|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En JAHWEH spreekt tot en tot , zeggend:
2 "Verkrijg de som van de zonen van uit het midden van de zonen van , naar hun families, naar het huis van hun vaders,
3 vanaf een zoon van dertig jaren en daarboven en tot aan een zoon van vijftig jaren, elke die komt tot het Levitische leger om werk te doen in de tent van de afspraak.
4 Dit is de dienst van de zonen van in de tent van de afspraak, heiligheid van de heiligheden.
5 En en zijn zonen komen tijdens het reizen van het legerkamp en zij nemen het gordijn van het deurgordijn weg en zij bedekken daarmee de kist van het getuigenis.
6 En zij doen daarop een bedekking van een huid van hemelsblauw en zij spreiden een kleed, geheel van blauw, van bovenaf, en zij plaatsen zijn draagstokken.
7 En over de tafel van de aanwezigheid spreiden zij een blauw kleed en zij doen er de schotels op en de lepels en de offerkommen en de kelken van het drankoffer. En het voortdurende brood zal er op zijn.
8 En zij spreiden er een herhaald gedompeld karmozijnen kleed over, en zij bedekken hem met een bedekking van hemelsblauw en zij plaatsen zijn draagstokken.
9 En zij nemen een blauwe kleed en zij bedekken de lampenstandaard van de lichtgever en haar lampen en haar uitdovers en haar vuurpannen en al haar olievaten, waarmee zij in haar dienst verrichten.
10 En zij doen haar en al haar voorwerpen in een bedekking van hemelsblauw; en zij plaatsen haar op de schuifbalk.
11 En over het gouden altaar spreiden zij een blauw kleed en zij bedekken het met een bedekking van hemelsblauwe huid en zij plaatsen zijn draagstokken.
12 En zij nemen alle voorwerpen van de dienstverrichting welke zij in de heilige plaats verrichten, en zij doen er een blauw kleed over en zij bedekken hen met een bedekking van hemelsblauwe huid; en zij plaatsen het op de schuifbalk.
13 En zij ontvetten het altaar en zij spreiden er een purperen kleed over.
14 En zij doen er al zijn voorwerpen op waarmee zij er op dienst verrichten: de vuurpannen, de vorken en de scheppen en de besprengschalen, alle voorwerpen van het altaar. En zij spreiden er een bedekking van hemelsblauwe huid over en zij plaatsen zijn draagstokken.
15 En en zijn zonen beëindigen het bedekken van de heilige dingen en alle voorwerpen van de heilige dingen voor het reizen van het legerkamp. En daarna komen de zonen van om het weg te dragen. En zij raken de heilige dingen niet aan, anders sterven zij. Dit is de last van de zonen van in de tent van de afspraak.
16 En de supervisie van , zoon van , is over de olie van de lichtgever en de wierook van de specerijen en van het voortdurende erkenningsoffer en de zalfolie, de supervisie over geheel de verblijfplaats en alles wat er in is, in de heilige dingen en in de voorwerpen er van."
17 En JAHWEH spreekt tot en tot , zeggend:
18 "Het moet niet zo zijn dat jullie de stam van de families van de ieten afsnijden uit het midden van de eten.
19 En doet dit voor hen, dan zullen zij leven en zullen zij niet sterven bij hun dichtbij komen bij de heiligheid van de heiligheden. en zijn zonen komen en zij plaatsen hen, iedere man naar zijn dienst en naar zijn last.
20 En zij zullen niet komen om te zien wanneer de heilige plaats wordt ontmanteld. Dan sterven ze."
21 En JAHWEH spreekt tot , zeggend:
22 "Verkrijg ook de som van de zonen van , naar het huis van hun vaders, naar hun families,
23 vanaf een zoon van dertig jaren en daarboven tot aan een zoon van vijftig jaren zal jij hen monsteren, een ieder die komt om dienst te doen in het leger, om te dienen in de dienst in de tent van de afspraak.
