|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 "In de zevende maand, in de eerste dag van de maand, is er voor jullie een bijeenkomst van heiligheid. Jullie zullen geen enkel dienend werk doen. Een dag van een luid signaal zal het voor jullie zijn.
2 En jullie brengen een opstijgoffer voor een geur van rustgevendheid aan JAHWEH: één jonge stier, zoon van het grootvee, één ram, zeven onberispelijke mannetjeslammeren, zonen van een jaar,
3 en hun erkenningsoffer: fijn meel vermengd met olie; drie tiende delen voor de jonge stier en twee tiende delen voor de ram,
4 en één tiende deel voor het ene mannetjeslam van de zeven mannetjeslammeren;
5 en één van de harige geiten als zondeoffer, om over jullie een beschutting te maken,
6 afgezien van het opstijgoffer van de maand en haar erkenningsoffer en het voortdurende opstijgoffer en haar erkenningsoffer en hun drankoffers, naar hun gewoonte, tot een geur van rustgevendheid, een vuuroffer aan JAHWEH.
7 En in de tiende dag van deze zevende maand zal er voor jullie een bijeenkomst van heiligheid zijn en jullie maken jullie zielen nederig. Jullie zullen geen enkel werk doen.
8 En jullie brengen een opstijgoffer aan JAHWEH naderbij, een geur van rustgevendheid: één jonge stier van het grootvee, één ram, zeven mannetjeslammeren, zonen van een jaar (onberispelijken zullen zij voor jullie zijn),
9 en hun erkenningsoffer: fijn meel vermengd met olie; drie tiende delen voor de jonge stier, twee tiende delen voor de ene ram,
10 een tiende deel, een tiende deel per mannetjeslam van de zeven mannetjeslammeren,
11 één van de harige geiten als een zondeoffer, afgezien van het zondeoffer van de beschuttingen en het voortdurende opstijgoffer, met haar erkenningsoffer en hun drankoffers.
12 En in de vijftiende dag van de zevende maand, is er voor jullie een bijeenkomst van heiligheid. Jullie zullen geen enkel dienend werk doen, en jullie vieren feest, een feestviering voor JAHWEH, zeven dagen.
13 En jullie brengen een opstijgoffer naderbij, een vuuroffer van een geur van rustgevendheid aan JAHWEH: dertien jonge stieren, zonen van het grootvee, twee rammen, veertien mannetjeslammeren, zonen van een jaar, onberispelijken zullen zij zijn;
14 en hun erkenningsoffer: fijn meel vermengd met olie; drie tiende delen voor de ene jonge stier van de dertien jonge stieren, twee tiende delen voor de ene ram van de twee rammen,
15 en een tiende deel, een tiende deel voor elk mannetjeslam van de veertien mannetjeslammeren.
16 En één van de harige geiten als zondeoffer, afgezien van het voortdurende opstijgoffer, met haar erkenningsoffer en haar drankoffer.
17 In de tweede dag: twaalf jonge stieren, zonen van het grootvee, twee rammen, veertien onberispelijke mannetjeslammeren, zonen van een jaar,
18 en hun erkenningsoffer en hun drankoffers voor de jonge stieren, voor de rammen en voor de mannetjeslammeren, naar hun getal, naar de gewoonte.
19 En één van de harige geiten als een zondeoffer, afgezien van het voortdurende opstijgoffer en haar erkenningsoffer en hun drankoffers.
20 En in de derde dag: elf jonge stieren, twee rammen, veertien mannetjeslammeren, zonen van een jaar, onberispelijken,
21 en hun erkenningsoffer en hun drankoffers voor de jonge stieren, voor de rammen en voor de mannetjeslammeren, naar hun getal, naar de gewoonte.
22 En één harige geit als zondeoffer, afgezien van het voortdurende opstijgoffer en haar erkenningsoffer en haar drankoffer.
23 En in de vierde dag: tien jonge stieren, twee rammen en veertien mannetjeslammeren, zonen van een jaar, onberispelijken,
24 hun erkenningsoffer en hun drankoffers voor de jonge stieren, voor de rammen en voor de mannetjeslammeren, naar hun getal, naar de gewoonte.
25 En één van de harige geiten als zondeoffer, afgezien van het voortdurende opstijgoffer, haar erkenningsoffer en haar drankoffer.
26 En in de vijfde dag: negen jonge stieren, twee rammen, veertien mannetjeslammeren, zonen van een jaar, onberispelijken,
27 en hun erkenningsoffer en hun drankoffers voor de jonge stieren, voor de rammen en voor de mannetjeslammeren, naar hun getal, naar de gewoonte.
28 En één harige geit als zondeoffer, afgezien van het voortdurende opstijgoffer en haar erkenningsoffer en haar drankoffer.
29 En in de zesde dag: acht jonge stieren, twee rammen, veertien mannetjeslammeren, zonen van een jaar, onberispelijken,
30 en hun erkenningsoffer en hun drankoffers voor de jonge stieren, voor de rammen en voor de mannetjeslammeren, naar hun getal, naar de gewoonte.
31 En één harige geit als zondeoffer, afgezien van het voortdurende opstijgoffer, haar erkenningsoffer en haar drankoffers.
32 En in de zevende dag: zeven jonge stieren, twee rammen, veertien mannetjeslammeren, zonen van een jaar, onberispelijken,
33 en hun erkenningsoffer en hun drankoffer voor de jonge stieren, voor de rammen en voor de mannetjeslammeren, naar hun getal, naar de gewoonte.
34 En één harige geit als zondeoffer, afgezien van het voortdurende opstijgoffer, haar erkenningsoffer en haar drankoffer.
35 In de achtste dag is er voor jullie een vrijheidsbeperking. Jullie zullen geen enkel dienend werk doen.
36 En jullie brengen een opstijgoffer naderbij, een vuuroffer van een geur van rustgevendheid aan JAHWEH: één jonge stier, één ram, zeven mannetjeslammeren, zonen van een jaar, onberispelijken,
37 hun erkenningsoffer en hun drankoffers voor de jonge stier, voor de ram en voor de mannetjeslammeren, naar hun getal, naar de gewoonte.
38 En één harige geit, afgezien van het voortdurende opstijgoffer en haar erkenningsoffer en haar drankoffer.
39 Deze zullen jullie brengen voor JAHWEH op jullie afgesproken tijden, afgezien van jullie plechtige beloften en van jullie vrijwillige offers, voor jullie opstijgoffers en voor jullie erkenningsoffers en voor jullie drankoffers en voor jullie vredeoffers."
40 En spreekt tot de zonen van alles wat JAHWEH aan ter instructie gaf.
Terug naar de indexpagina
Naar Numeri 30
|
|