|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En JAHWEH zegt tot : "Nu zal jij zien wat Ik met zal doen, want met standvastige hand zal hij hen wegzenden en met standvastige hand zal hij hen vanaf zijn land uitdrijven."
2 En Elohim spreekt tot en Hij zegt tot hem: "Ik ben JAHWEH,
3 en Ik verscheen aan , aan en aan als . En met Mijn Naam, JAHWEH, maakte Ik Mij aan hen niet bekend.
4 Ik, echter, richtte mijn verbond met hen op, aan hen het land van gevend, het land van hun tijdelijk verblijfmv, waarin zij tijdelijk verblijven.
5 En ook Ik hoorde het gekreun van de zonen van , dat de Egyptenaren hen doen dienen en Ik gedenk Mijn verbond.
6 Daarom, zeg tot de zonen van : "Ik ben JAHWEH en Ik doe jullie uitgaan van onder de lasten van de Egyptenaren en Ik red jullie van hun dienst en Ik los jullie schuld in met een uitgestrekte arm en met grote oordelen.
7 En Ik neem jullie aan als Mijn volk en Ik ben jullie tot Elohim. En jullie weten dat Ik JAHWEH ben, jullie Elohim, Die jullie doet uitgaan van onder de lasten van de Egyptenaren.
8 En Ik breng jullie naar het land dat Ik ophief in Mijn hand, het gevend aan , aan en aan , en Ik geef het aan jullie als pachtbezit. Ik ben JAHWEH."
9 En zo spreekt tot de zonen van en zij luisteren niet naar vanwege kortheid van geest en vanwege de harde dienst.
10 En JAHWEH spreekt tot , zeggend:
11 "Kom binnen, spreek tot , koning van , en hij de zonen van weg zal zenden van zijn land."
12 En spreekt voor het aangezicht van JAHWEH, zeggend: "Aanschouw! De zonen van luisteren niet naar mij. Hoe zal naar mij luisteren? Ik ben onbesneden van lippen."
13 En JAHWEH spreekt tot en tot en Hij geeft aan de zonen van en aan , koning van , instructie om de zonen van uit het land van te doen gaan.
14 Dezen zijn de hoofden van het huis van hun vaders. De zonen van , de eerstgeborene van : en , en . Deze zijn de families van .
15 En de zonen van : en en en en en , zoon van de Kanaänitische. Deze zijn de families van .
16 En deze zijn de namen van de zonen van , naar hun genealogische registraties: en en . En de jaren van het leven van waren honderd zeven en dertig jaren.
17 De zonen van zijn: en , naar hun families.
18 En de zonen van zijn: en en en . En de jaren van het levenmv van zijn honderd drie en dertig jaren.
19 En de zonen van zijn: en . Deze zijn de families van de Leviet naar hun genealogische registraties.
20 En neemt , zijn tante, tot vrouw. En zij baarde voor hem en . En de jaren van het levenmv van zijn honderd zeven en dertig jaren.
21 En de zonen van zijn: en en .
22 En de zonen van zijn: en en .
23 En neemt , dochter van , zuster van , tot hem als vrouw. En zij baarde voor hem en , en .
24 En de zonen van zijn: en en . Deze zijn de families van de Korachieten.
25 En , zoon van , neemt voor zich uit de dochters van als zijn vrouw. En zij baarde voor hem . Dezen zijn de hoofden van de vaders van de Levieten naar hun families.
26 Dit zijn en , tot wie JAHWEH zei: "Doet de zonen van en hun legers uit het land van gaan."
27 Zij zijn het die spreken tot , koning van , om de zonen van uit te doen uitgaan, deze en .
28 En het gebeurt in die dag dat JAHWEH tot sprak in het land van .
29 En JAHWEH sprak tot , zeggend: "Ik ben JAHWEH. Spreek tot , koning van , alles wat Ik tot jou spreek."
30 En zegt voor het gezicht van JAHWEH: "Aanschouw! Ik ben onbesneden van lippen. Hoe zal naar mij luisteren?"
Terug naar de indexpagina
Naar Exodus 7
|
|