|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En , de vrouw van , baarde niet voor hem. En zij had een Egyptische dienares, en haar naam is .
2 En zegt tot : "Aanschouw! Alstublieft! JAHWEH beteugelt mij om te baren. Kom, alstublieft, tot mijn dienares. Misschien word ik uit haar gebouwd." En luistert naar de stem van .
3 En , de vrouw van , neemt , haar Egyptische dienares, aan het einde van tien jaren van 's wonen in het land van , en zij geeft haar aan , haar man, hem tot vrouw.
4 En hij komt tot en zij wordt zwanger. En zij ziet dat zij zwanger is en haar meesteres wordt in haar ogen gering geschat.
5 En zegt tot : "Mijn onrecht is op jou. Ik, ik gaf mijn dienares in jouw boezem. En zij ziet dat zij zwanger is en in haar ogen word ik gering geschat. JAHWEH spreke recht tussen mij en tussen jou."
6 En zegt tot : "Aanschouw, jouw dienares is in jouw hand. Doe met haar het goede in jouw ogen." En vernedert haar en zij rent weg van haar aangezicht.
7 En een boodschapper van JAHWEH vindt haar bij een waterbron in de wildernis, bij de bron op de weg naar .
8 En hij zegt: ", dienares van , van waar kom je en waar ga je heen?" En zij zegt: "Ik ren weg van het aangezicht van , mijn meesteres."
9 En de boodschapper van JAHWEH zegt tot haar: "Keer terug naar jouw meesteres en verneder jezelf onder haar handen."
10 En de boodschapper van JAHWEH zegt tot haar: "Zeker! Ik zal jouw zaad vermeerderen en het zal niet genummerd worden vanwege de veelheid."
11 En de boodschapper van JAHWEH zegt tot haar: "Aanschouw, jij bent zwanger en jij zal een zoon baren en jij noemt zijn naam , want JAHWEH hoort naar jouw vernedering.
12 En hij, hij wordt een wilde ezel van een mens; zijn hand is tegen allen en de hand van allen is tegen hem. En hij zal verblijven tegen het aangezicht van al zijn broeders."
13 En zij roept de naam van JAHWEH, Die tot haar sprak: "U bent El, Die ziet!" Want zij zei ook: "Hier zie ik, navolgend Die mij ziet."
14 Daarom noemt men de put . Aanschouw, het is tussen en tussen .
15 En baart voor een zoon, en noemt de naam van zijn zoon, die baarde, .
16 En is een zoon van zes en tachtig jaren bij het baren van van voor .
Terug naar de indexpagina
Naar Genesis 17
|
|