|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En was oud en hij kwam op dagen. En JAHWEH zegt tot hem: "Jij bent oud, jij kwam op dagen. En het land blijft over, uitermate veel, om het te pachten.
2 Dit is het land dat over blijft: alle omstreken van de Filistijnen en alles van de ieten,
3 vanaf , dat op uitziet, en tot aan het grondgebied van , naar het noorden. Het wordt gerekend tot de ieten, vijf stadsvorsten van de Filistijnen, de Gazieten en de Asdodieten en de Askelonieten, de Gattieten en de ieten en de ,
4 van het zuiden heel het land van de ieten, en , dat van de iërs is, tot aan , tot aan de grens van de Amorieten;
5 en het land van de Gebalieten en heel de , bij de opgang van de zon, van -, onderaan de berg , tot zo ver als komend van ;
6 alle inwoners van het gebergte, vanaf de tot aan , al de iërs. Ik, Ik zal hen verdrijven van voor de aangezichten van de zonen van . Maar jij, werp haar lot voor tot lotbezit, zoals Ik jou instructie gaf.
7 En nu, deel dit land op in lotbezit aan negen van de stammen en de helft van de stam van .
8 Met hem zijn de ieten en de ieten. Zij namen hun lotbezit dat aan hen gaf aan de overkant van de , in de richting van de zonsopkomst, zoals , dienaar van JAHWEH, aan hen gaf,
9 vanaf , dat is op de oever van de wadi van , en de stad die is in het midden van de wadi, en heel het plateau van , tot aan ,
10 en alle steden van , koning van de Amorieten, die hij regeerde in , tot aan de grens van de zonen van ,
11 en en het grondgebied van de ieten en de ieten en heel de berg en heel de , tot aan ,
12 heel het koninkrijk van , in , die regeerde in en in : hij bleef over van het restant van de . En sloeg hen neer en hij verdreef hen.
13 En de zonen van verdreven de ieten en de ieten niet. En en woonden in het midden van tot aan deze dag.
14 Maar aan de stam van de eten gaf hij geen lotbezit; de vuuroffers van JAHWEH, Elohim van , zijn hun lotbezit, zoals Hij tot hem sprak.
15 En dit was wat gaf aan het stamhuis van de zonen van , voor hun families,
16 en het grondgebied vanaf wordt van hen, dat is aan de oever van de wadi van en de stad die in het midden van de wadi is en heel het plateau tot aan ,
17 en al haar steden die op het plateau zijn, en en ,
18 en naar en en ,
19 en en en , in de berg van de vallei,
20 en en de hellingen van de en ,
21 en alle steden van het plateau en heel het koninkrijk van , koning van de Amorieten, die regeerde in , die neersloeg, hem en de vorsten van , en en en en , vazallen van , inwoners van het land.
22 En , zoon van , de waarzegger, die de zonen van doodden met het zwaard, vanwege hun gesneuvelden.
23 En de grens van de zonen van was de . En dit grensgebied is het lotbezit voor de zonen van voor hun families: de steden en hun gehuchten.
24 En geeft het aan het stamhuis van , aan de zonen van , voor hun families:
25 en voor hen is het grensgebied van en alle steden van en de helft van de zonen van , tot aan , dat tegenover is,
26 en vanaf tot aan -, en , en vanaf tot aan de grens van ,
27 en in de vallei, en en en , de rest van het koninkrijk van , koning van , de en de grens tot aan het einde van de Zee van , aan de overkant van de , naar het oosten.
28 Dit is het lotbezit van de zonen van , voor hun families, de steden en hun gehuchten.
29 En gaf aan de helft van de stam van , en het was voor de helft van het stamhuis van de zonen van , voor hun families;
30 en het wordt hun grondgebied, vanaf , heel de , heel het koninkrijk van , koning van de en alle nederzettingen van die in zijn, zestig steden,
31 en de helft van en en , steden van het koninkrijk van in de , voor de zonen van , zoon van , voor de helft van de zonen van , voor hun families.
32 Dezen zijn het die als lotbezit gaf in de steppen van , aan de overkant van de , ten oosten van .
33 En aan de stam van de eten gaf geen lotbezit. JAHWEH, Elohim van , Hij is hun lotbezit, zoals Hij tot hen sprak.
Terug naar de indexpagina
Naar Jozua 14
|
|