24 Dit is de dienst van de families van de iet, om te dienen en last te dragen.
25 En zij dragen de tentdoeken van de verblijfplaats en de tent van de afspraak, zijn bedekking en de bedekking van het hemelsblauw dat er bovenop is, en het deurgordijn van de opening van de tent van de afspraak,
26 en de gedrapeerde gordijnen van de hof en het deurgordijn van de poort van de hof, die om de verblijfplaats en om het altaar is, rondom, en zijn koorden en alle voorwerpen van hun dienst, en alles wat er mee gedaan wordt. En zij dienen.
27 Op bevel van en zijn zonen zal alle dienst van de zonen van de ieten zijn, voor al hun last en voor al hun dienst. En jullie vertrouwen hen geheel hun last in opdracht toe.
28 Dit is de dienst van de families van de zonen van de ieten in de tent van de afspraak. En hun opdracht is in de hand van , zoon van , de priester.
29 De zonen van ; naar hun families, naar het huis van hun vaders, zal jij hen monsteren.
30 Vanaf een zoon van dertig jaren en daarboven en tot aan een zoon van vijftig jaren zal jij hen monsteren, elke die komt tot het leger om te dienen in de dienst van de tent van de afspraak.
31 En dit is de opdracht van hun last voor al hun dienst in de tent van de afspraak: de raamwerkdelen van de verblijfplaats en zijn dwarsbalken en zijn kolommen en zijn voetstukken,
32 en de kolommen van de hof, rondom, en hun voetstukken en hun pinnen en hun koorden voor al hun voorwerpen en voor al hun dienst. En bij naam zullen jullie de voorwerpen van de opdracht van hun last monsteren.
33 Dit is het dienstbetoon van de families van de zonen van voor al hun dienst in de tent van de afspraak in de hand van , zoon van , de priester."
34 En en en de vorsten van de vergadering monsteren de zonen van de ieten naar hun families en naar het huis van hun vaders,
35 vanaf een zoon van dertig jaren en daarboven tot aan een zoon van vijftig jaren, elke die komt tot het leger voor de dienst in de tent van de afspraak.
36 En die van hen gemonsterd waren naar hun families, waren tweeduizend en zevenhonderd en vijftig.
37 Dezen zijn het die gemonsterd werden van de families van de ieten, elk die dient in de tent van de afspraak, die en monsterden op bevel van JAHWEH, door de hand van .
38 En die gemonsterd zijn van de zonen van naar hun families en naar het huis van hun vaders,
39 van een zoon van dertig jaren en daarboven tot aan een zoon van vijftig jaren, elk die komt tot het leger voor de dienst in de tent van de afspraak,
40 en zij die van hen gemonsterd waren naar hun families, naar het huis van hun vaders, waren tweeduizend en zeshonderd en dertig.
41 Dezen zijn het die gemonsterd zijn van de families van de zonen van , elk die dient in de tent van de afspraak, die en monsterden op bevel van JAHWEH.
42 En die gemonsterd zijn van de families van de zonen van naar hun families, naar het huis van hun vaders,
43 vanaf een zoon van dertig jaren en daarboven tot aan een zoon van vijftig jaren, elk die komt tot het leger voor de dienst in de tent van de afspraak.
44 En die van hen gemonsterd waren naar hun families, waren drieduizend en tweehonderd.
45 Dezen zijn het die gemonsterd zijn van de families van de zonen van , die en monsterden op bevel van JAHWEH door de hand van .
46 Allen die gemonsterd waren, die en en de vorsten van monsterden van de eten, naar hun families en naar het huis van hun vaders,
47 vanaf een zoon van dertig jaren en daarboven tot aan een zoon van vijftig jaren, elk die komt voor het dienend dienen van de dienst, en de dienst van de last, in de tent van de afspraak.
48 En zij die van hen gemonsterd waren, waren achtduizend en vijfhonderd en tachtig.
49 Op bevel van JAHWEH monsterde men hen, door de hand van , iedere man voor zijn dienst en voor zijn last. En de gemonsterden geeft JAHWEH instructie via .
Terug naar de indexpagina
Naar Numeri 5
|
|