|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En de zonen van , en , nemen hun vuurpan en zij doen er vuur in en zij plaatsen er wierook op en zij brengen het naderbij voor het aangezicht van JAHWEH, een onbekend vuur waarvoor Hij hen geen instructie gaf.
2 En vuur ging uit van voor het aangezicht van JAHWEH en het verslindt hen, en zij sterven voor het aangezicht van JAHWEH.
3 En zegt tot : "Dit is wat JAHWEH sprak, zeggend: 'In zij die Mij nabij zijn word Ik geheiligd en voor het aangezicht van heel het volk word Ik verheerlijkt.'" En is stil.
4 En roept tot en , zonen van , oom van , en hij zegt tot hen: "Komt naderbij, draagt jullie broeders van voor de heilige plaats naar buiten de legerplaats."
5 En zij komen naderbij en zij dragen hen in hun tunieken tot buiten de legerplaats, zoals sprak.
6 En zegt tot en tot en tot , zijn zonen: "Het moet niet zo zijn dat jullie je hoofden wanordelijk maken en jullie kledingstukken zullen jullie niet scheuren, opdat jullie niet sterven en Hij driftig is tegen heel de vergadering. En jullie broeders, heel het huis van , zullen over de verbranding die JAHWEH verbrandt huilen.
7 En van de opening van de tent van de afspraak zullen jullie niet uitgaan, opdat jullie niet sterven, want de zalfolie van JAHWEH is op jullie." En zij doen naar het woord van .
8 En JAHWEH spreekt tot , zeggend:
9 "Het moet niet zo zijn dat jij en jouw zonen met jou drinken van wijn en sterke drank wanneer jullie naar de tent van de afspraak komen, opdat jullie niet sterven. Dit is een aionisch statuut voor jullie generaties,
10 om onderscheid te maken tussen heiligheid en tussen het ongewijde en tussen het onreine en tussen het reine,
11 de zonen van alle statuten onderrichtend die JAHWEH tot hen sprak door de hand van ."
12 En spreekt tot en tot en tot , zijn zonen die resteerden: "Neemt het erkenningsoffer, het resterende van de vuuroffers van JAHWEH en eet haar ongezuurde broden naast het altaar, want het is heiligheid van heiligheden.
13 En jullie eten het in een heilige plaats, want het is het voor jullie bestemde deel en het bestemde deel van jullie zonen van de vuuroffers van JAHWEH, want zo word ik geïnstrueerd.
14 En het borststuk van het wuifoffer en het been van het hefoffer zullen jullie in een reine plaats eten, jij en jouw zonen en jouw dochters met jou, want het is het voor jou bestemde deel en het bestemde deel van jouw zonen. Ze worden gegeven van de slachtoffers van de vredeoffers van de zonen van .
15 Het been van het hefoffer en het borststuk van het wuifoffer op de vuuroffers van de vette delen zullen zij brengen om het wuifoffer te wuiven voor het aangezicht van JAHWEH. En het is voor jou en voor jouw zonen met jou tot een bestemd aionisch deel, zoals JAHWEH instructie gaf."
16 En deed navraag, ja navraag naar de harige geit van het zondeoffer, en aanschouw!, hij is verbrand! En hij is driftig op en op , de zonen van die resteerden, zeggend:
17 "Om welke reden aten jullie het zondeoffer niet in de plaats van de heiligheid? Want het is heiligheid van heiligheden, en Hij gaf het aan jullie om de verdorvenheid van de vergadering te dragen, om over hen een beschutting te maken voor het aangezicht van JAHWEH.
18 Aanschouw! Zijn bloed werd niet gebracht in de heilige plaats. Jullie zullen het eten, ja eten in de heilige plaats, zoals ik geïnstrueerd werd."
19 En spreekt tot : "Aanschouw! Vandaag brachten zij hun zondeoffer naderbij en hun opstijgoffer voor het aangezicht van JAHWEH en dingen als deze overkomen mij. En at ik vandaag het zondeoffer, is dat goed in de ogen van JAHWEH?"
20 En hoort het en het is goed in zijn ogen.
Terug naar de indexpagina
Naar Leviticus 11
|
|