hij met haar doen naar de gewoonte.
10 Indien hij een andere vrouw voor zichzelf neemt, vermindert hij haar vlees, haar bedekking en haar echtelijke gemeenschap niet.
11 En indien hij deze drie dingen niet voor haar doet, dan gaat zij om niet uit, zonder zilver.
12 Wie een man neerslaat en hij sterft, zal ter dood gebracht worden, ja ter dood gebracht worden. Jij zal het recht doen van een tijdelijke verblijver of wees niet doen afbuigen en jij zal het kledingstuk van een weduwe niet als onderpand nemen. (SW)[Lev. 24:17]
13 En wie geen kwaadwillig voornemen heeft en de Elohim hem voorbestemt in zijn hand, dan plaats Ik voor jou een plaats waarheen hij zal vluchten. 41 Toen deed Mozes drie steden afscheiden aan de overkant van de Jordaan, in de richting van de zonsopgang, [Exo. 21:13] 42 om daarheen te vluchten wie een moordenaar is, die zonder voorkennis zijn naaste vermoordt en hem niet haat, drie dagen tevoren. En hij vlucht naar één van deze steden en hij leeft. 43 Beser in het land van het plateau voor de Rubenieten, en Ramot in Gilead voor de Gadieten, en Golan in Basan voor de Manassieten. (SW)[Deut. 4:41-43]
14 En wanneer een man arrogant doet tegen zijn naaste, om hem door sluwheid te doden, zul jij hem van Mijn altaar wegnemen om hem te doen sterven.
15 En wie zijn vader neerslaat en zijn moeder, hij zal ter dood gebracht worden, ja ter dood gebracht worden.
16 En wanneer men een man steelt en hij verkoopt hem of hij wordt in zijn hand gevonden, hij zal ter dood gebracht worden, ja ter dood gebracht worden. Wanneer een man gevonden wordt, een ziel stelend van zijn broeders, van de zonen van Israël, en hij maakt van hem roerend goed, en hij verkoopt hem, dan sterft de dief. En jij neemt het kwaad weg uit jouw midden.(SW)[Deut. 24:7]
17 En wie een vloek uitspreekt over zijn vader en zijn moeder, hij zal ter dood gebracht worden, ja ter dood gebracht worden. Want °God zei*: Eer °vader en °moeder, en wie kwaad zegt over vader of moeder, laat hem sterven tot de dood (SW)[Matt. 15:4]
18 En wanneer mannen twisten en een man zijn naaste neerslaat met een steen of met een vuist en hij niet sterft, maar tot bed vervalt,
19 indien hij opstaat en buiten rondwandelt op zijn leunstaf, dan wordt die neerslaat onschuldig gehouden. Maar die neerslaat zal geven voor zijn ophouden. Hij zal zeker laten genezen, ja genezen.
20 En wanneer een man zijn dienaar of zijn dienstmeisje neerslaat met een knuppel, en hij sterft onder zijn hand, hij zal gewroken worden, ja gewroken.
21 Echter, indien hij een dag of twee dagen staat, wordt hij niet gewroken, want hij is zijn zilver.
22 En wanneer mannen een tweegevecht hebben en zij treffen een zwangere vrouw en haar kinderen gaan uit, en er gebeurt geen ongeluk, zal hij beboet, ja beboet worden, zoals de bezitter van de vrouw aan hem oplegt. En hij geeft het via bemiddelaars.
23 En indien er een ongeluk gebeurt geef jij ziel in plaats van ziel,
24 oog in plaats van oog, tand in plaats van tand, hand in plaats van hand, voet in plaats van voet, 38 Jullie horen* dat verklaard* was oog om oog en tand om tand,
39 doch Ik zeg jullie de boze niet te weerstaan*, maar wie jou op de rechter wang slaat, keer* hem ook de andere toe! (SW)
[Matt. 5:38,39]

25 verschroeiing plaats van verschroeiing, verwonding in plaats van verwonding, striem in plaats van striem.
26 En wanneer een man het oog van zijn dienaar slaat of het oog van zijn dienstmeisje, en hij ruďneert het, dan zal hij hem als vrije laten gaan, in plaats van zijn oog.
27 En indien hij een tand van zijn dienaar of een tand van zijn dienstmeisje doet uitvallen, zal hij hem als vrije laten gaan, in plaats van zijn tand.
28 En wanneer een stier een man of een vrouw met zijn horens stoot en hij sterft, zal de stier zeker gestenigd worden en zijn vlees zal niet gegeten worden, maar de bezitter van de stier is onschuldig.
29 En indien een stier al gisteren en eergisteren stotig is en het aan zijn bezittermv wordt betuigd, en hij bewaakt hem niet, en hij doet een man of vrouw sterven, zal de stier gestenigd worden en ook zal zijn bezittermv ter dood gebracht worden.
30 Indien hem een beschuttende losprijs wordt opgelegd, dan zal hij zijn ziel als losprijs geven voor alles wat hem wordt opgelegd.
31 Of hij een zoon stoot of dat hij een dochter stoot, naar deze gewoonte zal met hem gedaan worden.
32 Indien de stier een dienaar of een dienstmeisje stoot zal hij dertig shekels van zilver geven aan zijn heermv, en de stier zal gestenigd worden.
33 En wanneer een man een waterreservoir opent of wanneer een man een waterreservoir graaft, en hij dekt hem niet af, en er valt een stier of een ezel in,
34 dan betaalt de bezitter van het waterreservoir terug. Met zilver doet hij terugkeren aan zijn bezitters en het dode dier zal van hem worden.
35 En wanneer de stier van een man de stier van zijn naaste treft en hij sterft, dan verkopen zij de levende stier en zij verdelen het zilver er van. En ook verdelen zij het dode dier.
36 Of wanneer bekend is dat de stier vanaf gisteren en eergisteren stotig is en hij hem niet bewaakt, zal zijn bezittermv terugbetalen, ja terugbetalen, stier in plaats van stier. En het dode dier zal van hem worden."

Terug naar de indexpagina
Naar Exodus 22
   


© www.schriftwoord.nl
U mag deze tekst voor eigen gebruik en studie-doeleinden zonder toestemming vermenigvuldigen.
Citeren van deze tekst mag alleen met bronvermelding.
Vermenigvuldiging voor commercieel gebruik alleen met toestemming van de uitgever.